Gouda – Bij de bouw van het Goudse stadhuis was het al niet veel anders dan nu. Het was in 1395 dat het stadsbestuur van Gouda het Marktveld kocht van de heren Van de Gouda om op die plek een stadhuis te bouwen. Met de bouw werd pas 53 jaar later, dus in1448, begonnen. Uit de aantekeningen van de stadhistoricus Ignatius Walvis, bleek dat de gebrekkige financiële positie van de stad de oorzaak was van het voortdurende uitstel.

Die gebrekkige financiële positie van Gouda kennen we nog wel uit het recente verleden, hoewel de huidige wethouder over 2020 met een positief resultaat van 11,8 miljoen op de proppen kwam. En dat is maar goed ook, want na het vertrek van de laatste uitbater van het oude Stadhuis, de Teka Groep, mag het Gouds College gaan uitleggen wat er met dit unieke historische gebouw gaat gebeuren en hoe dat financieel wordt aangepakt.

Artikel gaat verder na de foto

Burgemeester en wethouders komen met nieuwe plannen voor het oude Stadhuis
Het college heeft een proces opgestart om tot een herbestemming van het stadhuis te komen. Dit moet nog aan de raad worden voorgelegd en besproken, maar het verhaal is te lang om hier te kunnen publiceren. In grote lijnen krijgt het stadhuis een aantal oude functies terug zoals de mogelijkheid om het te bezoeken, te trouwen en bijeenkomsten te organiseren. Ook evenementen rond het stadhuis blijven mogelijk. Goed nieuws voor inwoners en bezoekers dus. Wat de exploitatie betreft dienen de kosten en de opbrengst elkaar in evenwicht te houden., wordt gesteld. Maar degenen die zo’n tien jaar geleden de financiering van het Huis van de Stad gevolgd hebben zullen de bui wellicht al zien hangen. De kosten voor de bouw van het Huis van de Stad werden deels gecompenseerd door de verhuuropbrengsten van het oude Stadhuis. Die zijn er niet meer en komen ook niet meer terug want het college gaat ervan uit dat de opbrengst door de nieuwe gebruikers hooguit genoeg is om de gebruikskosten aan de gemeente te betalen. Sterker nog, men stelt dat de maatschappelijke meerwaarde zwaarder weegt dan het maximaliseren van het huurrendement.

Gouwenaars, gefeliciteerd met de teruggaven van het stadhuis aan de gemeente en de inwoners.
Maar het is wel een koekje van eigen deeg. Inmiddels huizen het bestuur en de ambtenaren in het Huis van de Stad. Aan de afschrijving daarvan zal niet meer via extra huuropbrengst van het oude Stadhuis worden bijgedragen. Lagere inkomsten worden al snel -direct of indirect- op het bordje van de inwoners en bedrijven neergelegd. Maar goed, daar krijg je ook wat voor terug en kun je tegen vrienden en familie zeggen: “Kijk dat is ons stadhuis waar ik voortaan ook aan mee mag betalen”.