Weekblad deGouda Archief

Toekomst Tijgers 3. Chip

Dit feuilleton is een vervolg op de Papieren Tijgers met bijna waargebeurde belevenissen (2008-2018). Tijgers Toekomst beschrijft verzonnen gebeurtenissen tussen 2030 en 2040. Toch zou de toekomst er best eens zo uit kunnen gaan zien.  

3 Chip

 

Het gaat langzaam iets beter met me. Ik word al een beetje voorbereid op terugkeer naar huis. De artsen denken dat dit over een paar weken zou moeten kunnen. Ik kan een beetje schuifelen, lopen kun je het nog niet echt noemen. Maar ik merk wel dat langzamerhand mijn krachten terugkeren. En ik krijg meer oog voor mijn omgeving, mijn bewustzijn dat tien jaar weg is geweest, komt langzaam en gefaseerd terug. Zo zie ik op een dag opeens dat het buiten mooi weer is, de zon schijnt uitbundig. Ik kijk door mijn raam naar de twee palmbomen bij de ingang van het GHZ. En ik vraag me af of er tien jaar geleden ook al palmbomen groeiden in Solingen. Een verpleegster, met mondkapje en plastic scherm rond haar hoofd, komt naar me toe en zegt vriendelijk doch beslist: “Zo, mijnheer De Wever, ik kom alvast uw multichip plaatsen.  Waar wilt u hem hebben, de meeste mensen doen het in de haargrens achter hun linkeroor.” Ze ziet mijn vragende blik en voegt er begripvol knikkend aan toe: “Dat is ook het handigst als u besluit een AR bril te gaan dragen.” Mijn blik wordt nog vragender. Haar ogen lichten even op en ze vertelt dat iedereen op het Europese vasteland wettelijk verplicht is zo’n chip te hebben vanaf het eerste levensjaar. Dat op deze chip je ID staat en allerlei andere gegevens waardoor je direct herkend wordt door een veelheid aan apparaten. Bijvoorbeeld bij toegangspoortjes, de supermarkt, de douane. Ook je besmettingsgeschiedenis staat erop. Volgens de verpleegster is de verplichte chip in 2024 ingevoerd door de toenmalige nieuwe regering. Daarvóór was er veel weerstand tegen de verplichte chip, maar de overheid heeft ingespeeld op de angsten van burgers voor een nieuwe pandemie. Daarnaast werd vooral het gebruiksgemak benadrukt. De meeste mensen hebben hun chip gekoppeld aan hun bankrekeningen, waardoor betalen in winkels bijvoorbeeld automatisch gaat.  Reservering van openbaar vervoer en je plek in een restaurant of aan de bar gaan ook super gemakkelijk. En je bril onthoudt al je ontmoetingen, ook die met mensen met besmettelijke ziektes, je locaties en nog veel meer. Je kunt dit oproepen in een schermpje aan de binnenkant van je AR-bril. Ik had al gezien dat vrijwel alle artsen een bril dragen met een tamelijk dik montuur. Ik dacht dat dit type montuur weer eens in de mode was, maar de artsen kunnen er direct al je medische gegevens mee zien in hun linkeroog.  AR staat voor Augmented Reality. Je krijgt je omgeving of mensen te zien met toegevoegde informatie. Hoe hoger je functie, hoe meer je kunt zien van de ander. Uiteraard kun je bepaalde gegevens blokkeren, maar dat kan weer overruled worden door bijvoorbeeld de rechter of de belastingdienst. De bril is ook de vervanger van de smartphone, je kunt op elk moment iedereen overal ter wereld spraakgestuurd oproepen voor een (video)gesprek. Ik heb inderdaad in het ziekenhuis al de nodige mensen in zichzelf zien praten en lachen.  Science fiction is werkelijkheid geworden, denk ik. “Plaats de chip maar”, zeg ik tegen de verpleegster. Omdat ik ruim tien jaar in coma heb gelegen, is mijn chip volledig blanco, alleen mijn ID en medische gegevens van de afgelopen vier jaar staan erop.  Ik besluit ook maar meteen een AR bril aan te schaffen. Dat kan in de ziekenhuiswinkel, waar ik af en toe heen schuifel. Met de hulp van het personeel weet ik mijn chip te koppelen aan mijn bril. Ik voel me helemaal klaar voor de nieuwe wereld. Maar ik realiseer me op dat moment nog totaal niet hoe volstrekt anders die eruit ziet.

 

Een klein tipje van de sluier van die nieuwe wereld wordt de volgende dag opgelicht.  De kring van bezoekers aan mijn bed wordt elke dag wat verruimd. Naast mijn familie mogen ook anderen me de laatste dagen bezoeken. Ik zet mijn bril op en zie dat over een paar minuten mijn oude politieke buddy John Vroegop op bezoek komt. Ik merk dat ik ernaar uitkijk om hem weer te zien na al die tijd. Ik ben zo nieuwsgierig hoe het met hem is dat ik alvast de gegevens van John op mijn linker brillenglas probeer te krijgen. Maar ik zie tot mijn verbazing dat John al zijn gegevens voor me heeft afgeschermd. “Ha Joop man, wat ben ik blij je zo te zien”, begroet John me als hij binnenstapt, “Hoe is het met je?” Ik vertel van mijn vooruitgang, langzaam, rustig en gedetailleerd zoals de verpleegsters me dat hebben aangeraden. John knikt en stelt af en toe een vraag. Het valt me op dat John, ook al is hij arts, geen AR-bril op heeft. “Joop, je wilt niet weten hoe vaak ik de afgelopen tien jaar hier door het raam van je kamer heb gekeken om te zien hoe jij daar lag. Verschrikkelijk, wat was je eraan toe. En nu zit je hier gewoon rechtop in bed, ik vind het een medisch wonder!” John is eigenlijk maar weinig veranderd in tien jaar tijd. Hij is iets grijzer en wat afgevallen ten opzichte van de laatste keer dat ik me hem voor de geest kan halen. Maar hij houdt nog steeds van slobbertruien zo zie ik.  Ik barst natuurlijk van de vragen over de lokale politiek in Solingen, over nationalisaties waar ik van hoorde, hoe het bij hem thuis is met zijn vrouw en kinderen, wat hij nu doet voor de kost, ik vuur in staccato mijn vragen op hem af. Ik krijg er meteen hoofdpijn van, moet even rustig achterover gaan liggen. John zegt op zijn karakteristieke toon: ”Joop, doe es rustig aan, ik ga je de komende tijd alles vertellen wat je wilt weten, maar ik begin heel gedoseerd met iets wat je hopelijk aankunt. Over de lokale politiek. ”  Ik knik en John zegt: “Die is er niet meer.” Ik kijk vragend en hij zegt: ”We hebben geen gemeenteraad en geen college meer. Alleen burgemeester Dieter Verhufe zit er nog.”

Door Johan Weeber

Related Articles