Weekblad deGouda Archief

Papieren Tijgers: 68. Gold Asphalt

Johan Weeber die tot voor kort in de Goudse gemeenteraad zat voor Gouda Positief baseerde zijn boek op ware gebeurtenissen tussen 2010 en 2018. “Uit respect voor sommige politici zijn bepaalde zaken in dit boek verzonnen. Uit respect voor de kiezers is al het overige zo waarheidsgetrouw mogelijk opgeschreven.” 
Het boek verschijnt als feuilleton in deGouda Digitaal.

John en ik zitten in het Huis van de Stad voor het coalitieoverleg in achterkamer 7.3 zoals we dat zaaltje altijd gekscherend noemen. Het is dinsdagavond, de avond voor de besluitvormende raad op woensdagavond. Het is zoals altijd vies warm in het Huis van de Stad, en vooral in deze ruimte. Voor mij is het altijd een race tegen de klok om, rekening houdend met het gezin en de zaak, hier op tijd te zijn. Overigens geldt dat niet alleen voor mij. Het zweet parelt van de meeste voorhoofden. Marian Zouterd van de SDAP zit met een bak afhaalchinees voor zich en probeert dat met de bijgeleverde stokjes te eten. De ruimte vult zich met zweet- en etenslucht als Daisy van Dem’77, de vergadering opent: ”Ja mensen, we hebben allemaal weinig tijd en veel lol, ik weet het, maar ik wil toch graag beginnen.” Iedereen kakelt door elkaar heen, er werd net hard gelachen want Romero en John hebben elkaar weer eens een paar foute grappen verteld. “Goed” vervolgt Daisy, ”Als eerste zou ik toch even Kalt Asphalt aan de orde willen stellen. Ik heb gesproken met de eigenaar van de grond, en we zouden het stuk grond voor een bodemprijs kunnen kopen….hahahaha ja een bodemprijs vanwege de vervuilde bodem natuurlijk. Het gaat om minder dan een miljoen.”  John zegt: ”Nou, ik vind dat toch een hoop gemeenschapsgeld, en dan krijgen we de risico’s van sanering er ook nog gratis bij.” De anderen maken wegwerpgebaren, Tierie, de fractievoorzitter van Dem’77 zegt: ”Man, waar hébben we het over op een begroting van in totaal zo’n honderdtachtig miljoen euri. Eén miljoen, kleingeld is het! Een stadsfeest kost al meer. Laten we nou voor één keer afwijken van dat strakke financiële keurslijf waar jullie partij ons in geduwd heeft.“ Er klinkt instemmend gemompel van de anderen. “Ja, zeg ik, “en dan vergeten jullie voor het gemak dat er een marktpartij is die het wil kopen, de Three Amigo’s.” Afwerende gebaren bij de anderen, Daisy zegt: ”Joop, ik heb echt geen greintje vertrouwen in die vastgoed pensionado’s.” Ik slik iets weg en vervolg cynisch: “Ik had het kunnen weten.  Leo Prins vertelde me al in extase dat ie een deal heeft met jullie. Hij mag scoren door zijn motie in te dienen en die zullen jullie dan steunen. Zo halen jullie toch een meerderheid ten koste van de bekende Financiële Paragraaf waar we allemaal voor getekend hebben.” Er valt een stilte.  Daisy maakt bezwerende gebaren terwijl ze zegt: ”Rustig, Joop, rustig, het gaat alleen maar om een motie dat we als gemeente mógen onderhandelen over de aankoop, de condities kunnen wij hier nog bepalen.” John, als wethouder financien, grijpt zijn kans en zegt: ”Mooi, dan wil ik dat die saneringskosten uitgesloten worden, dat we de koopsom halveren en dat we een normaal zakelijk contract gaan sluiten met die Gold Asphalt  club of welke andere club dan ook. Dan zijn we voor, en dan ook alleen maar als die externe financiers niet van de pot komen.” Ik knik instemmend. De rest gaat ook morrend akkoord.

Eén miljoen, kleingeld is het! Een stadsfeest kost al meer

De volgende avond wordt de motie Prins in stemming gebracht. Hij haalt het, wij stemmen als enige coalitiepartij tegen, omdat we nog steeds vinden dat eerst aankoop door Gold Asphalt of de Three Amigo’s onderzocht moet worden. Maar onze raadscollega’s snappen daar helemaal niks van, de meesten spreken zich onomwonden uit voor aankoop door de gemeente en papegaaien Leo Prins na: “Gold Asphalt Heeft Zulke Mooie Plannen Dat Mag Solingen Wat Geld Kosten.“ Na afloop van de vergadering komt Dieter-Paulus, geflankeerd door twee andere, in spijker- respectievelijk tweed pak gestoken leden van Gold Asphalt, naar me toe en zegt: ”Zo Joop, jaja, je snapt wel dat we morgenavond gaan annuleren he? De kans is nu zo groot dat de gemeente het terrein gaat kopen dat het geen zin heeft die rijke patsers erbij te halen.” Ik zag dit wel aankomen en zeg vlak dat ik iedereen dan maar ga afbellen. Ik vraag of ze al een huurcontract van de gemeente hebben gezien. “Huurcontract, hoe bedoel je?” vraagt Dieter-Paulus verbaasd terwijl hij vervolgt: ”Als de gemeente het terrein gekocht heeft is het toch automatisch een soort van ons, wij hebben de toezegging van Daisy en Tierie dat we er dan gewoon ons ding mogen doen.” Het spijker- en tweed pak knikken heftig. Ik erger me wild aan zoveel amateurisme en neem mezelf voor me Daisy en haar ambtenaren maar eens te gaan helpen met het opstellen van een waterdichte huurovereenkomst.  Mijn specialiteit, ontwikkeld in de jaren dat ik voor ’s lands grootste kruidenier winkel na winkel aanhuurde.

Enkele maanden later loop ik over het terrein van Kalt Asphalt. De gemeente is inderdaad eigenaar geworden, en de leden van Gold Asphalt zijn druk bezig met het opruimen van het terrein. Een roestige hijskraan domineert het desolate gebied. Overal staan betonnen stukken muur, er liggen hopen asfalt, en langs de rivier staan halfvergane damwanden waarlangs ik  olie-achtige stroompjes de rivier in zie lopen. Hoezo beweren alle experts dat er niet gesaneerd hoeft te worden, overpeins ik. Als ik opkijk, kijk ik recht in het gezicht van Dieter-Paulus. Er zitten vegen modder op zijn gezicht, zijn handen zijn zwart. Hij draagt een overall. ”Ha Dieter-Paulus, nou, dit is wat je wilde toch? Wat een geweldige uitdaging, man, gefeliciteerd! En een mooi burgerinitiatief, met zakelijk voor de gemeente ook een prima constructie!” zeg ik met een glimlach. Dieter-Paulus glimlacht wat pijnlijk terug, kijkt me achterdochtig aan en vraagt: ”Dat wurgcontract dat wij opeens moesten tekenen met de gemeente, met die vreselijke bepaling dat wij elk jaar een sluitende business case moeten opstellen, en ook nog huur moeten betalen, wie heeft dat eigenlijk opgesteld? Dat kan geen ambtenaar geweest zijn.” Ik zeg met een knipoog: ”Je weet toch dat raadsleden zich niet met contractering door de gemeente mogen bemoeien?”

Door Johan Weeber

Related Articles