Weekblad deGouda Archief
Beatrijs Lubbers

Het Huis van de Stad mist iets

Het idee was zo mooi. Geen stadhuis, maar een Huis van de Stad. Het gebouw heeft een bijzondere uitstraling en is van verre te zien. De plek heeft voordelen: vlak bij het station, een gigantische fietsenstalling, een aangename parkeergarage. Maar toch mist het Huis van de Stad iets. Het is niet geworden, zoals het ooit bedoeld was: een huis waar de stad intensief gebruik van maakt en zich thuis voelt. Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren.

[wc_fa icon=”quote-left” margin_left=”20″ margin_right=”20″][/wc_fa]   Laten we een vleugel plaatsen in de expositieruimte op de begane grond

Vanuit onze liberale markteconomie mag een gemeente niet aan ­oneerlijke ­concurrentie doen. Burgers ­mogen hun huis dus niet gratis gebruiken maar moeten marktconforme huren betalen. Vanuit veiligheidsoverwegingen is iedere bezoeker een potentieel risico. Dus liever mensen buiten houden dan gastvrij ontvangen. En de tiende verdieping met dat prachtige uitzicht: daar mag een bezoeker bijna nooit komen. ­Gelukkig is er nog één hoekje voor de stad: de expositie­ruimte op de begane grond. Laten we daar nu een vleugel plaatsen. ­Muziek brengt je in hogere ­sferen. Er lopen vast genoeg mensen rond die even willen spelen. Niet alleen bij de maandelijkse ­opening van de nieuwe expositie. En op woensdagavond kunnen de bezoekers kiezen: luisteren naar een concertje of naar kibbelende politici. En heel misschien gaan die politici ook een beetje beter luisteren als de muziek hun oren heeft geopend. Olaf Hornes van ­Musecology heeft het initiatief genomen. Was er niet een potje voor vernieuwende burger­initiatieven? Als de stad nu de begane grond verovert, komt die tiende ver­dieping ooit ook nog wel.

Related Articles