In de kring
— 23-04-2020Column – Net als veel mensen werk ook ik meer thuis dan ooit. Alleen als het echt niet anders kan, heb ik nog een fysieke afspraak. Tot mijn zakelijke activiteiten behoort het beheren van vastgoed. Bij beheren hoort ook het verhuren van leegstand. Mijn eerste verhuurtransactie sinds het begin van de coronacrisis betrof een kantoorverdieping van zo’n duizend vierkante meter. Afgelopen week was de oplevering van de ruimte, die de huurder nog flink wenst te verbouwen. Zo’n oplevering kun je niet met videobellen afhandelen, al is het alleen maar vanwege het noteren van meterstanden en gebreken. Behalve onze makelaar en ikzelf waren er van de huurder diens makelaar, bouwkundige en aannemer aanwezig.
Plus de twee jonge kinderen van de aannemer. Normaal gesproken zou je gek opkijken als iemand zijn kinderen meeneemt naar een zakelijke bespreking. In deze vreemde tijden is er niemand die daar ook maar enige aandacht aan schenkt. De kinderen werden in een hoek van de kantoortuin geparkeerd, de volwassenen gingen in een wijde, anderhalve meter-kring staan om te overleggen. De aannemer had tekeningen bij zich. Deze legde hij in het midden van de kring neer. Niemand kon van zo’n afstand zien wat er op stond. Ik deed dus aarzelend een stap naar voren, waarop de huurder en zijn makelaar twee stappen achteruit deden. De aannemer en de bouwkundige keken elkaar schaapachtig aan.
Een minuut later stonden we in de kring op onze smartphones een digitale tekening op A1 formaat te bestuderen en daar vragen over te stellen. Probeer dat maar eens. Ik weet zeker dat we zaken gemist hebben waar we later last van krijgen. Ik hoop daarom dat deze “anderhalve meter” economie snel voorbij zal zijn, al vrees ik het ergste.
Johan Weeber