Weekblad deGouda Archief

Toekomst tijgers 30. Berkenwald

Dit feuilleton is een vervolg op de Papieren Tijgers met bijna waargebeurde belevenissen (2008-2018). Tijgers Toekomst beschrijft verzonnen gebeurtenissen tussen 2030 en 2040. Toch zou de toekomst er best eens zo uit kunnen gaan zien.  

30 Berkenwald

 

John en ik dalen af in de catacomben van de Von Lippe Biesterfeld kazerne. Bij elke deur staat een van onze beveiligers. We legitimeren ons met onze cryptofoons, aangezien wij met een vals ID gechipt zijn. Langzaam maar zeker komen we dichterbij de kern van de bunker, waar Ronnie Verkoel de scepter zwaait. Bij de laatste zware metalen deur kijkt John in de irisscanner, waarop de deur openzwaait. Ronnie zit achter tientallen beeldschermen. Hij kijkt op en begroet ons hartelijk: ”Heren van het verzet, voel je welkom in het Heilige der Heiligen. Koffie, thee of een Bidetbiertje?” John valt met de deur in huis en zegt dat er aanwijzingen zijn dat er gelekt wordt naar het Regiem vanuit deze bunker. Ronnie trekt een uitgestreken gezicht en zegt: ”Hoezo? Wat is er dan gelekt volgens jullie?” Ik vertel over het duidelijk geënsceneerde ongeluk van onze burgemeester. En het gesprek dat hij met Farid heeft gehad over de rol van de burgemeester. Ronnie’s ogen vernauwen zich tot spleetjes als hij zegt: “Ik weet van niets. Denken jullie nou werkelijk dat ik van twee walletjes eet? Ik zou die Farid, die Marokkaan maar eens beter in de gaten houden als ik jullie was. Ik heb hem helemaal niet gesproken namelijk. Wel bijzonder dat jullie meteen mij verdenken.” John en ik kijken elkaar aan. We weten natuurlijk dat het lastig is als je verdenkingen uit zonder echt bewijsmateriaal. Soms doen we dit ook om te testen hoe iemand reageert. Maar Ronnie is militair geschoold dus die weet precies hoe hij zich moet gedragen. Ik zeg: ”OK, we geven je het voordeel van de twijfel en gaan nog een keer met Farid praten. Maar het is echt een must dat wij de mensen die voor ons werken, garanties kunnen geven dat ze niet verlinkt worden. Dat geldt ook voor de tweehonderd paramilitairen die we in de omgeving van Berkenwald aan het opleiden zijn.” Even trilt bijna onmerkbaar de rechterwenkbrauw van Ronnie. Dit wist hij nog niet.  Ik heb bewust een verkeerde plaatsnaam genoemd. We gaan zien of daar binnenkort verhoogde activiteit van het Regiem plaatsvindt.  Berkenwald is een rustiek dorpje, op tien kilometer van Solingen, en ligt gelegen in de uitgestrekte bossen. Inderdaad heel geschikt om daar onze paramilitairen op de te leiden, maar we hebben toch voor een andere plaats gekozen. In Berkenwald woont vooral de uit Solingen gevluchte middenklasse.

Door de armoe in Solingen wordt deze middenklasse nu als extreem rijk betiteld.  Allard der Weisse Weinen is onze vertrouweling in Berkenwald. Allard is een oude vriend uit onze Herensociëteit.  Deze sociëteit is helaas zoals zoveel verenigingen, ook verboden.  Dat heeft er overigens wel toe geleid dat het merendeel van de leden in meer of mindere mate actief is geworden voor onze verzetsgroep. Ik bedenk nog eens hoe dom het is van welke regering dan ook om alles maar te verbieden. Dat begon al tijdens de coronapandemie. Naarmate er meer verboden kwamen, werden burgers steeds opstandiger. Toen na een opeenstapeling van vrijheidsbeperkingen en sluitingen uiteindelijk een avondklok werd ingevoerd, kwamen er massale rellen. Deze werden echter met harde hand de kop ingedrukt. Daarna volgde iedereen weer dociel de aanwijzingen en “dringende adviezen” van de overheid op. Maar ondergronds broeide er van alles. De kopmannen van het huidige Regiem wisten toen een hoop strijders te mobiliseren. En op slinkse wijze de verkiezingen te winnen. Bizar eigenlijk hoe ons verzet op zijn beurt weer strijdt tegen het totalitaire Regiem. Het is de aloude golfbeweging van aan de macht komen en de macht weer kwijtraken. Het verschil met tien jaar geleden is wel dat de samenleving steeds gewelddadiger geworden is. Ik schrik op uit mijn overpeinzingen. John en Ronnie staan naar een beeldscherm te turen. Het is de werkkamer van Bidet in zijn Paleis op de Dam. Bidet zit zoals bijna altijd achter zijn vleugel te spelen. Om hem heen fladderen enkele schaars geklede dames. John grinnikt: ”Wat is die man toch een karikatuur van zichzelf. Maar eh, wat weet je van zijn beveiliging Ronnie?” Ronnie zegt: ”Die is extreem goed. Een groot aantal ex-collega’s van me werkt daar, met de zwaarste militaire opleidingen. Nog steeds vijf uur training per dag, schieten, fysiek en mentaal. En dan vijf uur werken. Ik probeer met een aantal contact te houden, maar dat valt nog niet mee. Ze reageren niet op apps en telefoontjes, echt heel bijzonder voor oude vrienden onder elkaar. Ik vrees dat ze gehersenspoeld zijn door zo’n psycho robot. Maar, ik heb wel uit betrouwbare bron vernomen dat je, als je een hoer bent, de beveiliging geen enkel probleem is. Dan zit je zo bij hem op schoot. En dat geldt eigenlijk voor de hele top.”

John kijkt me nadrukkelijk aan, maakt een kort zwijggebaar. We nemen afscheid van Ronnie en verlaten de kazerne. Als we op enige afstand zijn zegt John: ”Nou, we weten nu dus hoe we van dat Regiem afkomen. Met een paar goed getrainde dames van lichte zeden. Op dit moment zijn we vrijwel alleen maar kerels aan het opleiden. We moeten dat dus echt anders gaan doen. En die dames mag jij gaan vinden, dat lijkt me echt iets voor jou met je vastgoedachtergrond, hahaha.” Ik lach mee als een boer met kiespijn. We lopen via de Boden- en de Florisstrasse en weer richting het Zentrum. Het is allang lunchtijd geweest, mijn maag rammelt. John heeft ook trek. We komen langs snackbar Floris en gaan daar naar binnen. We bestellen een friet met Bratwurst en een colaatje. Ik heb mijn eten snel op, maar John lijkt wel een herkauwer. Ik pak ongeduldig mijn cryptofoon uit mijn broekzak. Ik zie dat deze op “stil” stond en dat ik zes gemiste oproepen heb van Allard uit Berkenwald. Ik bel direct terug en krijg een hevig verontruste Allard aan de telefoon: ”Joop, hoor je dat gedreun op de achtergrond? Er vliegen hier vier Apache-KLM gevechtshelikopters rondjes over het dorp, en het leger marcheert door de straten. Zorg dat dit stopt !”

Door Johan Weeber

 

Related Articles