Weekblad deGouda Archief

‘Voor veel slaapstoornissen is er een goede oplossing’

Gouda – Het Groene Hart Ziekenhuis heeft een eigen Slaapcentrum. De meeste patiënten die daar (poliklinisch) worden behandeld hebben slaapapneu. Dat betekent dat tijdens de slaap hun ademhaling telkens even stokt. Daardoor rusten ze niet goed uit en zijn ze overdag vaak moe en minder alert, wat weer gevolgen kan hebben voor hun werk, hun rijvaardigheid, maar ook voor hun gezondheid. Daarnaast komen hier mensen met tal van andere slaapstoornissen en soms ook voor slapeloosheid, maar daarvoor word je meestal doorverwezen naar de klinisch psycholoog.

Een multidisciplinair behandelteam dat bestaat uit longarts, kno-arts, neuroloog, kaakchirurg, tandarts, klinisch psycholoog en slaapzorg professionals buigt zich over de klacht van de patiënt en streeft ernaar de zaken zo te stroomlijnen dat patiënten binnen drie weken de diagnose en een behandelplan hebben. En wat prettig is om te weten: voor veel slaapstoornissen is een goede oplossing.

‘Slaapapneu intrigerend’
“Een heel intrigerende aandoening”, zegt Sibbe van Egmond, als we het hebben over het slaapapneu.
Van Egmond is longarts met onder meer als aandachtsgebied slaapapneu en andere slaapstoornissen.
Er is veel bekend over deze aandoening, maar er zijn ook nog genoeg vragen. “Waarom heeft iemand met
slaapapneu een grotere kans op een hersen- of hartinfarct of op diabetes? Een slechte slaap heeft zoveel
invloed op het lichaam.” Van Egmond ziet ze veel: patiënten, ook jonge, die niet meer goed functioneren
omdat ze altijd moe zijn. “Slaapstoornissen zijn voor huisartsen soms lastig te herkennen omdat de
klachten vaak ook op andere zaken terug te voeren zijn. Vaak lopen patiënten die bij ons binnenkomen
dan ook al langere tijd rond met hun klachten.” De grootste groep van zijn patiënten mag dan bestaan uit
mensen met slaapapneu, er zijn er ook die met andere, soms bizarre, slaapstoornissen komen. Van Egmond noemt het voorbeeld van een jongen die met zijn moeder op het spreekuur kwam. De moeder durfde hem ’s morgens nauwelijks te wekken omdat hij dan heel agressief werd. De jongen zelf wist daar dan helemaal niets meer van. Voor de meeste van deze patiënten is een behandeling mogelijk, constateert Van Egmond met zichtbaar genoegen.

Veel en lange ademstops
Natuurlijk, Hans Bollaart voelde zich al lange tijd niet fit, viel ’s avonds voor de tv in slaap en werd meerdere keren per nacht wakker door zijn eigen gesnurk, maar dat hij ernstige slaapapneu had, dat realiseerde hij zich niet. Pas toen hij voor een maagverkleining in het ziekenhuis kwam, werd hij door de specialist doorverwezen naar het Slaapcentrum voor onderzoek, omdat slaapapneu risicovol is bij narcose. “Ik heb een slaaptest gehad en daaruit bleek dat het vrij ernstig was. Ik heb veel en lange ademstops.” Niet lang daarna kreeg Hans het masker (de CPAP) mee naar huis en sinds februari slaapt hij ermee. Het masker is via een slang verbonden met het apparaat dat lucht blaast in de neus. “De eerste paar nachten is het best wennen. Als je je omdraait moet je even kijken hoe de slang zit.” Nu is hij eraan gewend en ziet hij alleen maar voordelen: “Ik merk dat ik meer energie heb op de dag, geen ochtendhoofdpijn meer heb en dat ik ’s avonds fit genoeg ben om een film te kijken.” Hij is blij met het masker, maar het is best mogelijk dat hij straks, als hij na de operatie is afgevallen, het masker helemaal niet meer nodig heeft.

Ze kunnen er zo enorm van opknappen
Een spin in het web, zo mag je de drie slaapzorgprofessionals gerust noemen. Ze zijn de vraagbaak voor
iedereen: artsen, leveranciers en vooral natuurlijk voor de patiënten. Mieke Budel is één van hen.
Ze geniet van haar werk; het is zo gevarieerd, zegt ze, en mensen knappen vaak zo op als ze eenmaal
worden behandeld. De patiënt komt altijd als eerste bij de kno-arts en de slaapzorg professional. Samen
doen ze de intake. Als blijkt dat onderzoek nodig is, krijgt de patiënt een eenvoudige, of meer uitgebreide
slaapregistratie met behulp van apparatuur. “Aan het eind van de middag sluiten we de patiënten aan.
Ze gaan dan naar huis waar ze lekker in hun eigen bed kunnen slapen. Dat geeft het beste resultaat.”
Voor sommige slaapstoornissen, zoals narcolepsie (extreme slaperigheid) of agressief gedrag in de slaap,
is het overigens wel nodig een nachtje in het ziekenhuis te blijven, maar voor slaapapneu geldt dit niet.
De uitslag horen de patiënten van de longarts, waarna het behandelplan wordt opgesteld. Mieke Budel
begeleidt de patiënten bij de onderzoeken, ze geeft uitleg over apneu en het masker en doet de nazorg.
Mieke: “Ik zie het als mijn taak mensen te begeleiden en hen op alle mogelijke manieren te helpen de
behandeling te laten slagen, want ze kunnen er zo enorm van opknappen.”

Wat is slaapapneu?
Tijdens het slapen ontspannen onze spieren zich. Bij sommige mensen ontspannen de spieren zo, dat de luchtweg nauwer wordt en dat leidt tot snurken. Soms gaat de keel nog verder dicht, waardoor de luchtstroom wordt geblokkeerd en de adem af en toe stilstaat. Is dat minimaal vijf keer in een uur minimaal tien seconden lang het geval, dan spreekt men van OSAS (Obstructief Slaap Apneu Syndroom). Door die ademstops kom je niet in een diepe slaap, waardoor je niet goed uitrust. Die afsluiting van de keel betekent niet dat je dreigt te stikken. De hersenen geven namelijk een alarmsignaal af, waardoor je minder diep gaat slapen of zelfs wakker wordt. Er zijn mensen met een lichte vorm van apneu, die krijgen lifestyle adviezen als stoppen met roken, minder alcohol en afvallen. Voor mensen met een matige vorm van ademstops is er een beugel die door de tandarts of kaakchirurg wordt aangemeten, waardoor de onderkaak naar voren komt, de keel wordt open getrokken en het snurken stopt. Dan heb je nog de ernstige vorm: vanaf dertig ademstops in een uur. Die patiënten komen in aanmerking voor een masker (een CPAP). Dat is een soort luchtpomp die zorgt voor een geringe overdruk waardoor ’s nachts de luchtwegen worden opengehouden.

Related Articles