Integreren in Gouda
— 11-10-2017“Nummer 302”, herhaalt de baliemedewerkster van het gemeente-huis. Ik spring op; door alle -spanning was ik vergeten op te letten. Via een gemeentelijke brief met daarin de bevestiging van mijn -inschrijving, ben ik uitgenodigd een welkomstpakketje op te halen. Een kans om naar de Stroopwafel te gaan kan ik natuurlijk niet laten schieten. Welke stad vernoemt zijn gemeentehuis naar de koek die altijd zo heerlijk ruikt als je langs het kraampje loopt?
De baliemedewerkster doet -gewoon haar werk als ik euforisch van wal wil steken over hoe ik in haar stad terecht gekomen ben. Ik hoor dan ook geen dijen-kletsende lach als ik vraag waar mijn welkomst-mand met kaas, -keramiek en stroopwafels nou blijft. Ietwat ontmoedigd leun ik tegen de balie in een laatste poging haar te vermaken.
“Begin deze maand besloot ik mijn stadje Delft te verlaten voor de liefde. Het was nog best een strijd, maar het is toch Gouda geworden. Zijn hele ‘dit-is-de-stad-van-de-kaas’-argument kon ik niet evenaren. Met name omdat ik vlak daarvoor nog had gesteld dat niet hij, maar kaas mijn grote liefde was.
Inwoonster worden van een stad vraagt om een vorm van -integratie, maar dat is niet gemakkelijk! In Delft weet ik zelfs het meest onder-geürineerde steegje nog aan te wijzen op de kaart, terwijl ik hier mijn navigatie raadpleeg om bij een supermarkt te komen. Dat móet verbeteren. Daarom ben ik van plan álles te gaan -ontdekken wat uw mooie stad en haar -inwoners te bieden hebben!”
De baliemedewerkster lacht om mijn enthousiasme en over-handigt mij een tasje met folders. “Welkom in Gouda, meid… En succes.” Met een druk op de knop wordt mij helder dat de volgende aan de beurt is.
Een vriendelijke beveiliger -knipoogt geamuseerd naar me. Mijn eerste Goudse knipoog; dat biedt hoop!
En bij het weggaan begroet ik nummer 303. Je weet immers nooit waar dat toe leidt.