Gouda – Teun van Dolder (81) woont al zijn hele leven in Gouda. Opgegroeid bij de entree van de stad, heeft hij de Kop van de Kleiweg door de jaren heen enorm zien veranderen. Een gesprek over zijn belevenissen in de jaren dertig en veertig, het winkelbestand in die tijd en over wat de veranderingen Gouda hebben gebracht. Een week voor de heropening van de Kop van de Kleiweg spreekt de redactie van weekblad deGouda met hem.

De Kleiweg was vroeger één van de betere winkelstraten van Nederland. Het was gezellig, zowel voor ondernemers als klanten. “Mensen liepen soms meerdere keren door de Kleiweg en over de Markt. Nu gaan mensen voor hun aankoop naar één winkel en zijn gelijk weer weg”, zegt Van Dolder. Zelf had hij een zuivelzaak op de Kleiweg, Zuivelzaak Van Dolder, een familiebedrijf dat hij vijf jaar heeft gerund. “Toen kwam een omslag en hebben we het niet meer kunnen opbrengen.” De kop was in zijn jeugd vooral een uitgaansgelegenheid met een snackbar, een viszaak en veel cafés. “Het was ’s avonds altijd gezellig druk en één groot feest.” Waar nu het nieuwe terras is, zaten vroeger een naaimachinehandel en een smederij. Vooral op donderdag, marktdag, was het enorm druk. “De geur van hete ijzer stonk enorm, maar je wou het toch zien”, lacht hij.

Kleiwegkerk
“Elke morgen gingen gezinnen naar de rooms-katholieke Kleiwegkerk. Dat was echt mooi om te zien”, zegt Van Dolder, terwijl hij een foto erbij pakt. “De projectontwikkelaar kreeg van diverse partijen veel geld aangeboden voor dat stuk grond, waardoor het financieel niet haalbaar was om de kerk nog te behouden.” Volgens hem was dat gemakzucht en zou het wellicht mooi zijn geweest als de kerk er nog had gestaan. De kerk stond nabij het voormalige V&D pand.

Niets meer van vroeger
Van Dolder denkt dat de Kleiweg in z’n huidige tijd beter af is. “Toch betreur ik dat veel gebouwen en hun mooie vormen er niet meer zijn. Voor mijn tijd reed nog een tram door straat. Daarna was het een straat met tweerichtingsverkeer, maar wij als kinderen hadden geen last van gevaar, want dat was er niet. Dankzij de brede stoep op de kop was er veel speelruimte.” Van Dolder ziet eigenlijk ‘niets’ meer van vroeger. Naast het pand waar nu de ANWB gevestigd is, zat een fietsenstalling met daarachter een koetsstalling. “De entree van de Kleiweg is nu eigentijds. Die moet uitnodigend zijn en beter functioneren, althans dat is het idee. Of het lukt, staat of valt of met de ondernemingen die zich er vestigen, waarbij ik vind dat de ANWB in elk geval de aandacht trekt.”