Tijgers Toekomst 5. Verzet
— 10-07-2020Dit feuilleton is een vervolg op de Papieren Tijgers met bijna waargebeurde belevenissen (2008-2018). Tijgers Toekomst beschrijft verzonnen gebeurtenissen tussen 2030 en 2040. Toch zou de toekomst er best eens zo uit kunnen gaan zien.
5 Verzet
Ik word wakker van een schuivend geluid. Als ik mijn ogen open doe, zie ik niks, maar ik hoor van alles. Het is aardedonker in het ziekenhuis, ik zie ook de noodverlichting niet. Het geschuifel komt dichterbij, het lijkt wel of ik ook de ademhaling hoor van een aantal mensen. Mijn hart bonkt in mijn keel. Als het geluid stopt, hoor ik de stem van Anna, die gelijktijdig een gehandschoende hand op mijn mond legt, ze fluistert: “Meneer De Wever, wij handelen in opdracht van meneer Vroegop. We nemen u mee uit het ziekenhuis, u bent voldoende aangesterkt. Stelt u geen vragen, dat kan later. Ik snijd nu uw multichip weg, anders kunnen ze u lokaliseren. Slik eerst dit pilletje.” Ik gehoorzaam en voel een vlijmscherpe steek achter mijn oor, pijlsnel spuit Anna er iets op waardoor de pijn minder wordt. Dan word ik opgetild door twee mannen en in een kist gelegd. Daar lig ik, in een formaat doodskist, op een dunne schuimrubberen matras. Zodra ik lig wordt het deksel er bijna geluidloos opgeschroefd. Ik vraag me af of ik voldoende zuurstof krijg. Ik voel dat de kist met mij erin wordt opgetild, en plots klinkt er een hels alarm, door de kieren van de kist zie ik nu dat er felle lampen aangaan. Ik hoor geschreeuw in de verte. Ik word ruw door elkaar geschud, mijn dragers lopen zo te voelen op topsnelheid. Dan is het donker en lijkt het alsof de kist losgelaten wordt, ik zweef een kort moment in mijn kist. Met een enorm gekraak kom ik op de grond terecht, maar de kist blijft intact en wordt weer opgepakt. Verder gaat de tocht. Ik verbijt de pijn, ik moet inmiddels onder de blauwe plekken zitten. Dan hoor ik het suizende geluid van een grote elektromotor. Het voelt alsof ik de lucht in ga. Dan niets meer, de pil begint te werken en ik raak buiten bewustzijn.
Als ik wakker word is het licht, ik kijk om me heen, zo te zien lig ik in een luxe hotelkamer. Alles doet me pijn. Ik kijk naar mijn bont en blauwe armen. Er staat iemand naast mijn bed. Het is John. Hij zegt: ”Sorry Joop, maar dit moest even. Je bent nu veilig. Het ging bijna mis omdat zo’n robotzuster ontdekte dat wij alle stroom van je ziekenhuiskamer hadden uitgeschakeld. En die pil werkte niet goed, je had binnen 10 seconden al out moeten zijn. ” Het voelt alsof ik een dode vogel in mijn mond heb. Met dubbele tong vraag ik waar we zijn. John zegt:” In Gloucester, Engeland. Vanuit hier leiden we het verzet tegen de Russen. ” Hij ziet mijn vragende blik en vervolgt: “Eerst nog een beetje aansterken, daarna vertel ik je alles.” Hij zegt tegen zijn pols: “Call Anna” wacht een seconde, en dan met een grote glimlach: ”Hi dear, kom je even hierheen, Joop is bijgekomen.” Anna komt binnen en zet mijn bed wat overeind om me eten te kunnen geven. Ik krijg tubes “Quickfood” staat erop, eentje met pindasmaak en eentje met bananensmaak. “Ruimtevoeding” zegt Anna, “zo bent u het snelst weer op krachten.” Ik kijk door het raam naar buiten en zie dat het hotel aan een landingsbaan ligt. Vliegtuigen zien er tegenwoordig heel apart uit, een beetje als vliegende schotels, zo constateer ik. Anna ziet me kijken en zegt: “Sinds er veel minder burgerluchtvaart is, zijn dit soort vliegtuigjes enorm in opkomst. Ze hebben allemaal zo’n kleine kernreactor, dus voldoen aan alle milieuregels.” Ik vraag me opnieuw af wat er in vredesnaam de afgelopen tien jaar is veranderd, maar ben te moe om ernaar te vragen. Anna zegt met een knipoog: ”U moet nu rusten, ik ga terug naar Solingen, er is nog genoeg te doen daar voor een verzetsheldin, eh ik bedoel natuurlijk verpleegster.” Even later hoor ik het mij inmiddels bekende gesuis en zoeft er een vliegende schotel pijlsnel weg vanaf het vliegveld. Ik val in slaap maar ben na een uur weer klaarwakker. Good food, besef ik met een glimlach. Ik voel me zelfs redelijk fit en besluit te gaan douchen en aankleden. Als ik aangekleed ben ga ik weer op bed zitten en zet de TV aan. Ik zoek BBC News. Gelukkig, dat bestaat nog steeds. Ik val middenin een praatprogramma met diverse gasten, waaronder Boris Jonsons, die premier was tien jaar geleden. Een beetje ouder, wat meer rimpels maar nog steeds dat vlasblonde warrige haar en die puberale blik in de ogen. Hem wordt gevraagd wat hij ervan vindt dat de zoon van Tromp, Donald jr, nu zijn vader overleden is, automatisch het presidentschap heeft geclaimd krachtens een wet die de Republikeinen er in 2024 hebben doorgedrukt. Jonsons zegt fel: “Dit heeft natuurlijk niets meer te maken met democratie. Dit lijkt nog het meeste op hoe de vorstenhuizen in Europa door erfopvolging aanspraak konden maken op de macht. Er is geen enkel verschil, we zijn echt terug in de Middeleeuwen, zowel in het Westen, maar ook in het Oosten, waar Potin en zijn familie het nog steeds voor het zeggen hebben.” Een tafelgenoot, een kritische uitziende journalist vraagt Jonsons hoe het dan kan dat hijzelf ook al meer dan 10 jaar het land bestuurt per decreet. Aan tafel lacht iedereen, maar er wordt geen antwoord gegeven op de vraag omdat dat kennelijk volstrekt voor de hand ligt. Ik begrijp echter helemaal niets meer van de nieuwe wereldorde en besluit eens een kijkje buiten de hotelkamer te gaan nemen. Het is lekker weer, de zon schijnt en aan de palmbomen te zien is ook in Engeland het klimaat een stuk opgewarmd. Ik loop de hotelgang in, neem mijn pasje mee en ga met de lift naar beneden. Ik loop de moderne lobby door, de receptionist weet kennelijk wie ik ben, want hij groet mij met een hartelijk:” Goed u te zien mijnheer De Wever”. Ik ga door de draaideur naar buiten. Daar wacht mij een enorme verrassing.
Door Johan Weeber