Bijen houden midden in de stad
— 03-09-2017Gouda – “Dat is een bezoeker”, wijst Alex Kulik. We staan op zijn balkon en kijken naar de bijen die rond de bijenkast zwermen. De kast staat beneden op een klein plaatsje midden tussen de huizen in het centrum van Gouda. Een leek ziet geen enkel verschil tussen de bijen die bij de kast horen en de bezoekers. Maar Alex is geen leek, hij is stadsimker. Hij kijkt naar het gedrag, en dat vertelt hem veel. De bezoeker moet de kast niet binnengaan, want dat overleeft hij niet, voorspelt Alex. Stel hem een vraag over bijen en hij legt je alles haarfijn uit.
Alex en zijn partner Chantal van der Marel zijn hobby-imkers. Samen startten ze zo’n zes jaar geleden de Goudse Stadsimkerij. Ze hebben nu vier volken, één op het plaatsje onder hun huis in de Wilhelminastraat en de andere volken in kasten aan de rand van de stad. Veel honing leveren de volken dit jaar niet op, maar daar is het deze imkers niet in de eerste plaats om te doen. “We doen dit omdat we willen meehelpen de bijenstand in evenwicht te houden”, zegt Chantal. De honing zien ze als een prettige bijkomstigheid.
Stadstuintjes
In de stad is genoeg voedsel te vinden voor de bijen, verzekert Chantal. Ze zoeken in een straal van drie kilometer naar eten. Er is voldoende te vinden in de stadstuintjes en op de balkons. Natuurlijk, Alex vindt het prettig als stadsbewoners hun best doen om ‘bijvriendelijke’ bloemen en planten neer te zetten, maar belangrijker nog vindt hij het dat mensen bewust omgaan met insecten. Niet alles wat vliegt zomaar doodslaan. Insecten, en ook de bijen, hebben hun eigen plaats in het ecologisch systeem. Als bijen doodgaan, heeft dat verstrekkende gevolgen, legt hij uit. Tot aan het verdwijnen van vruchten toe. “Het gaat op dit moment niet goed met de bijen”, zegt Chantal. “Er is een aantal ziektes en er verdwijnen zwermen. Je weet dan niet waar ze zijn. Dit jaar was het heel wisselvallig weer en de bij vliegt alleen bij mooi weer uit om nectar en stuifmeel te halen. Als het niet genoeg voeding heeft, verzwakt het volk.” Een ander probleem is dat de winters minder koud zijn, de bijen trekken zich dan niet terug in hun kast, zoals ze doen bij vorst, maar vliegen lang door. Hoe eerder ze in de winter in hun kast zitten, hoe langer ze leven.
Flink gestoken
Uren kunnen deze hobby-imkers vertellen over de bijen, over hun gedrag, over hun geuren die wij mensen niet kunnen ruiken, maar waarmee bijen onderling communiceren, over het geluid van de eigen zwerm en een onbekende zwerm. Het is fascinerend. Ze houden van hun bijen, maar dat betekent niet dat ze nooit worden gestoken. Alex heeft een keer per ongeluk een kast laten vallen en werd toen aangevallen door zijn eigen bijen en flink gestoken. “Gelukkig bleek de koningin het te hebben overleefd, met nog wat bijen. Daar was ik blij om, want het zijn wel m’n oogappels.” Chantal moest zelfs een keer naar het ziekenhuis nadat ze flink was gestoken. Eigenlijk, zeggen ze, worden ze altijd wel geprikt als ze werken met de bijen, maar dat accepteren ze als iets dat erbij hoort. Hun buren hebben weinig last van deze bijzonder hobby. “We krijgen vooral leuke reacties uit de buurt.”