Weekblad deGouda Archief

GHZ-traumachirurg: ‘Je behandelt geen röntgenfoto, maar een mens met alles eromheen’

Gouda – Ronald Liem is een van de vier traumachirurgen in het Groene Hart Ziekenhuis en behandelt patiënten die worden binnengebracht na een ongeval (trauma). Zijn werk valt niet te plannen. Aan het begin van de dag weet hij niet wie en welk letsel hij gaat zien. Dat vindt hij juist de charme van zijn vak. We spreken met Ronald Liem, Marjon Slootjes en Joke Draese over traumachirurgie en het werk in de operatiekamer. 

De traumachirurg werkt op verschillende plekken: de opvang, diagnose en de eerste behandeling van de patiënt gebeuren op de Spoedeisende Hulp. Afhankelijk van het letsel vindt de verdere behandeling plaats, bijvoorbeeld met een operatie op de OK. Er zijn maar weinig letsels waaraan een patiënt niet kan worden behandeld in het Groene Hart Ziekenhuis (GHZ). Voor een aantal specifieke letsels zijn regionale afspraken gemaakt, zoals voor patiënten met breuken van het bekken of hersenletsel. Zij worden naar een ander centrum overgeplaatst.

Ronald Liem komt als traumachirurg met alle denkbare trauma’s in aanraking. “Wij kunnen het hele palet aan letsel door trauma beoordelen en meestal behandelen.” Een traumachirurg behandelt veel botbreuken. Dat doet meestal niet de orthopeed, zoals vaak wordt gedacht. Iemand die midden in
de nacht met een botbreuk binnenkomt, belandt de laatste jaren niet meer automatisch direct in de operatiekamer. “In het verleden dachten we dat we zo snel mogelijk moesten opereren, ook al was het nacht. Maar uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het voor de genezing niet uitmaakt of je direct
opereert of de operatie uitstelt, zodat je tijdens kantooruren kunt opereren. Dat is in het voordeel van de patiënt: die wordt geholpen door een uitgeslapen chirurg.” Voordat iemand aan een botbreuk wordt geopereerd, wil de chirurg weten wie de patiënt is en wat hij doet in het dagelijks leven. “Je behandelt niet de röntgenfoto, je behandelt een mens met alles eromheen.” Het maakt nogal wat uit of je een
botbreuk behandelt van iemand die harpist is of van een oudere die zijn handen niet intensief
hoeft te gebruiken. Niet de breuk bepaalt de behandeling, de patiënt erachter. Ronald Liem houdt van zijn vak: “Botten in elkaar puzzelen is een kunst apart. Mensen laten terugkeren op hun oude niveau, dat geeft veel voldoening.”

“Voor de meeste patiënten is het allemaal nieuw. Je ziet ze op de operatiekamer om zich heen kijken: ‘Wat is dit allemaal?’ Ik maak even een praatje om hen gerust te stellen”, zegt operatieassistent Marjon Slootjes. Op het moment dat de patiënt binnenkomt, is de operatiekamer helemaal klaargemaakt: de instrumenten zijn er, eventuele implantaten; alles wat nodig is om de operatie goed te laten verlopen. Hoe een dag er voor Marjon uitziet, varieert. “Ik kan vandaag bij de traumachirurg staan, en morgen bij de orthopeed. Elke dag werk ik in een ander team; iedereen weet wat zijn taak is. Mijn vakspecialisme is traumatologie.” Tijdens de operatie staat ze de ene keer ‘steriel in de jas in de omloop’ en geeft ze de chirurg aan wat hij nodig heeft: zuigslang, messen haakjes, pincet. “We denken vooruit: wat kan de arts nodig hebben? Je moet weten wat er gaat gebeuren, wat de volgende stappen zijn.” De andere keer staat ze wat verder van de operatietafel af en is ze een schakel tussen het steriele en onsteriele veld: het licht moet worden bediend, of er moet een röntgentoestel naar binnen. Soms maakt ze spannende situaties mee. “Het is mooi om die snel en vakkundig op te lossen met het hele team.”

Er is weinig verloop op de OK; we redden het zonder uitzendkrachten

Het Groene Hart Ziekenhuis heeft acht operatiekamers, waar een kleine honderd operatieassistenten, anesthesie- en recoverymedewerkers werken. Hun teamleider is Joke Draese. Het is een trouwe club. “Het team operatieassistenten, anesthesiemedewerkers en recoveryverpleegkundigen zit hier al jaren. Er is weinig verloop. We redden het zonder uitzendkrachten”, zegt ze. Dat is best uitzonderlijk, want veel ziekenhuizen kampen met een tekort aan operatieassistenten. Voor dit vak heb je medische kennis, maar ook technische vaardigheden nodig. Op een OK staat de meest moderne apparatuur en daarmee moeten ze kunnen werken. “Technische kennis is vereist, iedereen wordt steeds bijgeschoold. Als er een nieuw apparaat komt, wordt de introductie gedaan door de leverancier en volgen er klinische lessen.” Soms maakt het OK-personeel heftige dingen mee. Na de operatie wordt dit direct besproken in het team, en mensen kunnen een gesprek aangaan met het Trauma Opvang Team. Dat team bestaat uit collega’s die op dat gebied zijn bijgeschoold. “Gelukkig gebeurt het niet vaak”, zegt Joke. Ze is van oorsprong verpleegkundige, heeft later onder meer de anesthesieopleiding gedaan en is nu alweer een tijdje teamleider. Ze vindt het fijn ervoor te zorgen dat de werkomstandigheden goed zijn, dat de medewerkers plezier hebben en een hoge kwaliteit van zorg bieden.

Related Articles