Papieren Tijgers deel 22
— 19-11-2018Johan Weeber die tot voor kort in de Goudse gemeenteraad zat voor Gouda Positief baseerde zijn boek op ware gebeurtenissen tussen 2010 en 2018. “Uit respect voor sommige politici zijn bepaalde zaken in dit boek verzonnen. Uit respect voor de kiezers is al het overige zo waarheidsgetrouw mogelijk opgeschreven.” Het boek verschijnt als feuilleton in deGouda Digitaal.
22. Verrekijker
“Zo Wever, vind je die politiek nog een beetje leuk na alles wat je voor je kiezen hebt gehad?” Klinkt een stem als ik de telefoon opneem. Het is Karel Koning van Solingen Vooruit. “Nou Karel, het kan altijd erger!“ grap ik, niet wetend dat het inderdaad nog veel erger zal worden. “Jullie pakken het ook niet altijd handig aan, als ik dat zeggen mag“, zegt Karel, “ik heb respect voor jullie out-of-the box aanpak, maar daar is de Solingse politiek gewoon niet rijp voor. Kunnen wij niet eens een keertje praten over een gezamenlijke, wat beter bij de lokale politiek passende aanpak, wellicht heeft dat wel succes. Kunnen we gezamenlijk een keertje scoren.“ Het lijkt me wel een goed idee. Een week later zit ik bij Karel in zijn riante woonkamer op de 11e etage van een nieuwe woontoren tegen het centrum aan. Het grote appartement kent een geweldig uitzicht over Solingen, en staat op nog geen honderd meter van het Huis van de Stad. Karel laat me zien hoe hij vanaf zijn dakterras met een verrekijker de bureaus van de burgemeester en wethouders op de 7e verdieping kan zien. Hij vertelt met dat hij via zijn zoon bezig is met een nog betere lens, waardoor hij straks ook de teksten op computers en documenten kan lezen.
“Weg met al die vertrouwelijkheid, maximale transparantie wil ik”, zeg hij op ironische toon. Corry, zijn vrouw, biedt me met haar zangerige Wuppertalse accent koffie met cake aan, en we hebben het zowaar gezellig. Een zeldzaamheid ten opzichte van de collega’s van andere partijen, zo heb ik inmiddels ondervonden. “Joop”, zegt Karel na enige tijd, “ik heb een idee hoe we die coalitie voor het blok kunnen zetten en zelf kunnen scoren bij onze achterbannen. Kijk, die begroting die ze nu gemaakt hebben, die kunnen we natuurlijk op onderdelen lek schieten. Maar veel beter is het als wij een complete nieuwe tegenbegroting gaan maken. Voorbeeld: in plaats van € 40 miljoen bijlenen wat ze nu willen doen gaan wij voorstellen voor € 40 miljoen vastgoed te verkopen. Er staat nog voor € 200 miljoen op de balans dus dat moet lukken. In plaats van een OZB verhoging gaan wij een verlaging voorstellen die gefinancierd wordt uit de lagere rentelasten. Enzovoort, elke post uit de begroting gaan we langs en komen met een alternatief.” Ik vind het een goed idee en zeg: ”Dan gaan we ook net als de coalitie onze begroting eerst ergens aan de pers en publiek presenteren en daarna pas in de raad.” Karel’s ogen beginnen te glimmen. Enige weken later presenteren we onze tegenbegroting in partycentrum De Parasol. Er zijn slechts 20 bezoekers, maar wel veel pers. Het is een prachtbegroting geworden, waarin alle ondernemers en inwoners minder lokale lasten hoeven te betalen in plaats van meer, zoals de coalitie wil. Ook wordt een aanzienlijk deel van de leningen afgelost uit verkopen en fors gesneden in subsidies voor allerlei onduidelijke stichtingen. Deze zijn veelal (via hun besturen) gelieerd aan de gevestigde politieke partijen of daaraan verbonden (religieuze) instellingen. Omdat je als raadslid recht hebt op ambtelijke ondersteuning, heeft Karel aan Blubber de griffier gevraagd om onze begroting ambtelijk te laten toetsen. Dát stuit echter toch op ambtelijke problemen. De ambtenaren zouden het zo druk hebben om de begroting van de coalitiewethouder sluitend te krijgen, dat men geen tijd heeft om onze begroting door te rekenen, zo heet het. Karel zegt: ”Dat is natuurlijk een kulargument, ze willen tijdens de behandeling nog kunnen zeggen dat onze begroting niet doorgerekend is. En er dus niet over gestemd kan worden omdat de raad dan niet weet waar ze ja of nee tegen zeggen.“ Ik zeg: ”We zullen het ermee moeten doen, het belangrijkste is dat we de stad een alternatief laten zien voor dit desastreuze beleid. Als de rest van de raad dat niet wil, prima, dan merken we dat bij de komende verkiezingen wel.” Karel ziet meteen zijn kans: ”Over verkiezingen gesproken, we hebben het er wel eens over gehad, maar zou het toch geen goed idee zijn, zeker nu we een gezamen lijke tegenbegroting presenteren, eens te gaan onderzoeken of we niet wat intensiever kunnen gaan samenwerken?” Ik antwoord: “We zagen daar eerst niet veel in, Karel, dat weet je, maar nu we een tijdje meelopen denk ik dat we best wel wat van jullie kunnen leren. Jullie jarenlange politieke ervaring gecombineerd met onze frisheid. Het zou best eens tot een mooi resultaat kunnen leiden.“ Nadat we dit in de eigen fracties besproken hebben besluiten we eens per veertien dagen gezamenlijk met onze fracties te gaan vergaderen. Ik heb Karel niet verteld dat een deel van onze fractie niet erg enthousiast reageerde: ”Met die zuurpruimen? Alleen omdat jij het wil, Joop.”
Door Johan Weeber