Weekblad deGouda Archief

Tante Ien

Mijn ouders waren import in het dorp waar ik geboren en opgegroeid ben. Nadeel daarvan was voor mij dat ik geen familie op het dorp had. Mijn grootouders, ooms, tantes en mijn neef zag ik alleen in de vakanties, op verjaardagen en met feestdagen. Gezellig, maar veel te weinig naar mijn smaak. Maar daar had ik wel een oplossing voor gevonden. Ik had tante Ien. Oom Wim en tante Ien waren vrienden van mijn ouders, die nog geen kinderen hadden toen ik klein was. Dus ging ik gezellig op mijn step ’s middags op bezoek bij mijn zegtante. Heerlijk, alle aandacht voor mij alleen. Als zij haar middagdutje ging doen, kroop ik gezellig bij haar onder de wol. Mijn bezoekjes werden wat minder toen ik naar de kleuterschool ging en hielden in deze vorm op toen ik naar de lagere school ging, ook al omdat tante Ien en Wim toen zelf kinderen kregen. Voor een kind kan het heerlijk zijn als er naast je ouders ook andere volwassenen zijn bij wie je onvoorwaardelijk terecht kunt. Waar je je verhaal kunt doen en waar je even in je eentje alle aandacht krijgt. Thuis zijn er je broers en zussen met wie je de schaarse aandacht moet delen. Nog voor mijn vierde ging ik er in mijn eentje al op uit op mijn eigen step. Dat is nu ondenkbaar. Maar er zijn wel tantes beschikbaar voor kinderen die wat extra aandacht goed kunnen gebruiken. Steunouders noem je die tegenwoordig. De sociale teams koppelen vraag en aanbod aan elkaar. Kijk eens om je heen. Ken je kinderen die wel een steuntje kunnen gebruiken? Van ouders die hun stinkende best doen, maar zelf het hoofd nauwelijks boven water kunnen houden. Bespreek het eens met die ouders, of ze er niet een peettante voor de kinderen bij willen hebben. Ze kunnen zich melden bij een van de sociale teams. Ik gun ieder kind zijn eigen tante Ien.

Related Articles