Papieren Tijgers deel 42
— 05-04-2019Johan Weeber die tot voor kort in de Goudse gemeenteraad zat voor Gouda Positief baseerde zijn boek op ware gebeurtenissen tussen 2010 en 2018. “Uit respect voor sommige politici zijn bepaalde zaken in dit boek verzonnen. Uit respect voor de kiezers is al het overige zo waarheidsgetrouw mogelijk opgeschreven.” Het boek verschijnt als feuilleton in deGouda Digitaal.
42. Het leek zo’n aardige man
Ik loop al dagen te piekeren in de winkel. Ondanks het gebed van Riko heb ik nog steeds geen wijze ingeving van Hogerhand gehad. Het heilig vuur dat ik voelde is na een dag alweer gedoofd. Mijn nuchterheid is weer terug. Over een paar maanden zijn er alweer verkiezingen. De vraag is wat beter is voor de stad en voor de partij: dat er nog steeds een juridische strijd woedt, of dat we de strijdbijl begraven en gaan werken aan de toekomst van Solingen. Er zijn natuurlijk voorbeelden van politici die veel stemmen gewonnen hebben door in een rechtszaak slachtoffer te zijn van de gevestigde orde. De partij van Greet Wolbers in Nederland bijvoorbeeld. Maar ik twijfel of ik die kant op moet, ik heb een grondige hekel aan slachtoffergedrag. Soms zijn de reacties op straat een goed advies voor de te volgen koers. Naarmate het gevecht langer duurt, lijkt de verdeeldheid toe te nemen. Er zijn mensen die zeggen: “Nu is het mooi geweest, De Wever, ga nu de stad weer eens besturen en stop met dat gedoe met die wethouder.” Maar ook een behoorlijk aantal zegt stellig: “Doorknokken want je hebt het gelijk aan jouw kant en die politici in Solingen zijn toch valse serpenten.” Ook de fractie is verdeeld. John laat de keuze op diplomatieke wijze aan mij: “Joop, ik kan me heel goed voorstellen dat jij je privé belang nu eens een keer zwaarder laat wegen dan het belang van Solingen. Ik steun je daarin ten volle. Maar als je besluit om de strijdbijl te begraven en te gaan voor het belang van de stad, zal ik dat eveneens enorm toejuichen.” Als bewijs voor zijn steun aan mij heeft John enkele dagen geleden op eigen kosten een paginagrote advertentie in de krant laten zetten met als titel “Het Leek Zo’n Aardige Man”. Dit als verwijzing naar de opstelling van burgemeester Schumacher, die de wethouder steunde in zijn aangifte, zelf dreigde met aangifte, en niets wilde doen met de door ons aangetroffen informatie. De advertentie leidt tot voorspelbare woedende reacties vanuit de gevestigde orde en van Schumacher zelf. Maar voor veel mensen in Solingen is het een eye-opener om te vernemen wat nou precies de rol van onze burgemeester is geweest in deze bizarre zaak. Eén ding hebben de politieke collega’s wel bereikt: niemand heeft het meer over de misstand die we hebben aangetroffen in de papieren van de wethouder. Dat ambtenaren de coalitie in debat influisteren wat ze moeten zeggen tegen de oppositie, is voor de meeste inwoners ook al geen nieuws (“dat doen ze toch altijd al”), laat staan een misstand. Als fractie besluiten we dan ook met tegenzin ons neer te leggen bij het “WC-eend” besluit van de burgemeester om de munitiedocumenten niet te willen onderzoeken.
Mijn advocaat, mr Langelaar belt om te vragen of hij de stukken van deze in zijn ogen “prachtige smaadzaak met grote succeskans” mag versturen. Alles ligt gereed om in te dienen bij het OM, gemeente en rechtbank, ik moet alleen nog een paar handtekeningen zetten. Langelaar laat zelfs doorschemeren dat hij deels no cure no pay wil werken, dus pas betaald hoeft te worden na ontvangst van het schadebedrag. Ik zeg dat hij nog even geduld moet hebben en ga aan het werk in de winkel. Ik moet onwillekeurig steeds denken aan mijn opvoeding, lang geleden. Sommige waarden zijn me met de paplepel ingegoten. Mijn moeder zei altijd, als ik betrokken was in een ruzie, op het schoolplein, of met mijn broers of zus: “Wees jij nou maar de verstandigste en leg het bij. Dan ben jij de échte winnaar.” Ik word verscheurd door twijfel. Doorvechten of stoppen. Ga ik voor de winst of voor Solingen. Hamza kent mijn dilemma en ziet mijn gepieker. Hij pakt een euro uit de kassa en vraagt: ”Kop of munt?” Ik glimlach en zeg: “Dit is de duurste euro die je ooit in handen hebt gehad, maar vooruit. Munt is doorvechten, kop is bijleggen.” Hamza gooit…..
Ik bel in de lunchpauze met het bestuurssecretariaat om een afspraak te maken met de burgemeester en de wethouder. Na ruim een uur onderhandelen, waarbij letterlijk elk woord zwaar wordt bevochten, leidt dat diezelfde middag tot het volgende persbericht, dat integraal door de pers wordt overgenomen:
Wethouder en raadslid begraven strijdbijl in “Ipad-affaire”
Van den Zakken: “Het OM heeft de zaak bestudeerd en vindt niet dat er sprake is van een strafbaar feit. Ik respecteer dat en ga daartegen niet in beroep, omdat ik vind dat de zaak nu lang genoeg heeft geduurd en ik de laatste stap naar een oplossing wil zetten. Het is te betreuren dat deze zaak zoveel negatieve publiciteit met zich mee heeft gebracht, voor Joop de Wever zelf maar ook voor Solingen, en dat moet wat mij betreft stoppen.”
Van zijn kant vindt De Wever nog steeds dat Van den Zakken geen aangifte had moeten doen: “Er was destijds sprake van een verwisseling, ik ben met de verkeerde iPad en map naar huis gegaan, maar heb de spullen zodra dat kon weer ingewisseld. Om de eigenaar te achterhalen was het nodig in de map te kijken. De aangetroffen informatie was destijds aanleiding voor mij de burgemeester op de hoogte te willen stellen. Ik ben blij dat het OM tot het oordeel is gekomen dat er geen sprake is van diefstal, noch van een iPad, noch van informatie. Ik ben daardoor compleet en volledig vrijgepleit”, aldus De Wever. Beide partijen hebben nu besloten elkaar onderling in en buiten rechte geen verwijten over deze zaak meer te maken. We hebben onze energie hard genoeg nodig om te werken aan een nog beter Solingen.”
Door Johan Weeber