Weekblad deGouda Archief

Marc de Beyer: ‘Museum Gouda is er voor iedereen’

Gouda – Marc de Beyer, de kersverse directeur van Museum Gouda, is nog even aan de telefoon;  terwijl we bij de balie wachten, komen twee nieuwe bezoekers binnen: vrouwen van boven de vijftig. Dat blijkt precies het publiek te zijn dat je het meest in de musea treft: wit, hoog opgeleid, 55-plus en vrouw. De bezoekers zouden wat Marc de Beyer betreft meer een afspiegeling van de maatschappij mogen zijn en daar wil hij aan werken. Weekblad deGouda gaat in gesprek met een enthousiaste directeur met ambitie die de lijn van zijn voorganger wil volgen en versterken.

Het museum is er voor iedereen en niet alleen voor een select publiek, vindt de 45-jarige Marc de Beyer.  Daarom ook vond hij de tentoonstelling Lalla Golda van 2015 in dit museum zo goed; met en voor mensen met een niet-westerse achtergrond.  Dat is wat hij wil zien te bereiken. Hij denkt dat in eerste instantie te kunnen doen via kinderen van de basisschool en hun ouders. “Dan leg je een zaadje.”

Dat deed hij tot voor kort ook in museum Catharijneconvent in Utrecht, waar hij hoofd was van de afdeling die zich bezighoudt met kunst in kerken en kloosters. Met Sint Maarten bijvoorbeeld (het feest waarbij kinderen langs de deuren gaan om snoep te vragen) haalde het museum veel kinderen binnen die zo iets leerden over de geschiedenis en de kunst rond de heilige Sint Maarten.

“Deze stad heeft een fantastische geschiedenis”

Wat hem in Museum Gouda aanspreekt (naast de grote collectie religieuze kunst en de negentiende eeuwse schilderkunst) is  dat het een echt stadsmuseum is. “Ik ben kunsthistoricus, maar mijn interesse gaat niet uit naar sec een schilderij, maar naar een schilderij in zijn context, dan komt het tot zijn recht.” Natuurlijk, het museum moet ook aantrekkelijk zijn voor de toeristen en meer mensen naar Gouda trekken. Maar het een hoeft het ander niet uit te sluiten. “De toeristen komen nu vooral voor de negentiende eeuwse schilders en voor de religieuze kunst, maar niet zozeer voor de geschiedenis van de stad.” Het museum zou aan de hand van een aantal objecten in de vaste collectie de geschiedenis van de stad inzichtelijk kunnen maken. Nu al is er de maquette die veel laat zien. Wat Marc de Beyer betreft zou het museum voor toeristen een logisch startpunt moeten zijn bij hun bezoek aan de stad. Voor eind 2017 staat de expositie ‘De stad Gouda in vijftig objecten’ gepland. Dat zou een pilot kunnen zijn van de manier waarop het museum in zijn vaste presentatie omgaat met de geschiedenis van Gouda. “Deze stad heeft een fantastische geschiedenis.”

Pieter Pourbus
Net als zijn voorganger, wil hij met regelmaat een grote tentoonstelling programmeren. Voor 2018 is dat een expositie rond de zestiende eeuwse schilder Pieter Pourbus, een Gouwenaar van geboorte die zich op jonge leeftijd in Brugge heeft gevestigd. De schilder is in Brugge heel bekend, in Gouda nauwelijks. “Ik zou je graag zijn mooiste werk laten zien, maar dat heeft Museum Gouda net uitgeleend aan het Catharijneconvent”, glimlacht hij.

Van Marc de Beyer (Utrechtenaar en vader van drie kinderen) hoeven we geen radicale vernieuwingsdrift te verwachten. Hij borduurt voort op de uitgezette lijnen. “Het belangrijkst vind ik het dat Gouwenaars dit als hun museum zien, zonder de toeristen te vergeten.”

Related Articles