Papieren Tijgers (deel 4)
— 11-05-2018Johan Weeber die tot voor kort in de Goudse gemeenteraad zat voor Gouda Positief baseerde zijn boek op ware gebeurtenissen tussen 2010 en 2018. “Uit respect voor sommige politici zijn bepaalde zaken in dit boek verzonnen. Uit respect voor de kiezers is al het overige zo waarheidsgetrouw mogelijk opgeschreven.”
Het boek verschijnt als feuilleton in deGouda digitaal.
Wat vooraf ging: De nieuwe partij Solingen Slijpt Scherp is in de aanloop van de verkiezingen, samen met de andere lokale partijen, uitgenodigd door de griffier voor een bijeenkomst in het Stadhuis. De spanning onder de aanwezigen is om te snijden. De gevestigde partijen zijn op zijn zachtst gezegd ‘not amused’ met de inschrijving van deze nieuwkomers….
4. Totale oorlog
We gaan weer terug naar die avond om de verkiezingen ordentelijk te plannen. In het Stadhuis op de Markt, al even ordentelijk georganiseerd door de griffier, mevrouw Blubber. In een kamer waar zowel de temperatuur als de spanning inmiddels het kookpunt heeft bereikt. De middelbare dames Husman en Hikes van de plaatselijke christelijke partijen kijken vernietigend in de richting van Bart Dreize (Stolz auf Solingen) en mijzelf.
Mevrouw Hikes trekt haar donkere wenkbrauwen maximaal in haar donkergeverfde haarbos en schraapt haar keel: “Voordat u het woord neemt, beste griffier, wil ik graag even mijn ongenoegen uiten over het feit dat er deze verkiezingen TWAALF partijen meedoen, het is werkelijk de versnippering ten top. En dan ook nog es, WAT voor nieuwe partijen zijn erbij gekomen, ik dacht dat de Tweede Wereldoorlog afgelopen was, maar dit belooft niets goeds!” Er valt een beklemmende stilte. Voor de storm, zo blijkt direct. “Ik heb u ook niets goeds te beloven mevrouw Hikes”, zegt mijn buurman Bart op vlemende toon, “als u de totale oorlog wilt, kunt u die krijgen!” Als één man staan de fractievoorzitters van de gevestigde partijen op en beginnen in onze richting verwensingen te schreeuwen en ze maken niet mis te verstane wegwerp- en andere gebaren. Een enkeling buigt zover over de tafel dat ik de slechte adem kan ruiken. Mevrouw Blubber, de griffier, zit er wat bedremmeld bij en weet overduidelijk niet wat ze moet doen. Ze maakt wat bezwerende gebaren, mompelt wat maar niemand ziet het. Eén man doet niet mee met de kakafonie en blijft rustig zitten: Karel Koning van Solingen Vooruit, een al wat langer bestaande lokale partij met enkele zetels. Karel, grijs, slank en lang, staat plotseling op, schraapt zijn keel en brult boven het geschreeuw van de anderen uit: “EN NU IS HET AFGELOPEN.” Iedereen zwijgt beschaamd.
De hele avond wordt er verder gediscussieerd over waar de gezamenlijke verkiezingsborden moeten komen en dat er toch vooral geen posters over elkaar geplakt dienen te worden. Ook wordt er zeker een half uur gesproken over de verkiezingskraampjes, waarbij iedereen de beste plek achter de monumentale Waag probeert te claimen. Ik geloof niet dat ik hieraan een bijdrage aan kan leveren en zeg zo min mogelijk, in de hoop dat deze vergadering snel voorbij is. Verbijsterd over het niveau van de collega’s fiets ik naar huis. En dat bestuurt onze stad, denk ik steeds, onze inwoners hebben volkomen gelijk over deze politici.
Ik besluit nog even een uurtje te gaan werken en vertel ik het hele verhaal aan Hamza, mijn trouwe vakkenvuller, cassier, bedrijfsleider en baas van alles wat verder nog in mijn buurtsuper te doen valt. Hij komt niet meer bij van het lachen als ik het geschreeuw en de gebaren van de lijsttrekkers imiteer. Hij valt zelfs tegen het vak met chips aan, waardoor hij uiteindelijk op de grond terechtkomt, bedolven onder zakken chips. Ik ga lachend naast hem zitten en trek een zak Cheese Onion open. “In China hebben ze een mooie beschrijving voor dat type mens”, zegt Hamza nadat we wat tot bedaren zijn gekomen: “Papieren Tijgers, oftewel mensen die zich gedragen als een roofdier maar uiteindelijk niets voor elkaar krijgen.” We eten wat terwijl we de deur van de zaak open horen gaan. Voetstappen komen dichterbij. Er verschijnen twee bruine leren schoenen in ons gezichtsveld, daarboven een grijze pantalon, een lange bruine regenjas en daarboven kijken we in het kille, naar beneden kijkende, gezicht van een mij onbekende man. Twee doordringende ogen kijken ons aan terwijl ik probeer op te staan tussen de zakken chips. “Goedenavond, ik ben Rick Dauw, psychiater.” Hamza springt op en vlucht naar het magazijn. Ik sta ook op en schud de chips van mijn kleren. “Hallo, Joop de Wever”, stel ik mezelf voor. Zeker een halve minuut kijkt Rick me aan en zegt niets. Dan zegt hij: “Ik ben ook nog partijvoorzitter van Stolz auf Solingen, de baas van Bart Dreize zogezegd. Wij willen graag een afspraak met je maken, Joop.”
Door Johan Weeber