Papieren Tijgers (deel 7)
— 01-06-2018Johan Weeber die tot voor kort in de Goudse gemeenteraad zat voor Gouda Positief baseerde zijn boek op ware gebeurtenissen tussen 2010 en 2018. “Uit respect voor sommige politici zijn bepaalde zaken in dit boek verzonnen. Uit respect voor de kiezers is al het overige zo waarheidsgetrouw mogelijk opgeschreven.”
Het boek verschijnt als feuilleton in deGouda Digitaal.
7. Ratten zijn het
Ik sleep mezelf met pijnlijke rug naar de winkel beneden. Ik hoor geritsel uit het schap met rijst komen. Ik loop erheen. Niets te zien. Ik neem een pak rijst uit het schap. Wat ik in mijn handen heb, is alleen de voorkant van het pak. De rijst en de rest van de verpakking is helemaal weggevreten. Ik grijp nog een pak: hetzelfde verhaal. Ratten. Het hele schap blijkt alleen maar uit voorkanten van rijstverpakkingen te bestaan. Die slimme kolere-beesten. Ik pak mijn mobiel en bel de ongediertebestrijding. Terwijl ik het schap aan het leeghalen ben, komt mijn medewerker Hamza binnen. “Hey Hammie, hoe is het”, begroet ik hem.
Ik vertel hem wat ik zojuist aantrof in de winkel. “Ratten zijn het, die politieke vrienden van jou zijn hier zeker geweest”, zegt hij met een uitgestreken gezicht. “Maar, ik heb goed nieuws, ik heb gisteren een hele mooie pallet met pandang-rijst besteld bij m’n neef, omgerekend 20 cent per pak, verdienen we mooi 80 cent op per pak.” “Goed man, na aftrek van jouw salaris, de huur en de rattenbestrijding hou ik er ook nog wel 1 cent per pak aan over”, zeg ik met een knipoog. Ik ben erg blij met Hamza. Voor elk bedrijf, maar zeker voor een buurtsuper als de mijne, is het nodig dat je betrouwbare medewerkers hebt. Hamza komt uit een Marokkaanse kruideniersfamilie en is zeer stipt en betrouwbaar. Helaas is zijn vader na een ziekbed van enkele maanden overleden, Hamza heeft de afgelopen weken onbetaald verlof opgenomen om bij zijn vader en familie te kunnen zijn. Gecombineerd met mijn politieke activiteiten staat de winkel er bepaald niet goed bij. Schappen zijn leeg en sommige producten zijn vér over de datum.
Dat wordt bij een supermarkt meteen afgestraft doordat klanten wegblijven. En dan heb je al heel snel geen inkomen meer, de marges in de supermarktwereld zijn flinterdun. Terecht dat mijn vrouw Detta boos is dat ik zo’n vreemde hobby heb die politiek heet en alleen maar geld kost. Toch ben ik ervan overtuigd dat ik dit móet doen. Voor de stad Solingen, waar de gevestigde politieke kliek er de laatste jaren een grote puinhoop van gemaakt heeft. De helft van de kantoorpanden staat leeg, twintig procent van de winkels draait met verlies, maar de lasten voor ondernemers en burgers lopen steeds verder op. Er is een nieuw Stadhuis gebouwd van € 50.000.000,-(!). De culturele elite heeft met gemeenschapsgeld voor € 7.000.000,- een groot CultuurPaleis neergezet met een muziekschool, kunstopleidingen en een theater. Mijn zaak bevind zich in de armste wijk van de stad, Westerfeld. Ik ken daar teveel mensen die niet rond kunnen komen en al helemaal nooit in zo’n CultuurPaleis komen, laat staan een cursus kunnen volgen. De criminaliteit tiert welig hier in de wijk. Ik kijk al niet eens meer op van een gemaskerde overval en geef tegenwoordig zonder iets te zeggen de inhoud van de kassa. Dat alles is voor mij ook één van de belangrijkste redenen om politiek actief te willen zijn. Als er niks verandert ga ik kapot, zowel mentaal als financieel. En niet alleen ik, ik schat in zo’n beetje de helft van de inwoners hier in de wijk, waarvan velen een eigen zaak hebben of ZZP-er zijn.
Hamza en ik hebben lunchpauze. Mijn telefoon trilt, ligt naast me op de tafel. Onbekend nummer. Ik neem op: “Goedemorgen met Dagblad Solingen, met Ruud Zwarte, spreek ik met de heer De Wever?”, zegt een stem. Ruud, die ik wel ken, is een joviale vent die graag een biertje lust, maar als hij werkt is ie altijd erg afstandelijk. Ik grom iets terug. “Ik wil graag uw commentaar op een net uitgekomen persbericht, heer Wever”. “Welk persbericht Ruud”, vraag ik, enigszins verontrust. Ik leun tegen de kalkzandstenen muur tussen winkel en magazijn. Het Dagblad belt nooit op zaterdagochtend, immers op zondag is er geen krant. “Nou, u wordt er door een aantal partijen in Solingen van beschuldigd dat, even kijken, ik citeer: “U de schijn van belangenverstrengeling heeft gewekt. Er is een zakelijke factuur opgedoken van het Good Eastern Hotel dat voor hele bijzondere politieke doelen is gebruikt. Partijen willen een onderzoek door integriteitsbureau PING. Het vermoeden bestaat bij uw collega’s dat u niet mee kunt doen met de verkiezingen.” Ik zak langzaam op de grond, en voel mijn pijnlijke rug tegen de muur schuren…
Door Johan Weeber