Papieren Tijgers deel 29
— 04-01-2019Johan Weeber die tot voor kort in de Goudse gemeenteraad zat voor Gouda Positief baseerde zijn boek op ware gebeurtenissen tussen 2010 en 2018. “Uit respect voor sommige politici zijn bepaalde zaken in dit boek verzonnen. Uit respect voor de kiezers is al het overige zo waarheidsgetrouw mogelijk opgeschreven.” Het boek verschijnt als feuilleton in deGouda Digitaal.
29. Dagvaarding
Enkele dagen later krijg ik via advocaat Snoer een dagvaarding voor een kort geding dat een week later dient. Ik blader er doorheen. Er doemt een beeld op van iemand (ik) die volledig buiten zijn boekje is gegaan, een oudere dame heeft bedreigd, haar gedwongen heeft het pand te verlaten, de sloten vervangen heeft en zonder haar toestemming is
begonnen met een drastische verbouwing van het door haar gehuurde tot winkelruimte. Die ervoor gezorgd heeft dat de bovenetages onbewoonbaar geworden zijn. Er zitten ook getuigenverklaringen bij van de kinderen van Hilde dat ze altijd zo gezellig thee met haar dronken in de gezellige ruimte op de begane grond. Een kale lege ruimte zonder meubels, schrijf ik in de kantlijn. De vordering is dat ze meteen na de uitspraak in kort geding weer terug wil in de gehele woning, incluis de door mij tot winkelruimte verbouwde begane grond. En dat ik de verbouwing geheel conform haar wensen moet uitvoeren met een nieuwe keuken, nieuwe badkamer, alles van laminaat moet voorzien en nieuw behang en dat alles volgens haar wensen. En het moet allemaal heel snel, want het spoedeisende belang voor het kort geding is dat zij het niet langer volhoudt bij haar vriend Lars. Met wie ze al jaren meer dan de helft van de tijd samenwoont, schrijf ik in de kantlijn. Als ik haar 326.000,- euro schadevergoeding overmaak vervalt de vordering overigens.
“Wat ben ik toch een ontzettende klootzak, als ik dit lees”, zeg ik tegen mr Snoer als ik hem bel voor overleg: ”het staat natuurlijk bol van de leugens, maar toch. Buitenstaanders kunnen hier verkeerde conclusies uit trekken, dit is toch geen openbaar stuk? “Nee” zegt mr Snoer, “alleen Hilde en haar adviseurs kennen dit. Maar, ze speelt wél perfect de zielige oudere dame die het slachtoffer van jouw handelen is geworden. En ik moet helaas zeggen dat rechters gevoelig zijn voor zielige oudere dames tegenover het zogenaamde zakelijk gewin.” ”Hmm, eerder zei je nog dat we grote kans hadden om dit te winnen, je bent toch niet van mening veranderd?” vraag ik. “Tja, wat zal ik zeggen, het blijft altijd een kansberekening, helaas bestaat er geen moraliteit in ons rechts-
systeem. Ik denk nog steeds dat we kunnen
winnen, maar het hangt er helemaal vanaf welke rechter we treffen. Mijn voorstel zou zijn dat ik snel een feitelijk verweer naar de rechtbank stuur. Een dag later bel ik dan de advocaat van de
wederpartij om te kijken of we om de tafel
kunnen.”
En zo gebeurt het. Na enkele slapeloze nachten lees ik het verweerschrift met de feiten zoals die zich echt hebben voorgedaan. Dat stelt me behoorlijk gerust. Een rechter moet me toch wel gelijk geven. Ik bel mr Snoer op en zeg strijdbaar dat ik na lezing van zijn stuk twijfel of wel in gesprek moeten gaan en niet de rechter gewoon een uitspraak moeten laten doen. Mr Snoer zegt: “Nou, ik ben zelf rechter in opleiding geweest en ik wéét gewoon dat er rechters zijn, meestal van socialistische huize, die per definitie een voorkeur hebben voor huurders boven eigenaren. Het valt nooit te bewijzen, maar ik heb het vaak gezien. Ik adviseer je dus om te proberen te schikken. Er is een groot voordeel, die gek van een Verrips is uit beeld. Hilde heeft nu een echte advocaat uit
Solingen in de arm genomen, die zal ook wel haar knopen tellen.”
Enkele dagen later zitten we met de “wederpartij” om tafel in ons huis. Het kort geding is
voorwaardelijk ingetrokken. Ik heb Detta
gevraagd erbij te zijn, ook mr Snoer van Knuppel en Kortnek is er uiteraard. Hilde heeft helaas toch Verrips meegenomen en haar advocate, een jonge blonde vrouw in mantelpak met een enorme aardappel in de keel. Ik versta dat ze voorstelt als mevrouw Van Mensch, van het kantoor LeGrand. Hilde zit constant te snikken en me verwijtend aan te kijken. We hebben net een gespannen rondleiding gedaan door de verbouwing, die zich op zijn hoogtepunt, of dieptepunt, het is maar net hoe je het bekijkt, bevindt.
Alle vloeren en plafonds liggen open, Hilde’s veertig jaar oude tapijt is verwijderd, overal
worden leidingen getrokken en in de muren dwars door haar behang gevreesd. De vloer van de begane grond ligt er grotendeels uit, daar is een kleine graaf/heimachine bezig met funderingsherstel. Overal heerst lawaai, vuil en stof. Ik heb Hilde’s meubels op mijn kosten laten opslaan door een erkend verhuisbedrijf. Mevrouw Van Mensch schraapt haar keel en zegt: ”Het is werkelijk onbestaanbaar wat een vernielingen uw cliënt, heeft aangericht in het pand van mijn
cliënte en dat moet echt stoppen….”.
Vernielingen?? Ik heb al ruim 2 ton in een
renovátie zitten, bitch, raast er door mijn hoofd. Mijn oren beginnen te suizen, ik kan dit niet aanhoren, zie zwarte vlekken, ik sta met een ruk op, verlaat de kamer, sla met een daverende dreun de deur dicht, dender de trap af en begin aan een hele lange wandeling.
Door Johan Weeber