Wegen doe je met een weegschaal en niet met een maatbeker
— 01-09-2016Als ik mijn vuilniszakje weggooi in de ondergrondse afvalcontainer grijnst de sticker op het apparaat me toe: streven naar 100 kilo restafval per inwoner per jaar. Mooi streven denk ik dan, ik doe mee. Altijd in voor maatregelen die de roofbouw op onze planeet proberen te beperken. Ik heb al een fraaie compacte afvalbak in mijn open keuken met drie afdelingen: bovenin een bakje voor het GFT-afval, daarnaast een kleine afvalzak voor het restafval en onderin een lade voor het plastic.
Mijn GFT-bakje leeg ik een paar keer per week, anders krijg ik last van fruitvliegjes. Plastic is een groter probleem. Binnen een week is mijn lade vol en dan zet ik de oranje afvalzak in mijn douche tot hij na twee weken naar buiten mag. Mijn grijze afvalzak tenslotte gooi ik iedere week weg, na het verschonen van de kattenbak. Dat heb ik nu veranderd: ik gebruik 100 procent biologisch afbreekbare houtkorrels voor de bak van de poes en die mogen bij het GFT. Voor de zekerheid nog even gebeld met Cyclus en ja hoor dat mag. Dat scheelt ruim twee kilo per week.
Nu houd ik nog een piepklein zakje restafval over per week. Volgens de regels voor het nieuwe afvalbeleid kan ik die het beste bewaren totdat ik een zak van zestig liter vol heb, want je gaat per zak betalen. Stel je eens voor: ik wacht vier weken tot een grote zak vol is. Ooit heb ik een madenplaag gehad toen mijn vuilnisbak in Amsterdam op mijn balkon stond. Vele duizenden maden krioelden er, voortgekomen uit de lege blikjes kattenvoer. Dat nooit meer. Maar ga ik dan iedere week betalen voor een piepklein zakje afval? Ik wil best meewerken aan het realiseren van de 100 kilo doelstelling van de gemeente, maar weeg mijn afval dan en laat mij zelf bepalen hoe vaak en welk volume ik weggooi. Die systemen zijn er ook. En laat mij dan met een emoticonnetje op het schermpje zien of ik nog steeds onder het streefgewicht zit. Daar is techniek voor. Wegen doe je met een weegschaal en niet door het volume te meten.