Toekomst Tijgers 44. Rendez-vous
— 04-06-202144 Rendez-vous
Nadat ik Herbert bij de illegale bank heb afgezet, rijd ik verder naar het Polenpark, waar ik heb afgesproken met Romero. Bij de Juliana-Schleuse zie ik dat beide bruggen omhoog staan. Een reusachtig plezierjacht wordt met precisiewerk in de sluis gemanoeuvreerd. Dit gaat wel even duren. Ik stap uit. Er staat nog iemand te kijken en foto’s te maken. Het is Ray Arschmann, die een ondergronds internetkrantje heeft in Solingen. We begroeten elkaar. Ray zegt: ”Ik vraag maar niet wat jij midden in de nacht op straat doet.” Ik zeg lachend: ”Dan vraag ik dat ook maar niet aan jou.” Maar Ray begint een heel verhaal dat hij dit jacht van 94 meter al enige tijd volgt: ”Er wordt gefluisterd dat dit het nieuwe speeltje is van Wybe Hagen, een van de topmensen van het Regiem. Zo’n boot kost een miljoen per meter hè, dus hier vaart E 94 miljoen aan je neus voorbij.” Ik vraag hoe hij weet dat dit de boot van Hagen zou zijn. Ray zegt: ”Nou, kijk maar eens wat naar de naam van de boot en waar hij vandaan komt.” Ik tuur in het donker naar de voorplecht en zie vaag de letters “WAPPIE WYBE” staan. Binnen de Partij was het scheldwoord “wappie” , voor mensen die zich niet lieten vaccineren, uit het coronatijdperk al snel een geuzennaam geworden. De boot schuift centimeter voor centimeter voorbij. Ik hoor een brommend stationair motorgeluid. Ik kijk achterom. Achter mijn auto is een Hummer H1 komen te staan. Die ziet eruit als een militair voertuig met enorme banden en een roosterbumper. Achter het stuur zit Romero, die net doet alsof hij mij niet ziet. Als de boot eindelijk door de sluis is, rijden we achterelkaar aan naar het vakantiehuisje op het Polenpark, een kilometer verderop. We parkeren onze auto’s naast elkaar. Mijn Volkswagen 7Up kan ik bijna onder de Hummer van Romero parkeren. “Ik doe iets niet goed”, zeg ik tegen Romero met een blik op zijn auto. Romero lacht en zegt: ”Ik wed dat ik er minder voor betaald heb dan jij voor jouw VW.
Die Hummer komt ook uit de failliete boedel van het Nederlandse leger.” We lopen naar het vakantiehuis. Ik open de deur, doe wat lichten aan en we gaan zitten op zo’n typisch kunststoffen bankstel dat bij een vakantiewoning hoort. Voor de zekerheid doe ik de gordijnen dicht. Ik pak twee biertjes uit de koelkast en geef er een aan Romero. “Jij hebt bezoek gehad van onze excentrieke Harry van Duinen” opent Romero het gesprek. “Klopt het wat hij vertelde?” vraag ik Romero. “Dat hangt er vanaf wat hij verteld heeft” riposteert Romero. “Wat denk jij wat hij verteld heeft?” vraag ik. We draaien zo nog een tijdje om elkaar heen. Maar op een gegeven moment zegt Romero: ”Goed, we zijn je wel wat uitleg verschuldigd. Harry heeft jou verteld dat de top van het Verzet gaat capituleren in ruil voor immuniteit en een verhuizing naar Argentinië.” Ik knik bevestigend. Romero kijk opgelucht zegt: ”Het klopt dat John en ik tegen hem gezegd hebben dat hij dat aan jou moest berichten. Maar het is natuurlijk niet waar. Het was een testcase voor die ouwe Van Duinen of hij te vertrouwen is. Hij weet donders goed hoe het wel zit, en had daar naar jou toe heel erg zijn voordeel mee kunnen doen. Het feit dat hij dat niet gedaan heeft, betekent dat we hem om een boodschap kunnen sturen. We wisten dat niet zeker, gezien zijn verleden bij de overheid en contra terrorismebestrijding. Harry heeft natuurlijk jarenlang ons soort mensen bestreden.” Ik neem een slok bier en zeg: ”OK, dat deel van het raadsel is dan enigszins opgelost. Maar wat is dan wel het echte verhaal? Wat zijn de plannen, en waar is die E 3,8 miljoen gebleven?” Romero zegt: “Ok, dat komt zo maar eerst nog even wat anders. Hoe heb jij gereageerd op de mededeling van Harry?” Ik zeg: ”Volgens mij heb ik wel laten merken dat ik hem niet geloofde. En toen is hij weggegaan.”
Romero knijpt zijn ogen tot spleetjes en zegt: ”Harry zegt dat jij heel graag mee wilt doen met de capitulatie en dat je niet kunt wachten om naar Argentinië te vertrekken.” “Die vuile rat” stoot ik uit. Romero vertrekt zijn mondhoeken in een vreemde vorm en dan pas heb ik door dat hij me in de maling neemt. Hij barst in lachen uit. Pas na een paar seconden kan ik besmuikt meelachen. Ik heb meer alcohol nodig om me te ontspannen. Ik sta op en loop naar de koelkast voor een tweede biertje terwijl ik zeg: “Goed, Romero, als je me dan nu het echte, hele verhaal vertelt dan krijg je nog een biertje.” Ik doe de koelkastdeur open, pak twee biertjes, open ze en draai me om. Ik kijk naar een leeg bankstel. Eerst denk ik nog dat Romero naar het toilet is, maar dan zie ik de gordijnen wapperen. Een van de schuifpuien staat open. Ik schuif het gordijn aan de kant, stap naar buiten en kijk het donker in. Na een paar seconden zijn mijn ogen gewend aan het donker. Ik zie de Hummer staan. Ik loop om het huisje heen, hand op mijn pistool. Aan de voorkant kom ik bij het terras dat aan het water grenst. Ik zie iets bewegen. Als ik dichterbij komt start er pruttelend een motor. Een speedboot verheft zich uit het water en spuit vol gas weg. Ik zie twee mannen met bivakmutsen achter het stuur. In de kuip ligt een roerloze gestalte. Dat moet Romero zijn. Ik trek mijn pistool en voor een paar schoten af op de enorme buitenboordmotor van het schip. Zinloos natuurlijk. Links en rechts gaan lampen aan in de vakantiewoningen en ik besluit snel naar binnen te gaan. Ik bel nogmaals het nummer van John. Ik krijg een fluittoon. Ook bij Romero krijg ik geen gehoor. Ik ga verdoofd aan tafel zitten en neem een slok bier.
Door Johan Weeber