Hoe doet de Gouwenaar boodschappen?
— 07-10-2017Gouda – Boodschappen doen is voor bijna iedereen een wekelijks terugkerende taak. Toch doet iedereen het weer anders. Neem jij een lijstje mee en koop je direct alles voor de hele week of bedenk jij in de supermarkt pas wat je wilt eten die avond en zie je morgen wel weer verder?
Marjoke Franken (42):
“Als ik boodschappen ga doen, gaat het meestal als volgt: terwijl ik met mijn karretje naar binnen loop, probeer ik me koortsachtig te herinneren wat het nou ook al weer was dat ik al dagen vergeet te kopen, en wat nou toch echt op was? Ik verzin ondertussen wat we gaan eten, loop kriskras door de winkel om de ingrediënten te verzamelen, om er dan thuis achter te komen dat het de boter was die op was… en die heb ik natuurlijk niet meegenomen.”
Saskia Hoogervorst (45):
“Boodschappen doen vind ik helemaal niet zo erg maar ik maak het wel makkelijk voor mijzelf. Voordat ik boodschappen ga doen maak ik een lijstje. Alles wat ik op het lijstje zet, zet ik op volgorde van de winkel zodat ik makkelijk en snel door de winkel ben. Het boodschappen doen moet zo snel en effectief mogelijk zijn. Koopjes sla ik nooit over. Ik kijk altijd even of er iets tussen ligt wat ik kan gebruiken of wil proberen maar als er niks tussen ligt dan kan ik dat ook prima laten liggen.”
Sietske van Dijk (57):
“Met mijn karretje loop ik naar binnen. Ik wil mijn boodschappenlijstje pakken en kom tot de ontdekking dat die nog thuis op het aanrecht ligt. Nu maar hopen dat ik niets vergeet. Als ik thuis kom en op mijn lijstje kijk, blijkt er met mijn geheugen niets mis te zijn. Ik heb alles gehaald. Nu is het tijd voor koffie.”
Sara Lamharfi (22):
“Als ik boodschappen ga doen, gaat dat als volgt; ik maak van te voren geen boodschappenlijstje, ik pak de auto ook al is het maar op een loopafstand van drie minuten.
Wanneer ik ben aangekomen, loop ik als eerste naar de drogisterij om de actuele aanbiedingen te scoren (lees: make-up). Met mijn handen vol loop ik naar de supermarkt om vervolgens datgene te halen waarvoor ik ben gekomen. Als ik bij de kassa ben, besef ik dat ik sneller klaar was dan verwacht (omdat ik de helft ben vergeten) en wanneer ik alles in de auto stop (los omdat ik constant een tasje vergeet te kopen) ren ik weer terug om mijn laatste boodschappen nog te halen. Opgelucht rijd ik naar huis en als ik thuis ben, besef ik dat ik weer eens wat ben vergeten. Dan maar pizza zonder een pizzabodem.”