Weekblad deGouda Archief

Papieren Tijgers deel 46

Johan Weeber die tot voor kort in de Goudse gemeenteraad zat voor Gouda Positief baseerde zijn boek op ware gebeurtenissen tussen 2010 en 2018. “Uit respect voor sommige politici zijn bepaalde zaken in dit boek verzonnen. Uit respect voor de kiezers is al het overige zo waarheidsgetrouw mogelijk opgeschreven.” Het boek verschijnt als feuilleton in deGouda Digitaal.

46. Xochimilco

Het is een drukke tijd. Naast het samenstellen van de lijst en de fusiebesprekingen met Solingen Vooruit, moet er ook campagne gevoerd worden. Die draait ondertussen op volle toeren. Over een paar weken zijn er verkiezingen voor de gemeenteraad.  Bijna elke dag zijn we wel ergens in Solingen te vinden in onze witte jasjes. We lopen door de wijken en delen bijvoorbeeld zakjes bloembollen uit met daaraan  vastgeniet ons Tienpuntenplan voor Solingen. Als je alleen flyers uitdeelt, zoals veel politieke collega’s doen, kun je er net zo goed meteen een grote prullenbak naast zetten. Ook onze lokale zusterpartij Solingen Vooruit voert op deze droevige wijze campagne. De meeste collega’s staan ongeïnspireerd en werktuiglijk folders uit te delen bij de ingang van winkelcentra. Mensen proberen ze met een grote boog te ontwijken. “Tja, dat krijg je als je als lokale afdeling van een landelijke partij denkt dat je toch het verkiezingsresultaat niet kunt beïnvloeden” oordeelde John tijdens een gezamenlijk campagne-event. ”Onze collega’s zijn vooral gericht op hun landelijke leiders en hopen dat deze niet al te grote uitglijders maken.” Ik werp tegen: “Je hebt helemaal gelijk. Maar het is ónze taak om inwoners erop te wijzen dat er een lokaal alternatief bestaat, daarom moeten wij echt hard campagne voeren, elke inwoner die ik tegenkom die nooit van ons gehoord heeft is er één teveel!” om me weer snel in het publiek te mengen. We hebben haast, willen zoveel mogelijk mensen in korte tijd bereiken. Als lokale partij krijgen we geen landelijke zendtijd, naamsbekendheid of landelijke subsidies om lokaal campagne te kunnen voeren. We moeten dus wel. Maar de meesten van ons vinden campagnevoeren ook echt leuk. In tegenstelling tot wat ik veel hoor van de collega’ s krijgen wij als partij bijna altijd leuke reacties van de mensen. Het hangt er maar net vanaf hoe je ze benadert. Met sjagrijn of desinteresse oogst je datzelfde, met enthousiasme en interesse krijg je dat vaak ook terug. Ons stemmenkanon Farid Rakache voert zijn eigen campagne en dan vooral in wijken waar zijn achterban woont. Hij heeft al duizenden visite kaartjes met zijn foto uitgedeeld, wat blijkt uit zijn steeds weer nieuwe bestelling. Farid blijkt een echte campaigner, loopt avond aan avond van deur tot deur en zit in allerlei whatsapp en facebook groepen. .

Als lijsttrekker heb ík daarnaast een hele lijst met debatten gekregen waaraan ik de komende weken mag, of eigenlijk moet, deelnemen. Morgenavond staat er een debat bij de KirchenRat op het programma, met allerlei debatpunten waarmee vooral de christelijke partijen hun achterban kunnen bedienen.  Verder zijn er nog lijsttrekkersdebatten voor de twee lokale omroepen, wijkverenigingen, het Solings Dagblad, Solingse Post enzovoorts. Al met al is er de komende weken elke avond wel iets voor me te doen.

Maar vanavond, zondagavond, ben ik een keertje vrij. We zitten met het gezin te eten bij een Mexicaans Restaurant, Xochimilco in het centrum van Solingen. Het is er gezellig druk. Het geklaag van het gezin over mijn veelvuldige afwezigheid is even naar de achtergrond verdrongen. We zitten aan een tafeltje achterin, dat Detta bewust heeft uitgekozen om even rust te hebben. Maar al te vaak gebeurt het dat ik wordt aangesproken tijdens privé activiteiten. Zelf heb ik me er al bij neergelegd dat ik als lokaal politicus voorlopig geen privé-leven heb. Onze jongste, Lissy, van twaalf is een kieskeurige eter maar dol op de spare ribs die zie hier serveren. Haar twee oudere zussen, Roxy en Gaby,  proberen deze keer iets met twee spaanse peper-symbolen op de menukaart. Met rode, zwetende hoofden zitten ze hun quesadilla te eten. Na elke hap volgt een slok cola.

Detta en ik kletsen gezellig met de meiden mee, maar we zijn er niet helemaal bij met ons hoofd. We  zijn behoorlijk ongerust over Detta’s broer Ted. Hij had gistermiddag samen met zijn vriend Jonathan een afspraak bij zijn moeder, dus ook die van Detta, in Osnabrück, maar ze kwamen zonder bericht niet opdagen. Dat is niks voor Ted. We hebben gisteren geprobeerd contact te krijgen, maar dat is niet gelukt. Detta heeft hen ontelbare keren vergeefs gebeld. Uiteindelijk heeft ze de buren gebeld.  Die hebben geconstateerd dat ze niet thuis waren, de post lag immers nog in de brievenbus. Beide waren ook al 24 uur niet online geweest, dat is ook al niks voor de heren, zoals veel dertigers vergroeid met hun smartphone. Ted en  Jonathan, een wegens homohaat gevluchte Cubaan, kennen elkaar ongeveer een half jaar en wonen sinds enkele maanden samen in Nijmegen. Detta en ik zijn gisteravond uiteindelijk gaan slapen, waarbij we ons wijsmaakten dat de mannen vast zó’n wild weekend hadden, dat ze moeder totaal waren vergeten. Vannacht om 3:40 kwam er dan eindelijk een bericht via de whatsapp van Ted: “We waren in Belgium, alles is goed”. Nadat Detta haar familie had gerustgesteld, viel ik weer in slaap. Bij het ontbijt zei Detta, bleek, zware wallen onder de ogen: “Dat appje was niet van Ted, die zou nooit het woord Belgium gebruiken, ik denk dat Jonathan het verstuurd heeft. Ik ben er nog steeds niet gerust op”.  De rest van de dag hadden we weer van alles te doen en raakte het Ted en Jonathan verhaal enigszins op de achtergrond. Nu hebben we het hoofdgerecht net achter de kiezen als Detta’s telefoon rinkelt. Het is de ex-vrouw van Ted. Detta verbleekt en loopt weg van tafel richting de toiletten. Ik doe wat ik altijd doe als ik snel wil weten of er ergens iets gebeurd is, pak mijn telefoon en toets op de zoekfunctie van Twitter in: “Nijmegen Melding”. Daar verschijnt bovenaan een bericht van Omroep Gelderland:” Dode en gewonde gevonden in huis Gemberweg” met een foto van het flatgebouw waar Ted en Jonathan wonen. Ik schrik op: “Papa wat is toch aan de hand?” vraagt Lissy.

Door Johan Weeber

Tagged with:

Related Articles