Papieren Tijgers: 62. Officier Sabreur
— 25-10-2019De Papieren Tijgers zijn weer terug van weggeweest. Na een korte vakantie periode pakken de tijgers de draad op vanaf hoofdstuk 55. Johan Weeber die tot voor kort in de Goudse gemeenteraad zat voor Gouda Positief baseerde zijn boek op ware gebeurtenissen tussen 2010 en 2018. “Uit respect voor sommige politici zijn bepaalde zaken in dit boek verzonnen. Uit respect voor de kiezers is al het overige zo waarheidsgetrouw mogelijk opgeschreven.” Het boek verschijnt als feuilleton in deGouda Digitaal.
Er waait een nieuwe wind door Solingen. We zitten nog maar kort in de coalitie, en het ene na het andere bedrijf wil zich vestigen in onze mooie gemeente. De werkloosheid daalt, de lokale economie groeit. Toegegeven, economisch gaat het beter in heel Duitsland, maar de houding van Solingen naar ondernemers is ook anders. Zo heeft John een taskforce acquisitie ingesteld, met makelaars en ambtenaren. Deze taskforce schuimt continu de regio af op zoek naar bedrijven die zich in Solingen zouden willen vestigen. En dat werpt zijn vruchten af. Grote delen van de leegstand in de Solingse Poort worden ingevuld. Ook op het gebied van vergunningverlening loopt alles soepeler. Het adagium van “Nee, tenzij” is veranderd in “Ja, mits”. John besteedt veel tijd aan het bezoeken aan nieuwe en bestaande bedrijven in Solingen om dit nieuwe evangelie te prediken. Bij alles is zijn houding en die van zijn ambtenaren er eentje van: ”Waarmee kan de gemeente u van dienst zijn?” En als tweede vraag: ”Wat kunt u terugdoen voor uw Solingen?” Dat leidt tot mooie samenwerkingen tussen gemeente en ondernemers. Sommige bedrijven hadden nog nooit iemand van de gemeente op bezoek gehad. John vertelt dit alles terwijl we naar de opening van een nieuw bedrijf op de Solingse Poort rijden. Ik haal een oude herinnering op uit 2010. Ik reed met wethouder Sibbe Köln van de SDAP, ook over de Solingse Poort, naar een radiodebat. Terwijl we om ons heen keken naar de leegstand, sprak Sibbe: “Best mooi dat die ondernemers hier zo’n groot probleem hebben, dat geeft mij een hele riante onderhandelingspositie…” John en ik zijn het erover eens dat die tijd echt vér achter ons ligt.
Als we aankomen wordt John al snel aangekondigd als wethouder Financien en Economie en beklimt hij een podium op het parkeerterrein van een nieuwe groothandel in Solingen, Solgro. Daar staan al de drie directieleden van het bedrijf, de drie broers Jung. John schudt handen. Daarbij kijken ze alle vier, strak in het pak, met een brede lach rond. Camera’s klikken. Het is een warme nazomerdag, de zon schijnt fel. Het parkeerterrein staat vol met genodigden, veelal in hemdsmouwen of in korte broek. De bolides en bestelbusjes van de ondernemers, waarvan de meesten in de horeca actief zijn, staan aan de rand van het parkeerterrein. De stemming is vrolijk, overal wapperen vlaggen. Achter het podium, voor de entree van Solgro, staat een grote ereboog van groene ballonen. De officiële opening van de winkel zal over een half uurtje plaatsvinden.
Er klinkt salsa muziek. Er zijn uiteraard speeches. John roemt de gebroeders Jung om hun ondernemerschap en hun lef om in Solingen een miljoenenbedrag te investeren. De oudste en tevens kleinste van de gebroeders Jung, roemt de gemeente Solingen en John in het bijzonder, omdat er sinds zijn aantreden opeens een versnelling in het stroperige vergunningentraject mogelijk was. Ook de medewerkers, de aannemer, leveranciers en “iedereen die ik niet genoemd heb” worden bedankt. Applaus klinkt, de muziek zwelt aan. Dan betreedt een kleine man met achterovergekamd grijs haar het podium. Hij heeft een mooi gesteven uniform aan, een zwarte cape zwiert achter hem aan als hij over het podium loopt. In zijn rechterhand heeft hij een sabel, in zijn linkerhand een fles champagne. Het is Daan Scharlau, een gediplomeerd Officier Sabreur, gespecialiseerd in het met één slag van een vlijmscherp sabel ontkurken van een champagnefles. Daan maakt allerlei zwierige gebaren met het sabel, geeft het publiek een toelichting op het werk van een Sabreur. Hij geeft een demonstratie hoe scherp zijn sabel is door een aantal houten kegels te onthoofden. De stukken hout vliegen over het podium, het publiek kijkt geamuseerd toe. Vervolgens roept hij John bij zich en zegt: “Als wethouder moet u van alle markten thuis zijn, meneer Vroegop, vindt u niet?” John knikt met uitgestreken gezicht. Daan vervolgt: ”Dat is dan mooi, dan mag u ook de openingshandeling verrichten door deze kurk met één mooie slag van de fles af te slaan!” Wat niemand weet, is dat John in het geheim les heeft gehad van Daan. Als het goed is, is John bijna volleerd als sabreur.
De muziek zwelt aan naar een climax terwijl Daan het sabel en een mooie magnum fles champagne aan John overhandigt. Aan de randen van het parkeerterrein staan inmiddels tiptop geklede kelners klaar met glazen champagne om over enkele ogenblikken aan de genodigden uit te delen. John zwaait met veel drama het sabel rond, in zijn linkerhand heft hij de fles champagne. De ondernemers juichen. Vergeleken met sabreur Daan oogt John wel iets minder soepel met fles en sabel. De directiebroers kijken lacherig naar John, kunnen nauwelijks geloven dat die wethouder ook echt de kurk van de fles gaat slaan. Daan fluistert John nog iets toe, voordat hij met een enorme zwaai het sabel richting de fles laat gaan. Hij raakt net de kurk niet, maar de hals van de fles, die met een enorme knal explodeert. Het glas en de champagne spatten alle kanten op. Het publiek gilt. Als het champagneschuim is weggetrokken, zie ik John op het podium liggen, hij crepeert van de pijn. Zijn linkerhand probeert hij krampachtig tussen zijn benen te duwen, het bloed spuit er letterlijk uit. De broek van zijn kostuum kleurt rood. Zijn jasje zit onder de donkere vlekken van de champagne. Glasscherven glinsteren op zijn revers. De broers Jung en enkele medewerkers sprinten naar John toe, iemand grijpt zijn telefoon en belt het alarmnummer. De genodigden staan verbijsterd naar het podium te kijken. De kelners doen net alsof er niets gebeurd is en delen champagne uit, die werktuiglijk in ontvangst wordt genomen. In de verte klinkt een ambulance.
Door Johan Weeber