Weekblad deGouda Archief

Toekomst Tijgers 26. Buiten schot

Dit feuilleton is een vervolg op de Papieren Tijgers met bijna waargebeurde belevenissen (2008-2018). Tijgers Toekomst beschrijft verzonnen gebeurtenissen tussen 2030 en 2040. Toch zou de toekomst er best eens zo uit kunnen gaan zien.  

26 Buiten schot

 

John en ik zijn zonder problemen Duitsland weer ingereisd. Onder de radar, zonder chip, zonder controle, zonder paspoort. Maar met cheque van 7 miljoen, waarmee we het verzet nu echt vorm kunnen gaan geven. We zitten bij Romero de Tetter in zijn doorzonwoning op palen in Solingen-Noord. Onder de woning ligt zijn reusachtige wapendepot. “Zo heren van het goede leven, wat leuk dat wij weer eens een kop koffie drinken, doet me denken aan het mooie voorjaar van 2014.” begint Romero op humoristische toon het gesprek. We halen wat herinneringen op uit die tijd. Hoe we een coup en een tegencoup pleegden in de Solingse politiek. Romero is mede daardoor zo’n zeven jaar wethouder voor de SDAP geweest. Vlak voor de verkiezingen van ’22 sneuvelde hij, samen met een andere wethouder, op het dossier Turfmarktkirche. De rechter oordeelde daar dat de gemeente volledig ten onrechte een oud kerkgebouw, in eigendom bij een particulier, had afgepakt en vervolgens gesloopt. Zogenaamd vanwege instortingsgevaar maar dat was niet meer aan te tonen. De lokale politiek sloeg eindelijk op tilt. Een week na zijn “impeachment” werd Romero tot ieders verbazing directeur van de grootste woningbouwvereniging in de regio. Zijn bestuursstijl van socialistische powerplay past goed bij dit type organisaties, dus ik was niet verbaasd dit te horen. Maar de nieuwe baan was snel voorbij aangezien het Regiem alle huurwoningen in het land nationaliseerde, zogenaamd om iets aan het woningtekort te doen. De huurstroom kon het Regiem goed gebruiken aangezien de belastingopbrengsten door armoe en mismanagement bij de Belastingdienst enorm waren afgenomen. Sinds die tijd zit Romero op wachtgeld, zo vertelt hij en vermaakt hij zich prima met “nevengeschikte” activiteiten. John zegt: ”Joop heeft me iets vertelt over de aard daarvan, je zit in de transponers toch?” Ik zie aarzeling in de ogen van Romero als hij naar mij kijkt, ik knik bijna onmerkbaar. “Nou ja, die transponers zijn een middel om een doel te bereiken, en dat is om iedereen in dit land die zich onveilig voelt, aan een wapen te kunnen helpen ter verdediging, he, niet om aan te vallen. Daarom verkoop ik wapens.” John zegt: ”Maar als ik vragen mag, hoe controleer je dat? Dat iemand zijn wapen alleen ter verdediging gebruikt?” Romero zegt kortaf: ”Niet, dat is onmogelijk.” John stelt zijn volgende vraag: ”En wat als iemand een heel land wil verdedigen, zou je daaraan meewerken?” Romero is niet gek en zegt: ”John, ik weet vrij zeker dat jullie in het verzet zitten. Alleen al omdat ik geen chip zie bij jullie beiden. Volgens mij willen jullie het Regiem omverwerpen en natuurlijk wil ik daaraan meewerken! Ik moet niets hebben van die labbekakkers van Bidet, die engnekken, die bruine reetridders.” Hij loopt rood aan en voegt er nog een hele reeks gore kwalificaties aan toe. Ik herinner me opeens weer dat hij vroeger ook al zo tekeer kon gaan in de politieke achterkamertjes. John en ik wachten beleefd zijn tirade af.  “Mooi”, zeg ik “dan kunnen we dus zakendoen. Hoeveel en wat kun je leveren en in welke tijd?” “Hoeveel en wat heb je nodig en hoeveel geld heb je?” vraagt Romero. Het inkoopspel is begonnen. Ik geniet hiervan als voormalig kruidenier en zeg: “Als jij in principe in enkele weken alles kunt leveren wat wij nodig hebben voor pak m beet een bewapende garde van zo’n tweehonderd paramilitairen inclusief voertuigen en communicatie, is geld geen enkel probleem.” Ik laat hem de cheque zien. Voor het eerst van mijn leven zie ik bij Romero bleek wegtrekken.

 

De grijns is van zijn gezicht als hij stamelt:”What…. the… F*CK zijn jullie van plan. Hier moet ik echt over nadenken. Als dit mislukt zijn we er alle drie geweest. En honderden andere mensen ook.” John zegt: ”Daarom mag het ook niet mislukken. Daarom hebben we een uitgedacht plan klaarliggen. Daarom hebben we wat mollen her en der bij de overheid om ons te informeren. We zijn al een paar jaar bezig, we gaan echt niet over een nacht ijs.” Romero blijft aarzelend kijken. Ik zeg: “Je kunt ons natuurlijk ook in contact brengen met jouw leveranciers, dan blijf je zelf buiten schot.” Als John en Romero glimlachen realiseer ik me de onbedoelde woordspeling. Romero schudt uiteindelijk zijn hoofd en zegt dat hij, als hij meedoet, zelf mee wil doen. Als hij niet meedoet doen ook zijn leveranciers dat niet. Die vertrouwen alleen hem.  John doet nog een poging, op zijn bekende wijze: ”Romero, toen wij in die coalitie zaten vanaf 2014 hebben wij heel plezierig samengewerkt, althans zo heb ik dat ervaren. Ja, onze politieke denkbeelden lopen uiteen, maar dat betekent niet dat je niet kunt samenwerken. Ik zou het enorm waarderen als we in deze vreselijke periode voor onze stad én ons land, elkaar nu ook helpen. Het is ook meer dan ooit nodig. Ik ga ervan uit dat het lukt en daar wordt iedereen in het land beter van, stel je dat eens voor!” Romero kijkt op en zegt: ”Als ik meedoe, wil ik eerst meer weten. Ik moet de risico’s in kunnen schatten. Straks geven jullie de wapens bij wijze van spreken aan een zootje ongetrainde, schietgrage pubers.” John zegt: ”We hebben meer intel, maar wij hebben bij het verzet de regel dat je dan eerst lid moet worden en tekenen voor geheimhouding. Betekent ook dat je dan officieel deelneemt aan een terroristische organisatie waarop het Regiem de doodstraf heeft ingesteld.”

Romero zegt: ”Kom maar op met dat papierwerk. Ik teken ervoor. Maar ik wil mij het recht voorbehouden af te zien van levering als ik het plan niet vind deugen. Tot die tijd leg ik die cheque van jullie wel in mijn kluis.” Ik zeg dat het plan uiteraard deugt omdat ik en vele anderen dan ook niet mee zouden doen. We regelen elektronisch de documenten en handtekeningen, schudden handen en nemen afscheid. Buiten zegt John tegen me:”Proficiat, Joop. Wapens geregeld. Nu op zoek naar die tweehonderd “anderen”, militair geschoold, die ook nog mee moeten doen.“

 

Door Johan Weber 

Related Articles