Het was feest voor elf mensen in Gouda die afgelopen week een koninklijke onderscheiding gekregen hebben. Het verbaast me: Gouda roept altijd dat er zoveel vrijwilligers actief zijn, maar het aantal lintjes is eentje minder dan het landelijke gemiddelde, terwijl gemeenten als Bodegraven-Reeuwijk, Oudewater en Montfoort meer dan het dubbele van dit gemiddelde hadden. Vorig jaar was het nog erger, toen waren er in Gouda maar acht! Onlangs las ik in de krant dat burgemeester Cremers van Waddinxveen klaagde dat lintjes voornamelijk gaan naar mensen uit de kerk. Natuurlijk gunde hij het deze mensen van harte, maar er zijn ook zoveel andere mensen die zich belangeloos inzetten. Ook oud-burgemeester Cornelis spande zich met succes in om te bevorderen dat ook mensen uit andere kringen lintjes kregen, maar die lijn heeft zich duidelijk niet voortgezet. Van een lintjesregen is dus eigenlijk geen sprake, hooguit een miezerige motregen. Laten we daar iets aan doen. Allereerst de kerken. Het zou van naastenliefde getuigen als zij actief op zoek gaan naar mensen buiten de eigen kerk die een lintje verdienen. Ik daag hen hierbij graag uit hun mooie woorden in daden om te zetten. En waarom is de gemiddelde leeftijd van mensen die een lintje krijgen zestig jaar? Als er ook jongere mensen voorgedragen worden kunnen zij een stralend voorbeeld zijn voor hun omgeving. Om een lintje te krijgen moet je minstens vijftien jaar actief vrijwilligerswerk gedaan hebben. Dat geldt ongetwijfeld voor vele 35-plussers! We hebben nog drie maanden de tijd om te zorgen voor een stortbui volgend jaar. Voor 1 augustus moeten de aanvragen bij de gemeente liggen. Heb je suggesties? Ik wil graag een handje meehelpen, stuur maar een berichtje. En wat ben ik blij dat Peterpaul Kloosterman een lintje heeft gekregen. Hij is de vijftig wel al gepasseerd maar blijft eeuwig jong en een stralend voorbeeld voor iedereen die het beste voor heeft met Gouda.