Weekblad deGouda Archief

Toekomst Tijgers 18. Kazerne revisited

Dit feuilleton is een vervolg op de Papieren Tijgers met bijna waargebeurde belevenissen (2008-2018). Tijgers Toekomst beschrijft verzonnen gebeurtenissen tussen 2030 en 2040. Toch zou de toekomst er best eens zo uit kunnen gaan zien.  

 

18 Kazerne revisited

Ik neem afscheid van Michael en besluit dat het Huis van de Stad toch niet geschikt is om het Verzet daarin te huisvesten. Er gebeurt daar te veel wat het Regiem uiteindelijk niet kan waarderen, met alle risico’s van dien. Onze locatie moet veel meer onder de radar blijven. Ik heb nog een ander idee. De oude Von Lippe Biesterfeldkazerne, waar vroeger plannen waren voor een moskee, vervolgens een asielzoekerscentrum.  Toen dat allemaal niet doorging zouden er woningen komen. Ik ben benieuwd of dat laatste er al van is gekomen. Ik ken de stroperige procedures, de invloed van lastige omwonenden en weifelende politici, waardoor de doorlooptijd van een bouwproject bizar lang is. Maar wellicht heeft het ijzeren Regiem van Bidet een versnelling gebracht. Als ik de straat inloop van de kazerne zie ik het echter meteen: de kazerne staat er nog net zo bij als tien jaar geleden. Nog iets meer vervallen, maar het gebouw en naastliggende bunker zijn er door Defensie destijds neergezet voor de eeuwigheid, dus bouwkundig onverwoestbaar.  Ik kom voor het pand Jottem de Galan tegen, een van de wat mildere tegenstanders van een moskee destijds. Ik zeg: “Hallo Jottem, ik ben tien jaar weggeweest en doe even een rondje. Hoe kan het nou dat hier nog steeds geen woningen staan?” Jottem zegt: ”Tja, die woningen, dat is een heel verhaal, heb je even?” Ik knik en hij vertelt hoe in eerste instantie de koper, een projectontwikkelaar uit Frankfurt, een schitterend plan had gemaakt voor 250 woningen. Er was maar één eis die door de verkoper, het Rijk, aan de koper gesteld werd. En dat was dat er overeenstemming met de buurt moest komen over het plan. De afspraak was tevens dat, als er overeenstemming met de buurt zou zijn, de gemeente Solingen zou meewerken. Maar zoals wel vaker konden de lokale politici zich niet inhouden en bemoeiden zich ongevraagd toch met het plan. Men vond dat er, ondanks de woningnood, te veel woningen kwamen waardoor er te weinig groen over zou blijven. Dat was koren op de molen van enkele fanatieke omwonenden. Zij voelden zich oppermachtig door de houding vanuit de politiek en eisten onder andere een voetbalveld op het terrein. En alleen maar laagbouw. Dat was natuurlijk financieel niet haalbaar. Daarna ontstond een slepende rechtszaak tussen diverse bewonersgroepen, het Rijk en de koper. Uiteindelijk zou het in 2023 bij de Statsrat, het hoogste rechtsorgaan komen. Bidet was toen echter net aan de macht en ontsloeg alle rechters in het land. In 2025 pas werden er weer nieuwe rechters benoemd die zogenaamd politiek onafhankelijk waren, oftewel vrienden van Bidet en de zijnen. Inmiddels was toen de koper van de kazerne failliet, en de curator verkocht het een paar jaar terug aan een of andere stichting. “Stichting?” vraag ik “Ja, heel geheimzinnig, er is verder niets over te vinden, ik heb ook al gezocht. Maar ik ben inmiddels gestopt met zoeken. Ik heb wel wat andere kopzorgen door dat nieuwe Regiem, geen werk meer, alleen een uitkering, basisinkomen noemen ze dat tegenwoordig, je kent het vast wel.”

 

Ik loop naar de hoofdentree van de kazerne. De ramen zijn ondoorzichtig van al het vuil dat er tegenaan zit. Ik kijk naar binnen maar zie niks. Gras groeit tegen de toegangsdeuren. Die worden dus niet gebruikt. Ik besluit een rondje om het pand te lopen. Het kantoorgedeelte is afgetimmerd met houten panelen. De bestrating rondom het pand is verzakt en zit vol kuilen. Struiken groeien door de scheuren in het asfalt. Af en toe schiet een konijn weg. Ik kom bij het bunkergedeelte waar zoveel over te doen is geweest. Ik zie een donkergroene deur, een nooduitgang, waar het gras lijkt weggesleten. Er loopt door de bosjes een vaag uitgesleten pad naartoe. Ik duw tegen de dichte deur, maar deze komt niet in beweging. Aan de onderkant zit een spleet, ik zet mij vingers eronder en trek. Langzaam komt de deur in beweging. Ik kijk in een stikdonkere gang en zet een stap. Ik trek de deur achter me dicht. Nadat ik aan het donker gewend ben, loop ik als gehypnotiseerd de gang door, in de richting van een vaag lichtschijnsel. Mijn hart klopt in mijn keel. Langzaam komt het lichtschijnsel dichterbij. Als ik vlakbij ben, zie ik dat ik aan het einde van de gang ben. De gang maakt een haakse bocht. Ik kijk om de hoek, en zie dat het lichtschijnsel nu helemaal aan het einde van de volgende gang opdoemt. Net alsof het heeft bewogen. Ik loop langzaam verder. Met elke ademhaling komt het lichtschijnsel weer dichterbij. Als ik weer vlakbij het schijnsel ben, verspringt het plotseling weer naar het einde van de volgende gang, die weer haaks op de vorige staat. En dat gebeurt nog een paar keer. Plotseling realiseer ik me dat ik in een labyrint ben beland. Van bovenaf gezien ga ik steeds verder naar het midden van de bunker via een naar binnen lopend gangenstelsel. Ik kijk achterom, en zie alleen maar stikdonkere duisternis. Er zit niets anders op dan het schijnsel te volgen. Ik loop door. De gangen worden nu snel steeds korter. Ik nader het midden. Sneller dan verwacht sta ik plotseling in een schaars verlichte open ruimte die zich in het midden van de bunker moet bevinden. Op de grond zie ik de heldere contouren van een luik. Gebiologeerd open ik het luik en daal de trap af naar beneden. Het lijkt wel of ik zachte muziek hoor. Ik kom opnieuw in een gang terecht, deze keer met zacht tapijt, waardoor ik geruisloos verder kan lopen. Aan het einde van deze gang kom ik bij een dubbele houten deur.  Achter deze deur komt de muziek vandaan. Ik open heel voorzichtig een van de houten deuren. Ik kijk een enorme zaal in, vol zingende mensen, sommigen staan met de handen in de lucht. Mijn adem stokt in de keel als ik het tafereel zie dat zich op het podium voor de mensenmassa afspeelt.

Related Articles