Weekblad deGouda Archief

Boerin op Sokken, deel 2 | Koninklijk ontvangst

Ze wiebelt met haar tenen, wrikt met haar voeten. Het kraakt en schuurt, minutenlang. Maar het lukt! Golda, de kaasboerin laat haar klompen achter zich en gaat op in het mooie Gouda. 

Boerin op Sokken, deel 2 | Koninklijk ontvangst

boerin-op-sokken

Beeldend kunstenaar: Ineke van Dijk.

Hé Willem!’ Zoals zo vaak op donderdagochtend ziet Golda de kaasbrik voorbij rijden. Willem wil haar groeten, maar zijn hand blijft halverwege steken. Verbaasd ziet hij dat Golda niet op haar voetstuk staat. In plaats daarvan rent ze hem op kousenvoeten tegemoet, geeft het paard een aai en plant een kus op Willems’ wang. ‘Kom, stap op de bok, dan neem ik je mee naar de kaasmarkt,’ straalt Willem. Hardwerkende boeren zijn stoer, maar niet van steen. Dat laat Golda zich geen twee keer zeggen.

Ze is al jaren benieuwd naar het oordeel van de kaasonderhandelaars over haar mooie goudgele kaas. Als ze de Markt opdraaien is deze net begonnen. Rijen kazen glimmen haar tegemoet. Kaasmeisjes ontvangen haar met alle égards. Zo moet ­Koningin Máxima zich voelen als ze ergens aankomt, denkt Golda. De marktmeester helpt haar galant met uitstappen.

De brik, tot aan de nok toe gevuld met kaas, voelt op slag als een Gouden Koets. Ondertussen neemt een van de onder­handelaars Golda’s kaas over en klopt er een aantal keer op, met de platte hand. Zo kan hij voelen of het geen gatenkaas is. Dan pakt hij een grote kaasboor en tovert een stukje volvet tevoorschijn. Golda bijt op haar lip. Met het keurmerk zit het wel goed, dat prijkt aan de buitenkant. Maar het gaat natuurlijk om de inhoud. Met gesloten ogen beleeft de fijnproever zijn ultieme kaassensatie. ‘Ik wist het,’ glundert Willem, die het hele proces nauw­lettend heeft gevolgd. ‘Onze kaasboerin maakt de ­lekkerste Goudse kaas! Zorg maar dat je er een beste prijs voor biedt!’ Maar daar steekt Golda een stokje voor. Haar kaas is uniek en niet te koop.

Ze bedankt iedereen en snelt ­tevreden terug naar haar voetstuk. De stad, zij en haar kaas, ­onlosmakelijk met elkaar verbonden.

– Caroline Wammes

Related Articles