Weekblad deGouda Archief

Toekomst Tijgers 41. Verraden

Dit feuilleton is een vervolg op de Papieren Tijgers met bijna waargebeurde belevenissen (2008-2018). Tijgers Toekomst beschrijft verzonnen gebeurtenissen tussen 2030 en 2040. Toch zou de toekomst er best eens zo uit kunnen gaan zien.  

 

41 Verraden

 

Farid en ik liggen met kloppend hart in het gras. We kunnen niet geloven wat we zojuist hebben gezien. Ik richt mijn hoofd op en kijk nog een keer goed. Het is echt waar. Bidet en Jensen zitten aan tafel tegenover John en Romero. De kopstukken van het Regiem tegenover leiders van het Verzet. Ik zie dat Bidet zich naar voren buigt en zijn woorden onderstreept met zijn karakteristieke armgebaren. Alsof hij dirigeert. Ik maak voorzichtig een paar foto’s met mijn cryptofoon. Je weet nooit waar het goed voor is. Ik kijk om me heen. Ik zie geen enkele beveiliger. Niet van ons, maar ook niet van het Regiem. Dat duidt erop dat de bespreking in het diepste geheim plaatsvindt. Het Regiem vertrouwt zijn eigen beveiligers immers niet. En Bidet zal geëist hebben dat er van onze kant ook geen beveiligers aanwezig zijn. Ik realiseer me dat ik nog steeds aan het Verzet denk als aan “onze” kant. Deze actie van John doet het wij-gevoel snel wegebben. Ik voel me bedrogen, verraden zelfs. Mijn bloeddruk stijgt verder als ik bedenk dat we hier nota bene ook nog bij toeval achter zijn gekomen. Farid en ik besluiten achterwaarts terug te kruipen door het gras. De vier heren zijn zo indringend met elkaar in gesprek dat ze geen moment naar buiten kijken. Enkele minuten later staan Farid en ik weer aan de andere kant van het hek. We gooien het gat weer dicht met de droge veengrond. We lopen terug naar de auto van Farid. Als we vlakbij zijn, horen we een zware motor starten. Het is de speedboot.  De gashandle gaat vol open en zien we hoe de speedboot op volle snelheid naar de overkant van de plas vaart. Bidet staat met wapperende haren achter het stuur in de wind, Jensen zit. Als ik naar de overkant van de plas kijk, die op dit punt tamelijk smal is, zie ik zwarte limousines schitteren op de oprijlaan van een andere grote villa. Tussen de auto’s paraderen mannen in uniform. De persoonlijke lijfwachten van Bidet en consorten. De boot verdwijnt in een botenhuis onder de villa. Even later zien we de stoet auto’s vertrekken. Ik ken die villa. Hij is van Gé Verweij geweest, die zijn grote tandartsenpraktijk in Solingen zo’n tien jaar verkocht heeft aan een keten, Clinica Dentale. En vervolgens met zijn veel jongere vriendin en baby is geëmigreerd. De villa heeft lang te koop gestaan maar is naar verluidt recent verkocht aan Wybe Hagen, minister van Raum und Ordnung onder het nieuwe Regiem. Farid zegt: ”OK, dus ze zijn zogenaamd op bezoek geweest bij Hagen, maar ondertussen zaten ze hier bij John.” Ik vraag: ”Zouden ze die villa speciaal hebben gekocht om in het geheim contact te kunnen hebben met het Regiem?” Farid zegt dat dat hem niets zou verbazen. Er zijn maar weinig mogelijkheden voor beide kampen om elkaar ongezien te ontmoeten. Deze locatie is geniaal. Hoewel er geen kritische journalistiek meer bestaat, lekken bijzondere ontmoetingen van de Regiemtop toch vaak uit via de directe kring van hun vertrouwelingen. Het is één grote slangenkuil waar eenieder probeert hogerop te komen door te roddelen, en de ellebogen te gebruiken. Dan komt het sommigen goed uit dat een woedende Bidet collega’s moet ontslaan omdat er gelekt is.  De laatste keer gebeurde dat toen een foto breed verspreid werd via cryptomessenger. Daarop was te zien hoe Bidet met gebogen hoofd knielde voor Potin, gekleed in een hermelijnen mantel, in zijn paleis in Sint Petersburg, en de rug van Potins hand kustte.

Farid rijdt rustig over de smalle weggetjes van het plassengebied weer naar Solingen. Ik zie dat hij veel in zijn achteruitkijkspiegel kijkt. Dan zegt hij: ”Er zit een motor achter ons. Volgens mij is het John.” Ik draai de spiegel een beetje zodat ik goed zicht heb op de motor. BMW staat er met grote letters voorop en ik herken meteen de helm en het motorpak van John. “Je hebt gelijk” zeg ik en vraag: ”Weet hij dat jij deze auto hebt?” Voordat Farid kan antwoorden hoor ik een brullend geluid en haalt de motor ons in. John gaat voor de auto rijden, remt hard en komt slingerend tot stilstand. Farid kan niets anders doen dan ook stoppen. Als we helemaal stilstaan, stapt John van de motor af en loopt in onze richting. Ik zie de omtrek van een pistool in zijn motorjack. “Gas!!” zeg ik tegen Farid, “rij die motor omver, wegwezen, hij mag ons hier niet zien” Farid geeft gas, slalomt om de motor heen maar heeft geen rekening gehouden met de ijscowagen van Roberto. Die heeft naast dit kruispunt al sinds mensenheugenis een drukbezochte standplaats. Er klinkt een hard schurend geluid tegen de zijkant van de auto. Maar we rijden door. Als ik in de spiegel kijk zie ik dat de ijscowagen van Roberto van zijn plek gekomen is. Door de botsing met onze auto is hij midden op het kruispunt terechtgekomen. John is er met zijn motor opgeknald. Een witte ijsmassa is uitgestroomd over de motor, de weg en de laarzen van John, die zijn nek masseert en beteuterd staat te kijken. “Mooi”, zeg ik tegen Farid “die is daar voorlopig nog wel even bezig.” We rijden verder. Ik zeg tegen Farid dat hij mij maar in de kazerne af moet zetten. Ik ga even een paar uurtjes slapen in mijn veilige woonbunker. En nadenken over hoe het nu verder moet met dat Verzet. Ik val die avond in een diepe slaap, nadat ik de koelkast leeggegeten heb. Midden in de nacht hoor ik dat er een sleutel in het slot wordt gestoken. Ik zit meteen rechtop in bed, knip een lamp aan en pak mijn pistool uit het nachtkastje. De zware, stalen deur gaat tergend langzaam open. Dan verschijnt er een oude bekende in mijn gezichtsveld. Het is Harry van Duinen, voormalig hoofd van de NCTE (Terrorismebestrijding) in ons land, zo’n tien jaar geleden op een vreselijke manier in ongenade gevallen en ontslagen.

Door Johan Weeber

Related Articles