Papieren Tijgers deel 35
— 19-02-2019Johan Weeber die tot voor kort in de Goudse gemeenteraad zat voor Gouda Positief baseerde zijn boek op ware gebeurtenissen tussen 2010 en 2018. “Uit respect voor sommige politici zijn bepaalde zaken in dit boek verzonnen. Uit respect voor de kiezers is al het overige zo waarheidsgetrouw mogelijk opgeschreven.”
Het boek verschijnt als feuilleton in deGouda Digitaal..
35. Voorwaardelijke aangifte met bedenktijd
Ik besluit de volgende dag zelf maar eens te gaan bellen met hoofdofficier van justitie Kortensius, die ik na enig aandringen bij zijn secretariaat aan de lijn krijg. Er klinkt een vriendelijke, donkerbruine stem die me allereerst vertelt dat wij elkaar al kennen. Van de Solingse Mixed HockeyClub , waar onze kinderen hockeyen. Na enige tijd valt het kwartje bij me, ik ken de meeste kinderen in het jeugdhockeyteam alleen bij hun voornaam. Bij onze hockeyclub zijn voornamen toch belangrijker dan achternamen, bedenk ik trots, hoewel velen in Solingen denken dat dit andersom is. In ieder geval is het ijs met Kortensius gebroken en hebben we een goed telefoongesprek. We zitten bij mij thuis, we bellen met mijn vaste toestel met intercom. John luistert mee en maakt onderstaand verslag dat we later ook naar justitie mailen ter bevestiging. Je weet maar nooit waar het goed voor is.
In de opening van het telefoongesprek gaf De Wever aan Kortensius aan dat hij het door Kortensius klaarblijkelijk ingenomen standpunt over De Wever’s vermeende strafbare handelen, zoals door de burgemeester aan De Wever Tevens gaf De Wever aan bij Kortensius na te willen gaan of de burgemeester en wethouder als ambtsdragers in rechten
aldus mogen handelen dwz dreigen met aangifte om te voorkomen dat hij naar buiten zou gaan met gevonden informatie. Deze informatie onthult naar zijn overtuiging een misstand binnen het gemeentelijk apparaat, dat naar zijn mening aangepakt dient te worden. Dat valt onder zijn verantwoordelijkheid als raadslid in Solingen: in die hoedanigheid is hij aangesteld om eventuele misstanden aan de orde te stellen en bij te dragen aan een oplossing daarvan. Bovendien is hij zelf, is zijn partij, in zekere zin het slachtoffer van de betreffende misstand.
Ter toelichting gaf De Wever nog aan dat hij samen met zijn collega Vroegop, die aanwezig was bij de “ontdekking” dus als gevolg van de oprechte poging om de rechtmatige eigenaar van de map te achterhalen, contact heeft gehad met diverse organisaties, zoals PING, VDG, en Rats.de. Zij bleken allen van mening te zijn dat de burgemeester en/of wethouder zo niet kan acteren in onze richting en dat deze zaak in der minne geschikt zou moeten worden. Ook bestaat de opvatting dat deze actie van burgemeester en wethouder strafbaar zou zijn.
Allereerst ontkende Kortensius dat hij tegen de burgemeester gezegd zou hebben dat De Wever (en of Vroegop) strafbaar gehandeld zou hebben. Hij zou slechts hebben aangegeven, indien de wethouder of de burgemeester die overtuiging zouden hebben, en er geen minnelijke schikking mogelijk was, dat zij dan maar aangifte moesten doen.
Kortensius vertelde De Wever vervolgens dat wethouder Van den Zakken een “voorwaardelijke aangifte met bedenktijd tot na 14 november” bij hem heeft ingediend, op grond van “diefstal van informatie en het delen met anderen, waaronder de burgemeester”. Kortensius gaf vervolgens aan dat de “voorwaardelijke angifte” van de wethouder niet naar de politie is gestuurd en alleen bij hemzelf in behandeling is. Vooral omdat de juridische status van een “voorwaardelijke aangifte met bedenktijd” niet duidelijk is. Om die reden is De Wever, als betrokkene in de aangifte, ook nog niet gehoord.
De Wever gaf aan verontwaardigd te zijn over het feit dat hij als dief is aangemerkt (nota bene door een wethouder).
Vooral omdat hij zelf van mening is volledig te goeder trouw te hebben gehandeld. Bovendien dat klaarblijkelijk de zaak is besproken op basis van eenzijdige informatie, want hij was niet gehoord. De Wever heeft ook aan Kortensius uitgelegd hoe de informatie tot hem gekomen is, namelijk door een ongelukkige verwisseling van mappen, waarvan ook bewijsmateriaal bestaat dat dit zo gegaan is. En dat hij volledig te goeder trouw de rechtmatige eigenaar van de map wilde achterhalen, waarbij hij op de informatie stuitte. De Wever vroeg daarop aan Kortensius of het mogelijk was hij een tegenaangifte zou kunnen doen. Vooral om daarmee zijn kant van de zaak te kunnen vastleggen.
Kortensius ontraadde dat en gaf aan dat hij vindt dat deze zaak buiten het strafrecht afgehandeld dient te worden (daarmee tenminste impliciet opnieuw zijn opvatting gevend dat De Wever noch Vroegop strafbaar gehandeld heeft).
Wat Kortensius betreft ziet hij voor zichzelf geen verdere rol in de afhandeling van deze zaak. [….]
Na het gesprek blazen we stoom af, nadat ik goed gecontroleerd heb dat de hoorn op de haak ligt. Ik bries:”Tjongejonge, een voorwaardelijke aangifte met bedenktijd tot na 14 november, de dag na de Algemene Beschouwingen, wat een bizarre poging om zaken onder de pet te houden. En dan ook nog liegen over wat Kortensius gezegd heeft over strafbaar handelen, dreigen met aangifte, weet je wat John, ik ben echt helemaal klaar met deze bestuurders, we gaan er de 14e gewoon mee naar buiten. Aangifte of geen aangifte.” Ik ben woedend. John ook, die zit met driftige pennenstreken zijn aantekeningen bij te werken. Later moet hij alles nog netjes intypen op een computer, zijn artsenhandschrift is echt onleesbaar. Samen bereiden we vervolgens mijn bijdrage aan de Algemene Beschouwingen van 14 november 2013 voor. “Dat zal een echt feest van de democratie worden”, zegt John cynisch als we klaar zijn en ons wat ontspannen met een biertje.
Door Johan Weeber