Regelmatig doe ik mee aan een schoonmaakactie op straat in Gouda. Gewapend met mijn knijper en een plastic zak twee uurtjes vuilrapen. Eén vuilniszak is niet voldoende. Met gemak vul ik er minstens twee. Veel lege bierflesjes, allerlei soorten verpakkingsmateriaal, plastic zakjes, condooms, papiertjes en ga zo maar door. Het ergste zijn de sigarettenpeuken, want die zijn zo lastig oppakken met een grijper. Maar dit voelt ook een beetje als boete doen voor alle peuken die ik in de loop van mijn leven zelf op straat heb ­gegooid. En dan schaam ik me als ik bedenk dat een derde van alle afval in zee uit peuken bestaat. Maar al rapend voelt het ook een beetje als dweilen met de kraan open: als ik in een klein gebiedje in een uur al een zak rommel verzamel, moeten er in de hele stad wel ­duizenden zakken troep liggen. Om dit probleem echt goed aan te ­pakken is ander beleid nodig. De vervuiler betaalt is zo’n veelgebruikte slogan, maar waarom gebeurt dat niet met het straatvuil? Gewoon een fikse boete voor iedereen die iets op straat gooit. In Rotterdam en Amsterdam krijg je een boete als je een peuk op straat gooit. Van 70 tot 150 euro. Lijkt me effectief. Als je dit een keer meemaakt pas je een volgende keer wel op. Parkeren op een invalidenplaats en te hard rijden heb ik ook door forse boetes afgeleerd. Dus wat mij betreft gaat de gemeente zo spoedig mogelijk een flink aantal stadswachten extra in dienst nemen om boetes uit te delen aan iedereen die troep op straat gooit. Om te beginnen aan peukengooiers en kauwgomspugers. Laten we het houden op een rond bedrag van 100 piek. Die mensen verdienen met gemak hun eigen salaris terug en het milieu wordt er een klein beetje beter van. In Rotterdam was het bekeuren van het weggooien van peuken een idee van een wijkagente. Zij verdient een forse bonus.