Weekblad deGouda Archief

Stoute schoenen

Het afgelopen weekend vierde ik voor het eerst mijn verjaardag in Gouda. 31 jaar, dé leeftijd dat de kilo’s blijven plakken en de rimpels blijven staan. Het mocht de pret niet drukken. Ik ben ongelooflijk verwend door mijn vriend en vervolgens ongelooflijk voor lul gezet in het Griekse restaurant Rhodos met een zaakbreed ‘lang-zalze- leven’ en een vuurpijl in mijn ijsje. ’s Zondags kreeg ik mijn Delftse familie over de vloer voor een borrel, wat gepaard met Goudse marktkaas voor een gezellige middag zorgde. Al lijken ze de neiging nog niet te zijn verloren om me nadien mee terug naar Delft te willen nemen. Een tamelijk verrassende verjaardagsattentie aanschouw ik al weken bij mijn overburen. Het voordeel van het wonen in een flat is dat je eenvoudig bij anderen naar binnen kunt kijken. Het ongemakkelijke nadeel is dat dit dus wederzijds is en ik dát nog wel eens vergeet. Het hoe en wat laat ik daarbij graag tot de verbeelding spreken. Maar mijn overburen hebben inmiddels al ruim twee maanden verjaardagsslingers in hun huis hangen. “Dat hadden ze nou niet hoeven doen”, zei ik gekscherend in de aanloop naar mijn eigen geboortedag. Maar tegelijkertijd bekroop me ook steeds vaker een bepaalde onrustige verwondering. Want waarom hangen er al twee maanden slingers, zonder dat er licht brand? Is het er iedere dag feest, of is er iets anders aan de hand? Deze hele slinger-situatie maakte me akelig bewust van de hedendaagse anonimiteit. Ik vroeg mij af; hoe sociaal betrokken zijn Gouwenaars eigenlijk? Kennen zij hun buren, groeten zij elkaar? Maken zij zich soms zorgen om elkaar en zo ja, bieden zij dan hun hulp aan? Ik stond er wat over weg te dromen bij het raam. Ik trok mijn stoute schoenen aan om eens te informeren dan wel de deur te forceren, maar zag plots een dame de planten water geven. Opgelucht haalde ik adem. Ik zwaaide kort naar haar. Tot ik bewust werd dat ik naast stoute schoenen weinig anders droeg op dat moment.

Tagged with:

Related Articles