Weekblad deGouda Archief

Toekomst Tijgers 21. Ontzet

Dit feuilleton is een vervolg op de Papieren Tijgers met bijna waargebeurde belevenissen (2008-2018). Tijgers Toekomst beschrijft verzonnen gebeurtenissen tussen 2030 en 2040. Toch zou de toekomst er best eens zo uit kunnen gaan zien.  

21 Ontzet

 

We hebben geen besef van tijd meer. Alleen aan een kier onder de deur zien we of het dag of nacht is. Soms horen we stemmen aan de andere kant van de deur. Twee keer per dag wordt er eten en drinken binnen gezet. En de stinkende emmer met onze behoeften vervangen. We proberen het elke keer maar onze bewakers wisselen geen woord. Farid en ik slapen om de beurt op het enige matras. Hij meestal overdag, ik ’s nachts. Als we beiden wakker zijn praten we veel. Farid heeft het nodige te vertellen over zijn ervaringen met het Regiem. Het begon allemaal heel onschuldig. De regering wilde in kaart brengen welke “minderheidsgroepen” er in ons land aanwezig waren. Om daar “nieuw beleid op te gaan maken” zo heette het. Daarom moest iedereen met een buitenlands klinkende achternaam een online formulier invullen. Er waren er natuurlijk genoeg die dat niet deden. Wat onze overheid niet kon tijdens de massale inentingscampagne van 2021 die veel te lang duurde, kon in 2025 wel. In een gigantische huis-aan-huis operatie huis werd iedereen in ons land binnen twee maanden bezocht. En werd het formulier desnoods gezamenlijk met een veiligheidsambtenaar ingevuld. Toen het Regiem iedereen op deze wijze in beeld had, begon het “nieuwe beleid”. Mensen met een dubbele nationaliteit kregen te horen dat hun verblijfstitel zou komen te vervallen. Tegelijkertijd kregen ze aanbiedingen vanuit het land van herkomst die te mooi waren om waar te zijn. Farid kreeg een baan aangeboden bij een bedrijf in Rabat, ook zijn vrouw en zoons zouden daar aan de slag kunnen. Voor een riant salaris, auto en huis van de zaak. Nu had Farid gelukkig een oom in Rabat die eens poolshoogte kon nemen. Het bedrijf bleek een kippenslachterij, het huis was een schuur en de auto was er niet. Dus Farid bleef gewoon werken bij de douane op vliegveld Frankfurt en ging niet. Maar vele van zijn landgenoten vertrokken wel. Eenmaal vertrokken, werden ze nooit meer toegelaten in ons land. Hun huizen vervielen aan de machthebbers, die daarmee schathemelrijk werden. De baas van Farid, een aanhanger van Bidet, was er niet blij mee dat Farid bleef. Alles werd uit de kast gehaald om hem te kunnen ontslaan. Er werd een ontslagdossier opgebouwd. Als hij ergens vijf minuten te laat was, werd dat genoteerd. Als hij aanwezig was geweest bij het binnenlaten van een vlucht waarop later drugs werden aangetroffen, kreeg hij een aantekening. Toen de verplichte chip was ingevoerd, werd het helemaal erg. Al zijn gangen werden nagegaan. Had hij een weekendje met vrienden in Brussel doorgebracht, dan werd hij maandagochtend meteen op het matje geroepen. Wat had hij daar exact gedaan en vooral met wie. Toegangsdeuren van de koffiekamer, winkels en andere zaken voor het vliegveldpersoneel gingen niet langer voor hem open toen hij een keer gechipt was. Hij kon zijn koffie toch wel op de gang opdrinken? Het was puur racisme. En het ergste was, collega’s met wie hij al twintig jaar samenwerkte, keken de andere kant op.  Niemand greep in of zei er iets van tegen zijn superieuren. In die tijd spraken Farid en John elkaar vaak, en toen is het idee om in Verzet te komen geboren. “Tja Joop, en nu zitten we hier in deze duistere gevangenis. Sorry dat ik je hierin heb meegesleept” zegt Farid.  Ik wuif zijn excuses weg. Door zijn verhaal ben ik alleen maar gemotiveerder geworden.

 

Het is alweer uren stil in de kamer naast ons. Volgens mij is het nacht. Ik dommel wat. Farid zit stil in een hoek te lezen bij een zwak lichtschijnsel. Zijn bril heeft hij op zijn voorhoofd, het boek houdt hij op een paar centimeter van zijn ogen. Het is de Koran. Dan klinkt in de kamer naast ons, geluid. Dat is vreemd op dit tijdstip. We horen gedempte stemmen. En de sleutel van onze deur wordt omgedraaid. We knipperen met de ogen tegen het felle licht dat plotseling binnenstroomt. Ik zie drie silhouetten. De linker herken ik als John, de rechter ken ik niet, en de middelste is de man die ons hier vastgezet heeft, maar nu zonder mondkapje en baseballcap. Ik herken hem nu. Het is Ronnie Verkoel, het voormalige raadslid van de Liberalen. Hij heeft handboeien om en wordt stevig vastgehouden door de beide anderen. “Mooi” zegt John, ”hier zitten jullie dus inderdaad. Ronnie wil zich bij ons aansluiten, maar we moesten eerst even een paar dingen checken. Is alles trouwens goed met jullie?” Farid en ik knikken en staan op. Ronnie zegt: ”Zo, en mag ik nu eindelijk los?” John maak de handboeien los. Ik vraag aan Ronnie naar zijn rol bij het Regiem. Hij antwoordt: “Hoofd Persoonlijke Beveiliging van onze leiders. Maar ik ben het spuugzat. Dat weten ze overigens nog niet. Dus ik blijf nog even voor ze werken. En ik kan jullie ondertussen toegang geven tot wat dingetjes. In ruil daarvoor wil ik dat jullie me zo snel mogelijk aan een andere baan helpen.” Ik zeg: ”Maar je was toch Adjudant van de Koning, een mooiere baan is er toch niet?” Ronnie zegt: “Dat heb jij natuurlijk gemist maar ons hele Koningshuis is uitgemoord. Zelfs pandjesbaas Bernard. Zijn vastgoedportefeuille is “genationaliseerd in het belang van de woningzoekenden”, oftewel ingepikt door het Regiem. Ik kreeg één kans om van hun dodenlijst af te komen en dat was als ik de beveiliging van de top op me nam.” Ik ben zwaar geschokt. Als ik beter naar hem kijk zie ik dat Ronnie behoorlijk wat groeven in zijn gezicht heeft gekregen. En waar vroeger een donkere haardos zat, zitten nu witte gemillimeterde stekeltjes.  John zegt: ”Ronnie, als leider van dit zooitje ongeregeld dat zich Verzet noemt, benoem ik je bij dezen tot Hoofd Inlichtingen. Ga alsjeblieft eerst Joop en Farid maar eens helpen om al onze systemen op het ISRA punt te krijgen. Op zich mooi dat beide systemen zo vlak naast elkaar kunnen draaien, is het niet?” zegt hij met een grote grijns.

 

Related Articles