Toekomst Tijgers 10. Handeltje ernaast
— 18-09-2020Dit feuilleton is een vervolg op de Papieren Tijgers met bijna waargebeurde belevenissen (2008-2018). Tijgers Toekomst beschrijft verzonnen gebeurtenissen tussen 2030 en 2040. Toch zou de toekomst er best eens zo uit kunnen gaan zien.
10 Handeltje ernaast
Na de meeting in De Haring besluit ik even een frisse neus te gaan halen in de stad. Ik loop via de Markt naar de Zandweg, de hoofdwinkelstraat. Op de Markt had ik al gezien dat veel horecazaken dichtgetimmerde ramen hadden. Soms nog met een vergeelde Te Huur/Te Koop poster erop. Op de Zandweg aangekomen schrik ik me helemaal te pletter. Ik zie veel gehavende panden, er lijkt soms wel geplunderd, de bekendste telefoonwinkel van Solingen is een groot gapend gat. De pui is naar binnen gedrukt. Ook vrijwel alle andere panden zijn er belabberd aan toe. Ingegooide ruiten, afgebladderd schilderwerk en kapotte lichtreclames. Zowel binnen als buiten de winkels is geen mens te zien. Ik struikel bijna over de verzakte klinkers. De openbare ruimte is volledig verloederd. Het straatmeubilair is weg, alleen de betonvoeten met stalen pin staan er nog. Daar moet je niet per ongeluk tegenaan lopen. Ik loop door maar kan geen enkele winkel vinden die gewoon open is. Ik moet de neiging onderdrukken om mijn AR Bril maar op te zetten om al dit vreselijks niet te hoeven zien. Dan hoor ik achter me een klikkend geluid. Ik kijk om en zie een twee Handhavers te paard aankomen. Ik heb van John begrepen dat ik die moet ontwijken omdat ik niet gechipt ben. Dat kunnen ze vanaf ongeveer drie meter afstand aflezen op hun handcomputers. Ik sla snel de Zandwegstraat in en loop stevig door. Gelukkig vervolgen de Handhavers hun route op de Zandweg. Van de Zandwegstraat naar mijn winkel met onze bovenwoning is het nog een klein stukje. Even later wandel ik in mijn oude straat aan de singel. Daar lijkt niet zoveel veranderd. De huizen staan er nog redelijk goed bij, alleen het plantsoen voor de deur is veranderd in een soort wilde tuin. Het gras is een halve meter hoog, en de perkjes zijn ondoordringbaar begroeid met braamstruiken en brandnetels. De bewonersgroep Singelpark die het park zo goed onderhield, is vast niet meer actief, bedenk ik. Ik kom aan bij mijn oude winkel: “EOS TO GO” staat erboven in blauwe neonletters. Waar eerst “Joop’s Buurtsuper” stond. Iets kleiner staat onder het blauwe logo: “Eerste Onbemenste Supermarkt.” Het doet me wel wat, dit zo te zien. Ik besluit, na enige aarzeling, naar binnen te gaan. De automatische deuren blijven echter dicht. “Geen chip herkend” bliept het display naast de deur. Dan gaat de deur open door een klant die naar buiten komt. Die zet grote ogen op en stamelt: “Joop? Ben jij dat echt? Jij hoort toch in coma te liggen?” Ik kijk nog eens goed. Het is Romero de Tetter, meer dan tien jaar geleden wethouder in Solingen. Romero moet nu midden 40 zijn, maar ziet er jonger uit dan destijds. Een afgetraind slank en gebruind lijf onder een strak shirt, een moderne zonnebril steekt in een zowaar weer een volle haardos op zijn hoofd. “Romero,” stamel ik terug, ”hoe is het met jou?” Romero is zijn verbazing alweer te boven en ratelt: ”Ja, prima, ik zit al tien jaar op wachtgeld na die staatsgreep van Bidet en zijn maten. Het eerste jaar had ik daar wel moeite mee, niet met dat wachtgeld hoor, maar uiteindelijk heb ik toch voor mezelf gekozen. Gezond leven, veel sporten, af en toe de zonnebank, goede voeding en ik ben naar dezelfde haarimplantoloog gegaan als jullie blonde Farid, hahaha.” Ik vertel hoe ik uit coma ontwaakt ben en eigenlijk nog aan het revalideren ben. Terwijl ik dat vertel zie ik dat Romero steeds probeert een blik te werpen op de pleister achter mijn rechteroor. Als dat niet lukt zet hij zijn zonnebril op, een goed vermomde AR Bril, kijkt me aan en valt me in de rede: “Joop, ik zie dat je geen chip draagt, hoe zit dat, je weet dat dit verplicht is en wat er gebeurt als Handhaving ziet dat je geen chip draagt, hè?” Ik verzin ter plekke dat het ziekenhuis me gechipt had maar dat de boel ontstoken is en de chip weer tijdelijk weggehaald is, wijzend op de pleister achter mijn oor. “Joop, ik vind het levensgevaarlijk, je wordt meteen opgesloten zonder proces! Heb je geprobeerd naar binnen te gaan hier? Die scanner naast de deur heeft zeer waarschijnlijk al doorgegeven dat er iemand zonder chip is waargenomen…. Je moet echt wegwezen hier, kom, rij met mij mee naar mijn huis dan praten we verder.” Ik stap in bij Romero en we rijden naar zijn huis. Hij woont nog steeds in hetzelfde rijtjeshuis als tien jaar geleden, in Solingen Noord. Het valt me op dat er houten trappetjes voor alle voordeuren zijn getimmerd en dat ik onder de meeste huizen door kan kijken. Het lijkt wel of ze op betonnen palen staan van een halve meter hoog. Ik knipper met mijn ogen. Hebben ze die hele wijk opgevijzeld? Dan realiseer ik me dat de slappe veengrond waarop deze wijk gebouwd is, weggezakt is. Romero ziet me kijken en zegt: ”Ja, tien jaar geleden is er voor het laatst opgehoogd, weet je nog? Het Regiem heeft er sindsdien niks meer aan gedaan. Overheden hebben hier geen geld meer voor na alle ellende. Ja, ze hebben het waterpeil met een meter verlaagd. Met alle gevolgen van dien zoals je ziet. Het alternatief was geweest dat we met bootjes naar ons huis moesten. De bewoners mochten kiezen…” We gaan naar binnen. De katten van Romero vluchten naar buiten terwijl wij de woonkamer binnengaan. Daar doet Romero zijn bril in een aluminium koker, zet een paar knoppen om in de woonkamer en doet de gordijnen dicht. “Joop,” zegt hij,” ik verveelde me natuurlijk te pletter zonder werk. Je moet me maar niet kwalijk nemen dat ik er een handeltje naast ben begonnen. Puur voor de kick en om dat vreselijke Regiem dwars te zitten. Ik kan het jou wel vertellen want jij bent ondernemer en bovendien letterlijk nog blanco zonder chip. Als je geïnteresseerd bent, kunnen we zakendoen wat mij betreft.”
Door Johan Weeber