Boerin op Sokken | Deel 17 | Gouds Plateel
— 23-02-2017Ze wiebelt met haar tenen, wrikt met haar voeten. Het kraakt en schuurt, minutenlang. Maar het lukt! Golda, de kaasboerin laat haar klompen achter zich en gaat op in het mooie Gouda.
Boerin op Sokken, deel 17 | Gouds Plateel
“Och, niet weer!”, kreunt Golda.
De stoel krast over de vloer. Door de druk van Golda’s achterste is hij een halve meter van de tafel afgeschoven. In haar rechterhand houdt ze het fijnpuntige kwastje krampachtig vast, haar blik glijdt vertwijfeld over haar medecursisten. Rondom de tafel liggen ongeglazuurde tegels met oer-Hollandse patronen. Vervormd, vervaagd door de blauwe verf die maar niet netjes binnen de lijntjes wil kleuren.
Trudy knikt haar bemoedigend toe. “Blijven proberen, Golda. Als het zo gemakkelijk was, zaten jullie hier niet, toch?” Vanochtend heeft Trudy al het nodige verteld over de techniek. Ambachtelijk draaien, plateelschilderen en glazuren, allemaal vakken apart. Eeuwenoude Goudse tradities. Dankzij cursussen als deze, wordt dit ambacht in zijn oorspronkelijke vorm keurig overgedragen aan volgende generaties.
De ongeglazuurde tegeltjes zijn poreuzer dan de geglazuurde en zuigen met een pesterige gulzigheid de aangebrachte verf op. Het malletje dat ze vanochtend met houtskool heeft overgetekend op het biscuit, zoals de tegeltjes ook wel worden genoemd, biedt amper houvast.
“Als je dit kunt”, knikt Trudy bemoedigend, “dan heb je de techniek pas goed onder de knie en kun je die vervolgens op je eigen manier toepassen.” Trots kijkt ze daarbij naar het certificaat aan de muur: ‘Plateelschilderen in Gouda – geplaatst op de Nationale Inventaris Immaterieel Erfgoed’.
Opeens moet Golda aan het prachtige gedicht van Leo Vroman denken:
Ode aan Gouda
Leeft nog Goudse kleigrond tussen
hijskraan, kerk en Krugerlaan,
laat ons dan die kleigrond kussen
waaruit Gouda is ontstaan!
Laat de straten vredig zinken
in die moederlijke schoot;
zalig uit haar modder klinken
klokken, glimt het glas in lood.
Laat ons in haar rijkdom delen:
kaas en kaarsen en krakeel,
stroopwafels en pijpenstelen,
plat plat Gouds en plat plateel.
Wie in Gouda op mocht groeien
voelt in ouderdom vanouds
de Gouwe door de aderen vloeien
en die blijft voor eeuwig Gouds!
Golda buigt haar hoofd. Diep. Het puntje van haar tong passeert haar onderlip, in volle aandacht voor een nieuwe poging.
– Caroline Wammes