Papieren Tijgers deel 33
— 01-02-2019Johan Weeber die tot voor kort in de Goudse gemeenteraad zat voor Gouda Positief baseerde zijn boek op ware gebeurtenissen tussen 2010 en 2018. “Uit respect voor sommige politici zijn bepaalde zaken in dit boek verzonnen. Uit respect voor de kiezers is al het overige zo waarheidsgetrouw mogelijk opgeschreven.” Het boek verschijnt als feuilleton in deGouda Digitaal..
33. Dreigement
John valt met de deur in huis: “Ha die Joop, luister, Schumacher belde net. Hij wil dat we onmiddellijk langskomen, hij heeft als burgemeester met Harry van den Zakken gesproken. Hij klonk enorm kwaad. Het spel is op de wagen, jongen! ” John heeft zoals wel vaker een sardonische grijns op zijn gezicht, wat van alles kan betekenen. “Lekker is dat, ik ben er vanochtend ook al geweest”, zeg ik terwijl ik het zweet van mijn voorhoofd wis. Het is stervensdruk in de winkel. Ik zeg dat ik tussen de middag wel even tijd heb. Ik vraag mijn oudste dochter Roxy om dan een uurtje kassa te draaien.
Rond twaalf uur stappen John en ik het Huis van de Stad binnen en lopen naar de liften. Vlak nadat we in zijn gestapt op weg naar de zevende verdieping, komt Schumacher gehaast aanlopen en stapt bij ons in de lift. Hij heeft een lange lichtbruine regenjas aan. Sinds hij in Solingen burgemeester is, laat ie een baardje staan, wellicht om er wat indrukwekkender uit te zien. Zijn kalende voorhoofd is licht bezweet. Terwijl hij schuin naar boven naar de etage-aanduiding staart zegt hij afgemeten: ”Jullie snappen wel dat ik helemaal geen tijd voor dit soort grappen heb, he?” En hij beent met grote stappen voor ons uit op weg naar zijn kamer. Schumacher gooit zijn regenjas in een hoek en terwijl hij nog staat steekt hij van wal: ”Harry heeft zich vanmorgen bij mij gemeld met de mededeling dat jullie diefstal van een iPad en informatie hebben gepleegd. Jullie snappen hopelijk wel dat jullie nu ECHT TE VER ZIJN GEGAAN.” Dat laatste zegt hij met stemverheffing, zijn knokkels zijn wit, hij staat nog steeds en leunt met zijn hele gewicht op de tafel, waaraan wij zitten. “Harry heeft besloten om aangifte te doen bij de Officier van Justitie, die wij buitengewoon goed kennen, en ik overweeg om datzelfde te doen indien jullie met deze gestolen informatie naar buiten zouden gaan.” John kijkt met een ongelovige blik naar Schumacher, alsof hij elk moment verwacht dat deze gaat zeggen dat het een grap is. Ikzelf zit met een hartslag van 150 en voel me flink geïntimideerd door het dreigement van Schumacher. John begint te zeggen dat wij een hele andere reactie van Schumacher hadden verwacht, namelijk dat ie ons als onafhankelijke, boven de partijen staande, burgemeester serieus zou nemen in de misstand die wij in de paperassen van Van den Zakken hebben aangetroffen, maar Schumacher kapt hem af. Hij zegt op luide toon dat we niet in die paperassen hadden mogen kijken, dat dit strafbaar is, en dat hij er dus helemaal niet toekomt om het ook maar één seconde te hebben over de inhoud ervan. John en ik kijken elkaar verbijsterd aan en staan op, waardoor we weer op dezelfde hoogte staan als Schumacher. Nu pas zie ik dat hij rooddoorlopen ogen heeft. Met trillende stem zeg ik: “Nou, dan gaan wij juridisch advies inwinnen want deze reactie is wel erg buitensporig, en dat sterkt me in de gedachte dat er dus iets niet klopt aan die papieren…” en we lopen zonder handdruk en zonder om te kijken naar de lift. In de lift en op weg naar de uitgang zeggen we niets tegen elkaar. Je weet nooit wie er meeluistert. Toen Stolz auf Solingen nog politiek actief was beweerden zij dat overal microfoons hingen om politieke tegenstanders af te kunnen luisteren. Zij vergaderden om die reden nooit in een gemeentelijk pand.
”Onvoorstelbaar!” zeg ik als we buiten om de hoek staan: ”Dit is dus hoe ze in de politiek klokkenluiders proberen monddood te maken. Ik heb weer een advocaat nodig vrees ik.” “Nee, zegt John, “dat hoeft niet, ik heb natuurlijk allang gebeld met Rats.de, een overheidsorgaan dat de belangen van alle Duitse raadsleden behartigt. Ik kreeg daar meteen een hele kundige mijnheer aan de telefoon, die volgens mij de hele gemeentewet uit zijn hoofd kent, en die zei me: “Als je als raadslid stuit op informatie over een mogelijke misstand, dan ben je juist verplicht om daar wat mee te doen, ook al was de informatie niet voor jou bedoeld. Hij vergeleek het met iemand die bijvoorbeeld een brief vindt, of een gesprek opvangt, niet voor zijn ogen of oren bestemd. En die er dan op die wijze achter komt dat er een moord op iemand wordt beraamd. Dan ben je wettelijk verplicht om naar de politie te stappen, anders kun je zelfs veroordeeld worden wegens medeplichtigheid als men erachter komt dat jij wist dat die moord ging plaatsvinden.“
“Maar dan is het mij ook duidelijk. Als Schumacher niets met het munitiedocument wil doen, dan is het enige dat we kunnen doen naar buiten treden tijdens de Algemene Beschouwingen volgende maand in de gemeenteraad.” zeg ik strijdbaar. “Ja, dat denk ik ook, zegt John, “maar durf je dat? Dat wordt in de raad erger dan die raadsvergadering over Koorneef vrees ik.” “Nee joh,” zeg ik, “we hoeven toch niet aan te kondigen waarover we gaan spreken? Dat is het mooie van Algemene Beschouwingen, daarin mag je alles zeggen over alle mogelijke onderwerpen zonder dat dit op de agenda staat. En als het niet op de agenda staat, kunnen de collega’s zich niet voorbereiden en staan ze met de mond vol tanden….” “Je vergeet één ding, Joop, zegt John. “De Algemene Beschouwingen duren twee avonden. De tweede avond zullen ze je helemaal afmaken en heeft de coalitie het geschut weer op orde, om even in termen van munitie te blijven spreken.”
Door Johan Weeber