Toekomst Tijgers 40. Freak
— 07-05-2021Dit feuilleton is een vervolg op de Papieren Tijgers met bijna waargebeurde belevenissen (2008-2018). Tijgers Toekomst beschrijft verzonnen gebeurtenissen tussen 2030 en 2040. Toch zou de toekomst er best eens zo uit kunnen gaan zien.
40 Freak
Ik zit al een paar dagen ondergedoken bij Dieter Verhufe in zijn warmtepompschuur. Ik heb het er eigenlijk prima naar de zin. Ik krijg ontbijt, lunch en diner op de kamer. Ik slaap heerlijk. Er is snel internet. Het lijkt wel een hotel. Ik kom helemaal tot rust na het zoveelste verzetsavontuur. Af en toe pieker ik wel over het geld waar John en Romero mee aan de haal zijn. Dieter komt elke dag even een kletspraatje maken. Ik rep uiteraard met geen woord over het nachtelijke bezoek dat ik heb gehad. In de vroege ochtend van de vierde dag krijg ik opnieuw bezoek. Het luik in de meterkast gaat open. Het is Farid. Hij heeft van “iemand in het verzet” gehoord waar ik ondergedoken zit. Farid zegt met zijn bekende glimlach: ”Zo Joop, je zit er hier wat beter bij dan een paar maanden geleden met mij in die kazernecel.” Ik glimlach terug en zeg: ”Jij komt niet zomaar langs. Jij weet iets wat je mij komt vertellen.” Farid verstrakt en zegt: ”Klopt. Je weet dat ik veel mensen ken Joop, en dat ik veel hoor.” Ik knik en hij vervolgt: ”Ik hoor geruchten over onze verzetsvrienden John en Romero. Ze bulken van het geld en ze hebben voor miljoenen contant een villa en een speedboot gekocht aan de plassen.” Ik vraag zo neutraal mogelijk waarvan hij denkt dat ze dit gekocht hebben. Farid haalt de schouders op, maar geeft me wel het adres: “Zodat je het zelf kunt checken.” Ik zeg tegen Farid dat ik niet meer alleen op pad ga sinds mijn akkefietje bij de Motor Cycle Club. “Ok, dan gaan we samen. Als jij ze niet vertrouwt Joop, doe ik dat ook niet” zegt hij. Ik ben dankbaar voor de loyaliteit van mijn oude vriend Farid, die ik al zo’n twintig jaar ken. We gaan op pad in zijn oude Tesla. Hij heeft er een oude stinkende benzinemotor ingezet omdat er in ons land bijna geen oplaadpunten meer zijn. In de auto vertel ik gedetailleerd hoe ik vier dagen geleden ben opgepakt. En ook hoe vreemd het is dat John sindsdien nog geen contact heeft opgenomen. Terwijl hij erbij was, daarna verdween en mij heeft laten onderduiken. Farid snapt er ook niets van maar zegt: ”Hoe dan ook, hij en Romero voeren iets in hun schild.
Daar gaan wij echt wel achter komen.” We rijden over de smalle weggetjes in het plassengebied, vlakbij Solingen. Links en rechts staan kolossale huizen van de “Rich and Famous” uit de regio, en ook veel landelijke kopstukken hebben hier hun onderkomen gevonden. Achter de huizen beginnen de plassen, en soms zie je tussen de huizen door een luxe jacht liggen. Farid moet uitwijken naar de berm voor een tegenligger, een Bentley met chauffeur. Op de achterbank zit een grijze man in pak te bellen. De meeste mensen die hier wonen hebben banden met het Regiem. Alleen op die manier kun je aan zoveel geld komen dat je hier een villa kunt kopen. De afgelopen tien jaar zijn vrijwel alle villa’s in handen gekomen van mensen die voor het Regiem werken. Hoge ambtenaren en bestuurders. Waar overal de woningmarkt in ons land instortte, zijn in het plassengebied de huizenprijzen alleen maar gestegen door vraag vanuit de nieuwe Regiemrijken. Niet-Regiem aanhangers hadden het nakijken bij aankoop, of kozen ervoor om te cashen en elders te gaan wonen. De huizen zijn zo populair omdat ze goed te beveiligen zijn. De meeste hebben een ophaalbrug over de sloot vóór de woning, en zijn ook verder omringd door water. Hoewel dat water er liefelijk uitziet met waterlelies, eenden en andere watervogels, weet ik dat onder water moderne apparatuur ligt waardoor eventuele indringers direct worden doorzeefd met glazen of metalen splinters. Laatst nog werd een zwemmende hond het slachtoffer. Opnieuw moet Farid de berm in, nu voor een Mercedes Z-klasse, die zo breed is dat één van beide auto’s een stuk achteruit moet rijden naar een breder stuk weg. Natuurlijk is Farid degene die uiteindelijk naar achteren gedwongen wordt. De Mercedes passeert ons, ik zie alleen geblindeerd glas. Het asfalt golft onder de zware gepantserde auto. “Waarschijnlijk een minister” zeg ik tegen Farid, “die rijden in dit soort auto’s uit angst voor de buitenwereld.” Langzaam komen we dichter bij het adres dat Farid heeft doorgekregen. We komen nu in een wat rustiger gedeelte van het plassengebied. De huizen zijn hier groter, maar aan het oog onttrokken door enorme coniferenhagen. Bij het adres aangekomen, zien we een grote witte ophaalbrug tussen de haag over het water. De brug staat open. Farid rijdt langzaam door. Ondertussen proberen we een glimp op te vangen van de villa, maar dat is onmogelijk door de dichte begroeiing. Farid parkeert zijn auto honderd meter verderop, uit het zicht, op een braak stuk grond, dat grenst aan de plas. We besluiten de oever te volgen, om bij de villa te komen, die door John en Romero gekocht zou zijn. We lopen enkele minuten en komen dan bij de erfgrens. Daar staat een groot stalen hek met scherpe punten. Het hek loopt door het water in. Achter het hek staan opnieuw dichte coniferen, zodat we nog steeds niets kunnen zien. We lopen een stukje landinwaarts.
Dan zakt Farid naast het hek plotseling tot zijn knieën weg in het veen. Door de droogte is het veen hier verpulverd. Even later zijn we met zijn tweeën een gat aan het graven onder het hek door. Dat duurt een paar minuten. Dan kruipen we één voor één door het gat. We slaan voorzichtig de zwarte stof van onze kleding en zien eindelijk een reusachtige, onder architectuur gebouwde witte villa. Aan een steiger ligt een snelle powerboat. We kruipen door het hoge gras dichterbij. We zien mensen aan een tafel zitten. We komen nog iets dichterbij. Dan zie ik het, tegelijk met Farid. We kijken elkaar verbijsterd aan. Aan tafel zitten John en Romero, met tegenover hen Bidet en zijn tweede man, Freak Jensen.
Door Johan Weeber