Orthopedie Groene Hart Ziekenhuis houdt mensen in beweging
— 30-05-2017Gouda – Wie voor een heupprothese in aanmerking komt, kan binnen het Groene Hart Ziekenhuis op verschillende manieren worden geopereerd: via de zogeheten achterste, zijwaartse en voorste benadering. In Het Groene Hart Ziekenhuis werden jarenlang de achterste en de zijwaartse benadering toegepast. In januari voerde het GHZ daarnaast ook de voorste benadering in, een methode die sinds een jaar of tien weer in opkomst is. De voordelen daarvan zijn dat patiënten minder spierschade hebben, minder pijn, minder risico lopen dat hun prothese uit de kom schiet en sneller herstellen. de orthopeed en de consulente vertellen over deze nieuwe methode en een tevreden patiënt doet zijn verhaal.
Vincent Wennemers, orthopeed
“Het voordeel van een operatie via de voorste benadering”, legt Vincent Wennemers uit, “is dat je geen spieren hoeft los te halen en dus minder beschadigt dan bij de zijwaartse benadering. De patiënt herstelt sneller, is na de operatie fi tter en loopt stabieler.” In de eerste maanden na de operatie gaat het herstel sneller, maar na een jaar zijn alle patiënten gemiddeld even ver, ongeacht de benadering bij de operatie. De achterste benadering is van oudsher een bewezen goede operatiemethode, het één is dus niet beter dan het andere, benadrukt Wennemers. “Dat patiënten door de nieuwe methode sneller herstellen, is niet ons doel, maar wel mooi meegenomen. Waarom zou je die eerste maanden niet meepakken?” Tot voor kort opereerde hij via de zijwaartse benadering, maar uit ervaringen in het land en uit de literatuur blijkt de voorste benadering toch wat meer voordelen te hebben. Daarom is hij op die methode overgestapt. Orthopedie is een prachtig vak, vindt Vincent Wennemers. “Je bent als orthopeed bezig om mensen op de been en in beweging te houden. We kunnen iets doen aan de kwaliteit van leven.”
Bewegen is vrijheid
Anneke van Asperen, orthopedisch consulent
Gemiddeld onthouden patiënten minder dan de helft van wat de arts tijdens het spreekuur vertelt, daarom is het werk van Anneke van Asperen en haar collega Adri Plas zo belangrijk. “Na het gesprek met de arts waarin ze horen dat ze een heupprothese krijgen, komen de patiënten bij mij
of mijn collega en bij de anesthesist.” In het eerste gesprek bij de consulente kunnen ze hun vragen stellen en krijgen ze informatie over de voorbereiding in de thuissituatie. Vervolgens is er nog een groepsvoorlichting in combinatie met een fysiotherapeut zodat de patiënten goed voorbereid aan de operatie beginnen. “Na de operatie zijn wij telefonisch bereikbaar voor vragen. De wond kan gaan lekken, het been kan dik en blauw worden. We vertellen tijdens de voorlichting wel dat dit kan gebeuren, maar toch schrikken mensen er soms van. Het feit dat je dan iemand kunt bellen, betekent veel voor patiënten. Wij hebben korte lijnen en kunnen altijd overleggen met de arts.” Twee weken na de operatie zien Adri of Anneke de patiënten terug voor de wondcontrole en de nazorg. “Wat ik prachtig vind, is het verschil tussen de eerste keer dat de patiënten hier aan tafel zitten en de keer dat ze komen voor de wondcontrole. Ze zijn dan zo opgeknapt. Dan zie je dat bewegen vrijheid is. Dat maakt dit werk zo mooi!”
Arend Quak, patiënt
De 82-jarige Arend Quak kan de twee operatiemethoden goed vergelijken. In april 2016 werd hij geopereerd via de zijwaartse benadering en in april 2017 via de voorste. “Ik ben nu in vier weken verder
als de vorige keer in vier maanden. Het is niet te geloven”, zegt hij met verbazing. Hij had erg veel pijn in zijn lies, voordat hij afgelopen april op operatietafel lag. Na de operatie had hij helemaal geen
pijn meer. Dat was na de vorige operatie anders: toen had hij een aantal maanden last van zijn beenspieren. “Ik was nu in een ommezien weer thuis en met tien dagen liep ik al zonder stok”, vertelt hij. Hij was nieuwsgierig of zijn schommelende gang, die hij voor zijn operatie had, verdwenen zou zijn. Op de galerij van zijn fl at probeerde hij dat uit, zonder stok, terwijl dat eigenlijk nog niet mocht van de fysiotherapeut. Wat bleek? Hij kon weer gewoon lopen en zonder pijn. “Ik was zo trots, dat kan ik je niet vertellen.”
(Fotografie Cora van Nieuwkerk)