Toekomst Tijgers 15. Harm
— 23-10-2020Dit feuilleton is een vervolg op de Papieren Tijgers met bijna waargebeurde belevenissen (2008-2018). Tijgers Toekomst beschrijft verzonnen gebeurtenissen tussen 2030 en 2040. Toch zou de toekomst er best eens zo uit kunnen gaan zien.
15 Harm
Harm Wageningen schudt het stof uit zijn grijze, voorheen rossige, haardos en baard en geeft me vervolgens een hand met de woorden: ”De Wever, I presume?” Rennie schiet van de weeromstuit in een onbedaarlijke lach, waarna we alle drie de spanning van ons aflachen. Als we naar de bomkrater aan de overkant kijken, vergaat het lachen ons snel. De eerste hulptroepen zijn net gearriveerd en schuiven brokken beton aan de kant. Het ziet er verschrikkelijk uit en we vragen ons af hoeveel mensen nog onder het puin liggen. We besluiten naar mijn huis te gaan. Ik hoop John daar aan te treffen, maar die is er niet. Sinds het incident met de helikopter hebben we hem niet meer gezien. Nadat we ons opgefrist hebben trekken we op mijn dakterras we een biertje open. Het is november en nog steeds rond de 20 graden. Duitsland heeft door de klimaatverandering een mediterraan klimaat gekregen, vergelijkbaar met Italië vroeger. Italië heeft tegenwoordig het klimaat van Noord-Afrika. De Noord-Afrikaanse landen op hun beurt zijn door de hitte nagenoeg onbewoonbaar geworden. Daar staan alleen nog maar zonnepanelen die stroom opwekken voor geheel Europa en Rusland. Harm zit lekker in een fauteuil op mijn terras en neemt een enorme slok bier en zegt: ”Zo, dat is lekker zeg, na een half jaar geheelonthouding in het gevang. Heb je toevallig ook sigaretten in huis?” Ik schud mijn hoofd en vraag waarom het regiem hem gevangen heeft gezet. Harm vertelt het succesverhaal van zijn school voor hoogbegaafden, de Karl Marx Academie. In de tien jaar dat ik in coma lag, is zijn school uitgegroeid tot een flink instituut. Tientallen hoogbegaafde jongeren heeft hij opgeleid en zij hebben allen hun weg gevonden in de maatschappij. Ondanks de enorme economische terugval en de politieke veranderingen. Ik ben verbaasd over dit huzarenstukje en vraag wat de sleutel is geweest tot dit succes. “Bidet” antwoord Harm “Je weet dat ik hem goed ken vanaf onze studententijd, je hebt hem zelf ook wel eens ontmoet op onze Herensociëteit, weet je nog.” Bidet mocht daar spreken voordat hij echt bekend was. Ik herinner me nog dat hij met zijn hand bestudeerd onder zijn hoofd op de drempel bleef staan. Net zolang totdat iedereen hem gespot had. Toen pas stapte hij naar binnen. Later, tijdens zijn spreekbeurt, werd hij erg boos toen iemand in de zaal aantoonde dat enkele door hem genoemde “feiten” niet klopten. Bidet maakte op mij toen al de indruk van een ijdele, zelfingenomen man die geen kritiek duldde. Eigenschappen die later extreme vormen zouden aannemen. Harm vervolgt: ”Toen Bidet net aan de macht was, heeft me dat geen windeieren gelegd. Hij, of vrindjes van hem, namen op voorhand elke jongere al aan die bij me kwam studeren. Daarmee heeft hij zijn bestuurlijke apparaat enorm versterkt. Maar die studenten van mij zijn natuurlijk niet gek, integendeel want hoogbegaafd. Toen ze erachter kwamen wat Bidet werkelijk van plan was met ons land en onze democratie, kwamen ze naar me toe voor advies. Ik was toen net ook jouw John tegen het lijf gelopen met zijn verzetsplannen. Jij lag al die tijd lekker te slapen in je coma, man daar mag je best blij mee zijn.” Rennie, die dit verhaal ook voor het eerst hoort, hoort Harm aan met haar grote, donkere ogen. Ik haal nog drie biertjes en wat chips. Alles smaakt toch minder lekker dan vroeger. De kwaliteit is er onder overheidsaansturing van de voedsel en drankproductie niet op vooruit gegaan. Harm vervolgt: “Dus John en ik spraken af dat we de jongeren zouden adviseren om zoveel mogelijk op hun strategische functies te blijven zitten. En ons steeds te informeren over alles wat het Regiem van plan was. Dat ging natuurlijk mis toen een van onze vrouwelijk spionnen, de mooie Felicita, viel voor de charmes van Bidet. Wat ik ook niet wist, maar dat kind praat dus in haar slaap. En Bidet slaapt bijna niet, dus die hoorde haar nachtenlang uit. Ja en toen werd ik op een vroege ochtend door het Politbureau van mijn bed gelicht en zonder enige vorm van proces gevangengezet.” Harm vertelt het met ingehouden woede.
Rennie en ik zijn onder de indruk van zijn verhaal. Ik vraag wat er met de jongelui is gebeurd. Harm zegt:” Tja, dat is het trieste, dat weet ik dus niet, ik had gehoopt dat van John te horen. Maar ik vrees het ergste. Op collaboratie staat de doodstraf. En ik zou ook wel eens willen weten hoe het met mijn school is, die zal wel opgedoekt zijn door de machthebbers.” Rennie zegt: “Zullen we er even langsgaan, dan kunnen jullie mij meteen thuis afzetten, het is toch op loopafstand van hier.” Even later lopen we via allerlei kleine steegjes, om niet op te vallen, naar de Westhaven. Hoewel het zaterdagavond is, komen we niemand tegen. Het centrum lijkt wel een spookstad, er straalt iets unheimisch vanaf. Bij de twee oude Fischereibanken aangekomen, zie ik dat de restaurants en winkels daar vlakbij allemaal gesloten zijn, sommige zelfs dichtgetimmerd. Behalve eentje, Braunel geheten. Er loopt een brug van de ene naar de andere Fischereibank en deze zijn beide volledig afgesloten met plastic schermen. Binnen klinkt geroezemoes van etende mensen. Ik zie door het plastic een bekend fors silhouet lopen, het is onmiskenbaar de eigenaar, Sjon van Hinteren, die inmiddels in de zeventig moet zijn. Gelukkig, hij leeft nog en er is in ieder geval nog een restaurant open. Ik besluit er later nog eens terug te gaan. We lopen de hoek om, de Westhaven op naar het monumentale pand, een oude muziekschool, waar Harms Karl Marx academie gehuisvest zou moeten zijn. Na dertig meter lopen staan we voor het pand. We kijken naar de gevel. Ik kijk naar Harm, die zijn tranen laat lopen. Ik ga tussen Harm en Rennie instaan, sla mijn armen om hun schouders en met zijn drieën blijven we minutenlang onthutst naar het pand kijken. Wat we daar zien tart onze ergste verbeelding.
Door Johan Weeber