Papieren Tijgers deel 49
— 24-05-2019Johan Weeber die tot voor kort in de Goudse gemeenteraad zat voor Gouda Positief baseerde zijn boek op ware gebeurtenissen tussen 2010 en 2018. “Uit respect voor sommige politici zijn bepaalde zaken in dit boek verzonnen. Uit respect voor de kiezers is al het overige zo waarheidsgetrouw mogelijk opgeschreven.” Het boek verschijnt als feuilleton in deGouda Digitaal.
49. Albert Jekel
Karel Koning en ik zitten in het Huis van de Stad, in de collegekamer op de zevende verdieping. Het is avond, we zien de verlichte treinen de naastgelegen Bahnhof in- en uitrijden. In de verte het lichtschijnsel van de hoge kantoortorens van Wuppertal. We zitten aan een ronde tafel tegenover Albert Jekel. Hij is door de nipte winnaar van de verkiezingen, Dem’77 is uitgezocht om te verkennen welke coalitiemogelijkheden er zijn. Albert is een onkreukbaar, kleurloos Dem’77 lid, dat leeft van allerlei klussen die de verschillende Dem’77 gremia hem toewerpen. Zo’n verkenningsklus pakt hij met zijn grote ervaring routineus aan als hij het gesprek start: ”Zo, heren van de op één na grootste partij hier in de gemeenteraad. Welkom. Ik heb begrepen dat jullie op een wel zeer bijzondere wijze aan je stemmen bent gekomen, nietwaar? Iets met een iPad, zo kreeg ik te horen.” Karel en ik kijken elkaar bevreemd aan. Ik zeg: ”Mijnheer Jekel, zullen we het gewoon zakelijk houden? Waarom vraagt u niet voor welke coalitie wij een voorkeur hebben, zoals u in uw officiële vraagstelling aan de raad heeft geformuleerd?” Jekel verblikt of verbloost niet als hij zegt: ”Omdat dat helemaal niet aan de orde is. Uw combinatie wordt door geen enkele fractie in de gemeenteraad gepruimd. U wordt als te rebels, te weinig gericht op samenwerking ervaren. Met name u, mijnheer De Wever, bent een onervaren politicus. Daarnaast wordt u ook nog eens als instabiel gezien, uw fractie is nog jong, want net gecombineerd. Het kan zomaar zijn dat uw wegen zich binnen korte tijd weer scheiden.” Op dat moment kennen Karel en ik de voorspellende waarde van deze woorden nog niet, en Karel reageert furieus: “Als de zittende macht denkt dat ze zónder de grootste groeier in de gemeenteraad en de op één na grootste partij wegkomen, dan is dat echt een schande. En als u dat als ónafhankelijke verkenner gaat opschrijven, dan is dat helemaal ernstig. Uw taak als verkenner is toch niet om te papegaaien wat de grootste partij zegt? Ik geloof er helemaal niets van dat niemand met ons in zee wil. U heeft niet goed doorgevraagd. “ “En toch is dat zo, en zo ga ik het ook in mijn rapport opschrijven.” zegt Jekel. Karel en ik stappen op, zonder een woord te zeggen stappen we uit de collegekamer de gang op. “Tjonge jonge, wat een onafhankelijke verkenner is die man”, flap ik er hard uit. Daisy Dahlman, wethouder van Dem’77, loopt schommelend door de gang en draait zich met een ruk om. Uit haar kamer komt Tierie van Vlijmen, haar nieuwe jonge fractievoorzitter nieuwsgierig om de hoek kijken. Het ziet er komisch uit hoe die twee in onze richting staren. Tierie ziet eruit als beleidsambtenaar bij het Reich en is dat ook. Lokale politiek doet ie erbij want dat staat goed op zijn CV. Ergens tijdens zijn carrière in het westen heeft hij zich aangeleerd om met een enorme aardappel in de keel zijn zuidelijke tongval te maskeren. Als hardloper is hij ook nog eens graatmager. Dit in tegenstelling tot zijn bourgondische wethouder Daisy, die ik me goed kan voorstellen op een schilderij van Rubens. “De dikke en de dunne van Dem’77” grap ik flauwtjes tegen Karel. Tierie roept ons met zijn schrille hoge stem toe: “Zo heren lokalen, níet naar de zin gehad zeker, bij ónze verkenner?” Met de gierende hoge lach van Tierie en het gebulder van Daisy stappen beiden weer haar kamer in. Als de deur dicht is horen we ze nog lachen.
Als na een week het rapport verschijnt is dat wel iets genuanceerder dan Jekel mondeling heeft aangegeven. Er staat een opmerkelijk standpunt in van de drie christelijke partijen, die zouden eventueel als tweede keuze wel in een coalitie met ons willen. Maar de combinatie SSS/SV wordt door niemand genoemd in hun voorkeurscoalitie. Hoewel we dit enigszins verwacht hadden, doet het wel pijn. Met name Karel is erg teleurgesteld, want die had met dit verkiezingsresultaat verwacht nu zeker in de coalitie terecht te komen. Ik zou het persoonlijk niet erg vinden om nog vier jaar oppositie te bedrijven en dan over vier jaar echt als de grootste uit de bus te komen. Maar ook onze John wil deze periode de stad echt gaan besturen als we de kans krijgen. De fractie krijgt hij mee door weer eens de parallel te trekken met het ziekenhuisbed met doodzieke patiënt die door onkundige doctoren wordt geopereerd. Terwijl je er zelf met je kennis naar staat te kijken. Onze gecombineerde fractie besluit aldus dat Karel en ik als gemandateerde onderhandelaars een poging moeten gaan doen om deel te nemen aan een coalitie, linksom of rechtsom.
Karel en ik zitten daarom op een avond bij elkaar om onze kansen nog eens goed door te nemen en te kijken welke actie we alsnog kunnen ondernemen. Karel zegt: “De zittende coalitie gokt erop dat ofwel het CDU, ofwel Christ! hen aan een meerderheid gaat helpen. Maar ze vergissen zich. De christenen houden elkaar vast, ik weet dat die hebben afgesproken dat ze alleen maar deelnemen aan een coalitie als alle drie partijen, dus Christ!, CDU en SKP kunnen deelnemen.” “Dat is belachelijk”, zeg ik, “daar gaan de anderen toch nooit mee akkoord? Acht christelijke stemmen zou ze meteen de grootste machtsfactor maken in zo’n coalitie, dat zullen zeker Dem’77 en SDAP nooit accepteren. En dan met die orthodoxe SKP erbij, zie je dat voor je?” Karel zit te knikken en zegt : “Maar wij kunnen daar mooi gebruik van maken. Ik heb al wat telefoontjes gepleegd met de partijen die nu in de oppositie zitten…” Karels ogen krijgen een bijzondere gloed. Iets dat ik later in hele andere omstandigheden nog een aantal keren zal zien.
Door Johan Weeber