Weekblad deGouda Archief

Toekomst Tijgers 12. Onbemenst

Dit feuilleton is een vervolg op de Papieren Tijgers met bijna waargebeurde belevenissen (2008-2018). Tijgers Toekomst beschrijft verzonnen gebeurtenissen tussen 2030 en 2040. Toch zou de toekomst er best eens zo uit kunnen gaan zien.  

12 Onbemenst

 

Ik heb slecht geslapen in mijn oude huis. De halve nacht heb ik gepiekerd over de nieuwe wereldorde. En gestaard naar de scheuren in het plafond en de muren. Die waren er vroeger niet. De afgelopen tien jaar is mijn pand enorm verzakt. De gemeente heeft tien jaar geleden het grondwaterpeil met een halve meter verlaagd. Met vreselijk veel schade in de binnenstad tot gevolg. Het schijnt dat niemand de schade vergoed kreeg, zodat er ook niets hersteld is. Ik loop slaperig de trap af naar mijn winkel. Aan het einde van het trappenhuis zit een deur. Ik duw ertegen. Met een klik schiet tot mijn verrassing de deur van het slot. Ik loop de winkel in die er totaal anders uitziet dan tien jaar geleden. Er is flink verbouwd. Mijn oude kantoortje is bij de winkel getrokken. De wanden zijn glad gestukt en de vloer is voorzien van slijtvaste tegels.  Het assortiment is wel enorm uitgekleed. Ik zie veel discount producten die ik zelf nooit verkocht zou hebben. Geen vijf soorten jam, hagelslag en chips, maar nog slechts twee. Het schap met wijn en bier is gehalveerd, ik ziet dat er zeker 80% accijns op zit. De prijzen zijn ook in mijn ogen belachelijk hoog, maar ik heb natuurlijk tien jaar inflatie gemist. En ik zie tot mijn schrik dat de BTW 35% bedraagt. Het wordt mij snel duidelijk dat de klanten een stuk minder te besteden hebben dan vroeger.  Luxeproducten zoals chocola, Italiaanse kazen en buitenlandse groenten worden niet verkocht.  Ik loop naar voren en zie alleen moderne zelfscankassa’s.  Na betaling gaat de winkeldeur voor je open. Camera’s houden alles in de gaten. Dan hoor ik in het magazijn opeens gestommel. De magazijndeur gaat open en er komt een trolley met frisdrank de winkel in gereden. Vroeger zou deze geduwd zijn door Hamza, mijn trouwe medewerker, maar nu verschijnt er niemand. De zelfrijdende trolley rijdt naar het frisdrankvak, en begint daar met een geavanceerde grijparm alle lege plekken keurig te vullen. Met verbazing bekijk ik het tafereel. Ik loop het magazijn binnen en zie een keurig geordende voorraad. De roldeur naar buiten staat open, en ik loop naar buiten want ik ben benieuwd hoe de bevoorrading tegenwoordig gaat. Het is lekker weer, de zon schijnt, de lucht is nog fris. In het bevoorradingshof staat een vrachtwagen van achttien meter lang, die er eigenlijk nog net zo uitziet als vroeger. Een chauffeur heeft net een aantal zelfrijdende trolleys gelost, en doet nu de achterdeur van de vrachtwagen weer dicht. Ik loop naar hem toe om een praatje te maken. De man schrikt zich te pletter, blijft stokstijf staan en trekt tot mijn verbijstering een pistool en richt deze op me. Mijn hartslag schiet omhoog. Automatisch doe ik mijn handen omhoog en roep: ”Niet schieten, niet schieten ik kijk even rond, ik ben de oude eigenaar van deze winkel!” De man vertrekt echter geen spier en blijft zijn wapen op mij gericht houden. In de verte hoor ik politiesirenes.  Er is al ergens op een alarmknop gedrukt bedenk ik tot mijn schrik. Ik mag niet aangehouden worden, want dan val ik door de mand als ongechipte illegaal.

Het zweet breekt me uit.  Plotseling klinkt er een akelig krakend geluid, en de chauffeur splijt voor mijn ogen in twee stukken uiteen. Een romp en twee benen, draden en andere elektronica steken naar buiten. John komt door de magazijndeur naar buiten gerend, gooit een lasergun op de grond, en knijpt met een tang een paar draden van de robotchauffeur weer vast. Die begint liggend op de grond te schokken en het bovenlijf bergt trillend zijn pistool weer op. John komt overeind, zet de romp op de benen, tilt de wankele chauffeur op, zet m in zijn bestuurdersstoel en sluit het portier. Hij kijkt me aan en zegt met zijn bekende grijns: ”Zo, waar mijn ervaring als chirurg al niet goed voor is.  Nu komt er straks wel een monteur in plaats van de politie. We moeten naar binnen Joop, wij zijn hier niet geweest.” Als we binnen in mijn keuken aan de koffie zitten vraag ik aan John: “Al die robots… zijn er überhaupt nog wel mensen aan het werk tegenwoordig?” John loopt leeg: ”Nou, sinds de invoering van het basisinkomen in 2025 zijn dat er steeds minder geworden. Die basisuitkering is net te weinig om van te leven, maar te veel om van dood te gaan. Dus veel mensen werken er zwart bij, en dan kunnen ze net rondkomen. Maar vergeleken met tien jaar geleden is de koopkracht enorm gedaald. Op vakantie gaan, horecabezoek, sportschool, dat soort dingen is niet meer op te brengen. Het Regiem verkoopt het echter als een groot winstpunt dat er geen inkomensverschillen meer bestaan, henzelf niet meegerekend. Maar Joop, het ergste is toch wel dat alle motivatie om jezelf te willen verbeteren uit de samenleving is verdwenen. Het maakt niet uit wat je doet, je krijgt toch je geld wel. Mensen leven in een enorme sleur. Vaak is hun levensstijl niet eens van die van robots te onderscheiden. Het belastingpercentage is 90% voor alles boven het basisinkomen. Mensen met een klein beetje geld zijn gevlucht naar het VK of Zuid-Amerika, en bijna iedereen met een beetje lef zit in het illegale zwarte circuit.” Ik moet denken aan Romero en zijn wapenhandel. Net als ik wil vragen wat er nog meer aan illegale activiteiten gebeurt, gaat de cryptofoon van John. John neemt op. Het is Sjoukje. John wordt bleek, mompelt wat en loopt de keuken uit. Als hij weer binnenkomt zegt hij: “Ze hebben Farid opgepakt. Sjoukje werd gebeld door zijn vrouw. Ze dreigen om hem en zijn gezin per direct naar Marokko uit te zetten. Hij zit nu vast op het politiebureau van Solingen. We moeten hem daar weghalen voordat hij gemarteld wordt en doorslaat over onze verzetsacties.” Hij staat op, wenkt me en voordat ik het weet zit ik achterop de motor op weg naar een voor mij onbekend adres.

 

Door Johan Weeber

Related Articles