Weekblad deGouda Archief

Meer ruimte voor de fiets, doorgaand verkeer uit de stad

Gouda – Gouda is qua oppervlakte niet groot, heeft ruim 71.000 inwoners, veel bedrijvigheid en kijkt uit naar een toenemend aantal toeristen. Al die inwoners, personeelsleden en toeristen zorgen samen voor een constante stroom aan verkeer. Hoe denkt de gemeente die in goede banen te leiden en tegelijk te voldoen aan het Klimaat­ akkoord (Parijs 2015) dat een schoner en energiezuiniger leven vraagt? Wat is de visie? We slaan er het recent vastgestelde Mobiliteitsplan 2017­2026 op na.

De fiets krijgt in het Mobiliteitsplan 2017- 2026 de hoofdrol. Die had de fiets al in het voorgaande mobiliteitsplan, en dat blijft zo, want zo stelt de gemeente: fietsen draagt bij aan de gezondheid, is schoon, kost weinig ruimte, geeft geen overlast en vermindert de drukte op het wegennet. Gouda heeft een hoog aandeel fietsverkeer (40 tot 45 procent) op de korte afstand (minder dan 7,5 km). Dat is niet zo vreemd, want met de fiets ben je binnen Gouda vaak sneller op je bestemming dan wanneer je de auto pakt. Het gemeente- bestuur wil mensen nu stimuleren ook voor langere afstanden, tot vijftien kilometer, de fiets te pakken. Bijvoorbeeld voor woon-werk- verkeer. Voor die afstanden zou een elektrische fiets prima te gebruiken zijn, staat in het plan.

Een punt van aandacht is wel de veiligheid, want bijna zestig procent van de geregistreerde (2010-2014) verkeersslachtoffers in Gouda is fietser (36 procent) of bromfietser (23 procent).

Autoverkeer
De fiets krijgt de hoofdrol. Dat betekent dat de auto’s naar de rand van de stad worden verwezen, of dat ze in de stad hun snelheid moeten aanpassen. De standaardsnelheid is in de visie van het gemeentebestuur 30 km/uur, behalve op de rand- en de stadswegen. Het (regionale) autoverkeer moet zo snel mogelijk naar de randwegen die aan ‘buitenkant’ van Gouda liggen. De randwegen, die aansluiten op de ‘poorten’ van de stad, hebben een belangrijke doorstroomfunctie. Naast de randwegen zijn er stadswegen. Die bundelen en verdelen het verkeer in de stad van en naar de wijken, de binnenstad en de bedrijven- terreinen. Binnen Gouda zijn de stadswegen de doorstroomroutes. Die zijn van belang voor de (economische) bereikbaarheid. Het vrachtverkeer naar de bedrijventerreinen gaat ook over de stadswegen.

Stad ‘opknippen’
Om het verkeer beter te verdelen is het nodig de stad ‘op te knippen’. Doorgaand verkeer kan op die manier worden geweerd enlokaal verkeer verminderd. In het wegennet zijn volgens de visie van het gemeente- bestuur belangrijke ingrepen nodig om het gemotoriseerde verkeer meer te geleiden naar de randwegen en stadswegen. Enkelen voor- beelden: Het opheffen van het doorgaande (regionale) verkeer tussen de A12/Reeuwijk en de Schoonhovenseweg (N207). Dit verkeer maakt gebruik van de as Bodegraafsestraatweg (noord en zuid)- Joubertstraat. Ook op de grachten zijn maatregelen nodig om door- gaand verkeer (noord-zuid) door de binnen- stad te vermijden, dat betekent onder meer het opheffen van de doorgaande functie van de Blekerssingel/Fluwelensingel, en die van de Kattensingel.

Fietsersbond wil stap verder gaan
De Fietsersbond (afdeling Gouda) onder- steunt het fietsbeleid dat in het mobiliteits- plan staat. Vooral de invoering van een maximum snelheid voor auto’s van
30 km/uur vindt de bond belangrijk. Dit soort straten met een fietsvriendelijke inrichting zijn volgens de Fietsersbond niet alleen een belangrijke voorwaarde voor de fietsveiligheid, maar ook om mensen uit de auto en op de fiets te krijgen. Maar, stelt de bond: “Wij vinden dat er wel een stap verder kan worden gemaakt door het 30 km/uur-principe consequent in te voeren op doorstroomroutes voor fietsers. Enkele stadsstraten die nu als 50km/uur staan aangegeven, kunnen heel goed op dezelfde wijze worden ingericht als de 30 km/uur straten waar ze op aansluiten. Dit draagt bij aan consistentie in verkeers- beeld en wegbeleving in Gouda, een belangrijk aspect voor veilig verkeersgedrag van alle weggebruikers.” Nu het mobiliteits- plan is aangenomen, richt de Fietsersbond zich op spoedige invoering van concrete verbeteringen, zoals de wegen naar Wester- gouwe en de situatie bij de Julianasluizen

Ondernemers vragen om samenhang
“Vanuit de ondernemers kunnen wij de visie onderschrijven. Niet moeilijk, omdat de doelstellingen positief zijn en daarmee vanzelfsprekend worden ondersteund”, zegt Nico Voogt, voorzitter van de onder- nemersvereniging Gouda Onderneemt. “Het belangrijkste onderdeel blijft natuurlijk de uitvoering. Hierbij ontstaan bij ons vele vragen, zoals: wat zijn de feitelijke effecten van de voorgestelde oplossingen (oplossing van één probleem levert een ander knelpunt op), de onderbouwing, mogelijke alternatieven, integraliteit etc. Ook vragen zoals, wat is bedoeld als visie, als denkrichting, voorgenomen besluit of onomkeerbaar besluit? Dat is niet altijd even transparant.” In de aanloop naar de vaststelling van het mobiliteitsplan is de terugkoppeling naar de ondernemersvertegen- woordigingen niet altijd vlekkeloos verlopen, zegt Voogt. Uiteindelijk hebben de ondernemers flink aan de rem getrokken en hebben ze via een amendement tijdens de raads- vergadering ervoor kunnen zorgen dat er over de denkrichtingen gesproken gaat worden. Dat gaan ze doen tijdens het zes wekelijkse overleg binnen de Mobiliteitscommissie Gouda Onderneemt, waarbij de wethouder aanwezig is. “Ondernemersvertegenwoor- digers willen vooral de integraliteit geborgd hebben. Niet allerhande of te eenzijdige oplossingen los van elkaar, maar duidelijk consensus over de hoofdpunten in samen- hang met elkaar.”

Afrit 11
Voor wat betreft de mobiliteitsvisie is er met betrekking tot de infrastructuur nog een mogelijk nieuw issue, zegt Voogt, en dat is de wijze waarop de verbreding van de A20 zal worden uitgevoerd tussen Moordrecht en afrit 11 (GoudsePoort). In feite dé hoofdentree van Gouda. Het gaat dan vooral om het tracé Moordrecht naar Gouda (afrit 11). Eerder is er een zware lobby gevoerd om aansluiting te houden op de A20/A12 met afrit 11 en ook nu is dat een punt van aandacht. “Kortom mobiliteit vraagt om een lokale blik maar vooral ook met een blik naar buiten. Handen vol zeg maar aan mobiliteit.”

Related Articles